Het paradijselijke CuraƧao is het toneel van rellen, plunderingen en brandstichtingen. De coronacrisis legt de dieper liggende frustraties over de langdurige economische malaise bloot, en wakkert anti-koloniale sentimenten aan.
Over drie dagen zijn toeristen weer welkom op CuraƧao. Maar wie zit te wachten op een vakantie in Willemstad waar een avondklok geldt en relschoppers wegen blokkeren met brandende autobanden, stenen en flessen gooien, winkels plunderen, gebouwen in de fik steken en politiewagens omver duwen?
Al dagen is het onrustig op CuraƧao. Dat begon woensdag met een manifestatie van een paar honderd boze vuilnismannen en burgers die demonstreerden tegen 12,5 procent korting op hun salaris. Ze bestormden het regeringscentrum Fort Amsterdam en eisen het aftreden van premier Eugene Rhuggenaath en zijn regering.
“Veel mensen op CuraƧao hebben het financieel heel moeilijk en zijn boos”, zegt Amado āBroertjeā Rojer, leider van politieke partij PAN. “Ze zien de politici in de media eindeloos praten en hebben het gevoel dat ze niets voor het volk doen. Dat is de reden dat mensen de straat op gaan. De huidige regering laat te weinig daadkracht zien.”
Voedselhulp
De bezuinigingsmaatregel is het gevolg van de coronacrisis die het toerisme ā de belangrijkste bron van inkomsten ā al maanden stillegt. Duizenden mensen raken hun baan kwijt en zijn afhankelijk van voedselhulp.
Daarnaast gaat de geplande overname van de olieraffinaderij per 1 juli door een buitenlandse investeerder (Klesch Group) niet door. De CuraƧaose overheid betaalt sinds begin dit jaar de salarissen, maar kan dat niet meer opbrengen. Daardoor wordt ongeveer de helft van de ruim 900 medewerkers eind deze maand ontslagen.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zegt dat het bruto binnenlands product (bbp) met 23 procent zal dalen, en de werkgelegenheid met 10 procent. De Centrale Bank van CuraƧao schat dat het begrotingstekort dit jaar oploopt tot 766 miljoen gulden en dat de staatsschuld stijgt tot 90 procent van het bbp. De werkloosheid zal toenemen van 20 naar 60 procent.
Rug tegen de muur
Radicale demonstranten gebruiken de discussie over de lening om van leer te trekken tegen Nederland als voormalige koloniale overheerser. “Ze willen weinig met Nederland te maken hebben en vinden dat de regering niet flink genoeg is tegen de koloniale mogendheid die weer zegt wat ze moeten doen. Antikoloniale sentimenten komen op en worden bespeeld. Maar deze regering, die competent en integer is, heeft geen andere keus en staat met de rug tegen de muur.”
De huidige ongeregeldheden roepen herinneringen op aan 30 mei 1969. Toen stond Willemstad deels in brand door demonstranten die de straat op gingen na een arbeidsconflict bij Shell. Daar speelden dieper liggende frustraties over de slechte economie en achterstelling van de zwarte bevolking een rol.
AD