De Rechtbank van Rotterdam heeft een verdachte tot een gevangenisstraf van zes dagen veroordeeld voor het beledigen van homoseksuelen. Dit zou de man op 21 januari 2023 hebben gedaan via een luidspreker. De verdachte heeft in het centrum van Rotterdam via een microfoon in het Engels geroepen, dat alle homoseksuelen en lesbiennes naar de hel zullen gaan en dat hun ouders de kinderen geen goede opvoeding hebben gegeven. Vandaar dat zij homoseksueel en lesbienne zijn geworden.
Ook riep hij dat de LHBTIQA – personen (lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, intersekse, queer en aseksueel) in de hel zullen branden. “God heeft ze niet zo gemaakt en zij mogen ook niet zo rondlopen”, aldus de verdachte.
De Rechtbank vindt het bewezen dat de verdachte door via een microfoon te schreeuwen willens en wetens het risico heeft aanvaard dat die uitlatingen een negatief beeld over homoseksuelen zouden oproepen. De verdachte was zich bewust van het beledigend karakter van zijn uitlatingen waarin hij aangeeft dat het woord van God pijnlijk en confronterend is en dat hij achter zijn uitlatingen staat.
Ook zijn stelling dat zij niet goed opgevoed zouden zijn door hun ouders is beledigend, omdat elk wetenschappelijk onderzoek daartoe ontbreekt. Zijn verweer dat hij niet discrimeerde, maar het woord van God predikte met verwijzing naar 1 Korinthe 6 vers 9 t/m 11 en naar de Bijbel wordt verworpen, omdat de verdachte tijdens het doen van de uitlatingen geen Bijbel bij zich had en ook niet aangaf, dat hij uit een van de teksten van de Bijbel citeerde.
Hij sprak niet in een kerkdienst of een andere godsdienstige bijeenkomst, waarin over de uitleg van Bijbelse teksten van gedachten werd gewisseld. De rechtbank vindt dat de uitlatingen van de verdachte geen bijdrage leveren aan een geloofsopvatting.
Concluderend komt de Rechtbank tot het wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit namelijk het zich in het openbaar mondeling opzettelijk beledigend uitlaten over homoseksuelen wegens hun homoseksuele gerichtheid. Vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting zijn een groot goed, maar kennen ook grenzen. Die grenzen heeft de verdachte overschreden en zich onnodig grievend uitgelaten over homoseksuelen wat zeer kwetsend is voor homoseksuelen.
Het onnodig kwetsen van anderen past niet in een samenleving, waarin iedereen ongeacht ras, geaardheid, godsdienst of geloofsovertuiging zich veilig moet kunnen voelen en zichzelf moet kunnen zijn. Dat laatste is nog steeds niet overal zo in ons land (lees Nederland) en gedrag als dat van de verdachte kan zulks verergeren.
De op te leggen straf dient de verdachte duidelijk te maken dat de samenleving de uitlatingen van hem veroordeelt. Ook dient deze straf in het algemeen en ook voor de verdachte persoonlijk een preventief effect te hebben, omdat hij in het verleden kennelijk al vaker met dit gedrag is opgemerkt, gezien zijn strafblad, maar daarmee doorgaat, aldus de Rechtbank.
Daarnaast is er niet gekozen om aan de verdachte een boete of taakstraf op te leggen, omdat hij niet in staat is dat te betalen. Ook is hij een vreemdeling zonder een geregistreerd adres wat resulteerde tot een gevangenisstraf van zes dagen onvoorwaardelijk.