De Franse regering stelt de verhoging op de brandstofbelasting met zes maanden uit. Dat zei de Franse premier Philippe in een televisietoespraak.
Ook zullen de prijzen van elektriciteit en gas voorlopig niet worden verhoogd. Het komende halfjaar zal de regering op zoek gaan naar maatregelen die “juist en effectief” zijn. Er moet een nationaal debat komen over de belastingdruk en over het klimaat. Dat begint volgende week en gaat tot 1 maart duren.
Philippe zei dat de Fransen willen dat hun werk weer loont en dat ze geld overhouden aan het eind van de maand. De regering wil dat volgens hem ook. “De koers bepalen en vasthouden is noodzakelijk om Frankrijk te besturen, maar geen belasting verdient het om de eenheid van de natie in gevaar te brengen”, zei hij. Het minimumloon gaat per januari met ruim 3 procent omhoog.
De aankondiging volgt op hevige rellen van de afgelopen weken. Vele duizenden Fransen demonstreerden in meerdere steden in gele hesjes. Ze willen af van de prijsverhogingen voor brandstof en andere dagelijkse kosten. Zaterdag liep het protest in Parijs volledig uit de hand. In totaal hebben de protesten vier mensen het leven gekost. Honderden mensen zijn gewond geraakt.
Geweldplegers gezocht
Philippe zei dat alle Fransen het recht hebben om te demonstreren, maar dat alle Fransen ook het recht hebben op veiligheid. Dat ze normaal moeten kunnen rijden en leven. “De geweldplegers worden gezocht en zullen worden bestraft.” Voor komende zaterdag zijn al eerder nieuwe protesten aangekondigd. Philippe zei dat die kalm moeten verlopen.
Vanochtend zeiden regeringsbronnen al tegen diverse media dat de verhoging op de brandstofbelasting zou worden uitgesteld. Een woordvoerder van de ‘gele hesjes’ stelde vervolgens op de zender BFMTV dat een tijdelijk bevriezen van de brandstofbelasting voor de betogers geen reden zal zijn om naar huis te gaan. Een ander zei dat ze op meer concrete tekenen wachten.
Doodsbedreigingen
Premier Philippe zou vandaag een overleg hebben met woordvoerders van de demonstranten, maar een aantal van hen zegde af omdat de veiligheid in het geding was. Ze hadden doodsbedreigingen gekregen, anoniem maar ook uit eigen gelederen, met de mededeling dat ze niet met de premier moesten praten.
NOS