In Haïti hebben 19.000 mensen in Cité Soleil, een van de grootste sloppenwijken in de hoofdstad Port-au-Prince, het vijfde en hoogste niveau van voedselonzekerheid bereikt. Daarmee is sprake van een humanitaire ramp, zo waarschuwde het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties vrijdag.
Uit het rapport van de WFP blijkt dat 4,7 miljoen mensen in Haïti geconfronteerd worden met een acute voedselonzekerheid. Zowat 1,8 miljoen mensen onder hen bevinden zich in een noodtoestand, zo lichtte Jean-Martin Bauer, directeur van het WFP in Haïti, vrijdag toe. Die cijfers stegen de afgelopen zes maanden.
Bauer spreekt over een toename van 200.000 mensen in acute voedselonzekerheid en een half miljoen mensen in noodtoestand. “Dat betekent dat zij waarschijnlijk maar een maaltijd per dag hebben en er geen eiwitten, verse groenten of andere essentiële voedingsstoffen zijn die mensen nodig hebben om te overleven.”

Blokkade
Mede aan de basis van de hongersnood ligt een blokkade van een belangrijke brandstofterminal door criminelen. Een coalitie van bendes verhindert immers al meer dan een maand de distributie van diesel en benzine uit protest tegen een plan om de brandstofsubsidies te verlagen. Het meeste vervoer is stilgelegd en plunderingen en schietpartijen door bendes worden steeds gebruikelijker. Het bendegeweld heeft de hoofdstad bijgevolg afgesneden van het zuiden van het land, waar het voedsel wordt geproduceerd. Dat leidt tot toegenomen voedselonzekerheid.
Het verslag toont dat “de ernst en de omvang van de voedselonzekerheid verergert” in Haïti, dat nu “geconfronteerd wordt met een humanitaire ramp”, aldus Bauer. Het is “de eerste keer in Haïti” dat het vijfde niveau van de voedselonzekerheid bereikt wordt, liet hij weten.
Langdurige oorzaken
Haïti kampt al jaren met politieke instabiliteit en criminele bendes en wordt nu ook geteisterd door een cholera-uitbraak en een hoge inflatie. Sinds het in september een prijsverhoging van benzine aankondigde, vonden er rellen, plunderingen en demonstraties plaats tegen premier Ariel Henry.
“Terwijl we de huidige symptomen aanpakken van de meervoudige crises waar Haïtianen mee te maken hebben – de veiligheid en de brandstofcrisis crisis – moeten we er ook voor zorgen dat we investeren in de langdurige, onderliggende oorzaken, zoals straffeloosheid en corruptie”, zegt Ulrika Richardson, de hoogste humanitaire VN-functionaris in Haïti.
VN-secretaris-generaal António Guterres riep de internationale gemeenschap op 9 oktober op om troepen te sturen naar Haïti ter ondersteuning van de strijd tegen de criminele bendes. Daags nadien demonstreerden duizenden Haïtianen tegen de regering en haar oproep tot buitenlandse hulp om de endemische onzekerheid, humanitaire crisis en groeiende cholera-epidemie aan te pakken.


