De pinguïns en zeehonden die leven op het eiland Zuid-Georgië in de Zuid-Atlantische Oceaan, zijn ontkomen aan een natuurramp. De ijsberg A68a, één van de grootste drijvende ijsmassa’s ooit, koerste sinds 2017 af op Zuid-Georgië en de omringende eilanden. Uit nieuwe satellietbeelden van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA blijkt woensdag echter dat de ijsberg vorige week in stukken is gebroken en langs de eilanden zal drijven.
De ijsberg brak in juli 2017 af van het Larsenijsplateau in Antarctica. De schots was toen ongeveer even groot als de provincies Noord-Holland en Utrecht samen. Aanvankelijk bleef hij op zijn plek dobberen, maar begin 2019 raakte de ijsberg op drift en ging hij de open zee op. Half december was de ijsberg nog maar 120 kilometer verwijderd van Zuid-Georgië.
Vorige week ontstond volgens ESA een afsplitsing van 53 kilometer lang en maximaal 18 kilometer breed. Daarna ontstonden nog twee scheuringen. Een van de brokstukken meet 20 bij 9 kilometer en het andere stuk is 30 bij 5 kilometer. De hoofdijsberg is nog 60 kilometer lang en tot 22 kilometer breed en drijft richting het zuiden, weg van Zuid-Georgië.
IJsberg vormde groot gevaar voor dieren op eiland
Zuid-Georgië ligt in het zuiden van de Atlantische Oceaan, ongeveer ter hoogte van het zuidelijkste puntje van Argentinië. Het eiland valt onder Brits gezag en is in principe onbewoond, hoewel er af en toe wetenschappers verblijven.
Als de ijsberg aan de grond was gelopen in de ondiepe wateren bij de eilandengroep, zou de ijsmassa daar tien jaar lang hebben kunnen blijven liggen, doordat hij zo groot is. Voor de vele pinguïns en zeehonden op het eiland kan dat gevaarlijk zijn. Zij kunnen dan mogelijk niet meer naar zee om op voedsel te jagen. Bovendien kan het leven op de zeebodem sterven als de strandende ijsmassa over de grond schraapt.
In 2004 strandde een andere grote ijsberg bij Zuid-Georgia. Aan de kust vonden onderzoekers later veel dode pinguïnkuikens en zeehondenpups.
NU.nl