Een Amerikaans gezin eist een schadevergoeding van 25 miljoen dollar (24,6 miljoen euro) van een Sesamstraat-pretpark in Baltimore. Ze beweren er het slachtoffer te zijn geworden van racisme.
De rechtszaak die het gezin aanspant tegen SeaWorld, de eigenaar van pretpark Sesame Place, draait rond het bezoek dat ze op 18 juni van dit jaar brachten aan dat Sesamstraat-pretpark in het Amerikaanse Baltimore. Ze eisen 25 miljoen dollar voor “alomtegenwoordige en afschuwelijke rassendiscriminatie”, zo staat te lezen in de klacht.
Concreet draait de zaak rond vier medewerkers van het park die – verkleed als personages uit Sesamstraat – Quinton Burns, zijn dochter Kennedi en andere zwarte gasten van het park genegeerd zouden hebben tijdens een meet-and-greetsessie die bewuste dag. „Terwijl diezelfde medewerkers wel heel duidelijk enthousiast omgingen met blanke bezoekers”, staat in de aanklacht.
Oproep
Advocaten van het gezin hebben dat woensdag aangekondigd op een persconferentie. Zij riepen ook op dat andere gezinnen die zich herkennen in het verhaal, zich ook bij hen melden.
De timing lijkt niet toevallig, want eerder deze week dook een video op van twee zwarte meisjes die tijdens een parade in datzelfde park genegeerd worden door de personages. SeaWorld verontschuldigde zich daarvoor en gaf aan dat het zijn personeel opleidingen zal geven om beter om te gaan met dergelijke situaties. Op de rechtszaak heeft het bedrijf nog niet gereageerd.