In Bangladesh is moslimleider Mir Quasem Ali (63) ter dood gebracht. Hij was een van de leiders van Jamaat-e-Islami, de grootste islamitische partij in Bangladesh.
Ali werd opgehangen in een gevangenis in de buurt van Dhaka. Hij kreeg de doodstraf voor oorlogsmisdaden tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in 1971. Bangladesh, dat toen nog Oost-Pakistan heette, scheidde zich met hulp van India af van Pakistan.
Islamistische doodseskaders brachten destijds met steun van het Pakistaanse leger honderdduizenden voorstanders van de onafhankelijkheid van Bangladesh om het leven.
Politieke tegenstanders
Het is de vijfde keer dat een leider van de Jamaat-e-Islami-partij ter dood is gebracht sinds premier Hasina in 2010 een tribunaal oprichtte om oorlogsmisdadigers te berechten. Eerder dit jaar werd een andere leider, Motiur Rahman Nizami (73), opgehangen.
Tegenstanders van het regime zeggen dat Hasani het tribunaal gebruikt om politieke tegenstanders op te ruimen. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zegt dat de procedures van het tribunaal niet voldoen aan de internationale maatstaven.
NOS

