De in opspraak geraakte Amerikaanse minister van Justitie Jeff Sessions heeft donderdag verklaard dat hij geen contacten met Rusland heeft gehad over de Amerikaanse verkiezingscampagne. Hij zei verder dat hij zich terugtrekt uit onderzoeken naar mogelijke Russische inmenging.
Die onderzoeken zullen in het vervolg worden uitgevoerd door andere hooggeplaatste functionarissen van het ministerie, aldus Sessions.
Hij zei verder dat hij tijdens de hoorzittingen over zijn benoeming in de Senaat een vraag over contacten met Rusland verkeerd heeft geïnterpreteerd. Sessions zou met zijn antwoord hebben bedoeld dat hij niet met Russische functionarissen sprak over de Trump-campagne.
Sessions erkende dat hij zijn twee ontmoetingen met de Russische ambassadeur had moeten noemen tijdens de hoorzittingen. Die zouden hebben plaatsgevonden uit hoofde van zijn functie als lid van het Senaatscomité voor de Strijdkrachten.
“Ik kan me geen specifieke politieke gesprekken met de ambassadeur herinneren”, zei Sessions over wat er was besproken.
De Democratische Partij eiste woensdag het aftreden van Sessions. Na de verklaring van Sessions drong de partij donderdag aan op een uitvoerig en objectief onderzoek naar Russische inmenging.
President Donald Trump zei eerder op donderdag tijdens een bezoek aan het Amerikaanse vliegdekschip USS Gerald R. Ford “volledig vertrouwen” te hebben in Sessions. Volgens Trump sprak zijn minister de waarheid tijdens de hoorzittingen.
Inmenging Rusland
Als minister van Justitie leidt Sessions bovendien het onderzoek naar de inmenging van Rusland bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen en de mogelijke contacten van vertrouwelingen van Trump met Russische vertegenwoordigers.
Sessions (70) houdt vol dat er hierbij geen sprake is van belangenverstrengeling. Volgens Trump is het niet nodig dat Sessions zich uit dit onderzoek terugtrekt.
Naast Democraten hebben donderdag ook enkele Republikeinen Sessions opgeroepen om zich terug te trekken uit het onderzoek. Zo zegt de Republikein Darrell Issa donderdag dat de minister zelf moet stoppen.
NU.nl