In het zuiden van Syrië lijkt het nieuwe staakt-het-vuren stand te houden. Journalisten van internationale persbureaus en getuigen melden dat er zondag geen gevechten zijn geweest.
De wapenstilstand ging zaterdag in, maar daarna werd nog geweervuur gehoord in Sweida. Die stad, waar veel druzen wonen, was een week lang het middelpunt van de gevechten tussen druzen en bedoeïenen, waarbij al snel ook het regeringsleger betrokken raakte.
Volgens de Syrische minister van Binnenlandse Zaken zijn de bedoeïenenstammen uit Sweida vertrokken en zijn de gevechten voorbij. “Daarmee is de weg vrij voor een gevangenenruil en kan de stabiliteit in de hele regio weer terugkeren.”
Wegen bewaakt
Ook het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR), dat vanuit Engeland de situatie monitort, meldt dat er sinds gisteravond laat “een voorzichtige rust” heerst in Sweida.
Na het vertrek van de bedoeïenen hebben de druzen de stad weer overgenomen. Om te voorkomen dat het opnieuw uit de hand loopt, worden belangrijke wegen in het gebied bewaakt door regeringstroepen.
De afgelopen week werd twee keer eerder melding gemaakt van een staakt-het-vuren, maar dat werd al snel weer geschonden. Het geweld heeft aan zeker honderden mensen het leven gekost. Het SOHR spreekt inmiddels van ruim 1100 doden.
Tekort aan voedsel
Hulporganisatie Rode Halve Maan zegt dat ook het eerste hulpkonvooi de regio heeft bereikt. De 32 vrachtwagens hebben voornamelijk voedsel, water en medicijnen naar het gebied vervoerd.

Die hulp is volgens inwoners hard nodig. Ze maken melding van verwoeste huizen, een tekort aan voedsel en ziekenhuizen die de slachtoffers nauwelijks aankunnen. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie van de VN zijn ruim 128.000 mensen ontheemd geraakt.
Ook wordt melding gemaakt van grove mensenrechtenschendingen, door zowel het Syrische leger als druzen. Zo is op geverifieerde beelden te zien dat mannen in burgerkleding worden geëxecuteerd op een centraal plein in Sweida. Ook staat vast dat er plunderingen zijn uitgevoerd.
Israëlische bombardementen
Het geweld escaleerde een week geleden na een dodelijk conflict tussen druzen en bedoeïenen, waarop het Syrische leger besloot in te grijpen. Daarop werd door de druzen wisselend gereageerd. Een aantal druzische milities ging de strijd aan met het leger.
Vervolgens mengde Israël zich in de strijd, door bombardementen uit te voeren op het leger. Die waren volgens premier Netanyahu deels bedoeld om de druzen te beschermen. Ook wil Israël zo voorkomen dat het Syrische leger zich te dicht bij de Israëlische grens ophoudt.
Nederland wil onderzoek
Nederland wil dat er een onderzoek komt naar het geweld van de afgelopen week. “De daders mogen niet ongestraft blijven”, schrijft demissionair minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken op sociale media. Hij gaat zich in Europees verband hard maken voor zo’n onderzoek. “Alle gemeenschappen in Syrië verdienen bescherming.”