In Venezuela gaan de benzineprijzen vanaf maandag omhoog. De socialistische regering wil de prijzen verhogen tot het internationale niveau, terwijl de Venezolanen tot nu toe met omgerekend een euro een miljoen liter brandstof konden kopen.
ADVERTENTIE |
“Ik hoop dat er binnen twee jaar een einde komt aan de praktijk die over lange tijd scheefgegroeid is: we hebben benzine zo goed als weggegeven”, aldus president Nicolás Maduro.
De regering gaat ervan uit dat ze alleen al door benzinesmokkel naar Colombia en de Caraïben elk jaar 18 miljard dollar (15,8 miljard euro) verliest.
Geregistreerde regeringsaanhangers, mensen die recht hebben op staatshulp en het openbaar vervoer zullen wel nog subsidies kunnen krijgen. Autobezitters moesten zich daarvoor voor afgelopen vrijdag registreren en een “carnet de la patria”, een “kaart voor het vaderland”, aanvragen. De oppositie bekritiseert die maatregel als een nieuwe manier om de bevolking onder de knoet te houden.
Vijf nullen geschrapt
Omwille van de torenhoge inflatie schrapt Venezuela vandaag ook vijf nullen van zijn nationale munt, de bolivar. De munt zal voortaan ook gekoppeld worden aan de cryptomunt petro.
Venezuela verkeert in een ernstige economische en politieke crisis sinds het instorten van de olieprijzen vier jaar geleden. Honderdduizenden Venezolanen zijn op de vlucht geslagen wegens de tekorten aan levensmiddelen. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voorspelt dat de inflatie in Venezuela bij onveranderd beleid tegen het einde van 2018 zal oplopen tot 1 miljoen procent.
Belga