De politieke wojo oftewel markt is er nog nooit zo heftig aan toe geweest als heden. De verkiezingen zijn om de bocht, iedereen begint te vissen, of beter gezegd in andermans vijvers of in eigen vijver. De een beweert van een rode politieke kleur te zijn, de ander weer geel, groen of oranje en vervolgens is iedereen maar toch paars. Of het nou zwart of wit is, paars blijft in opmars volgens de huidige Idos-peilingen.
Als men nu alle politieke kleuren met elkaar letterlijk mengt, komt er een ongekende onsmakelijke kleur uit die ver van onze regenboog afwijkt. De vraag die gesteld kan worden is wat zeggen die kleuren over de partij en de mensen zelf? Wat voor reden het ook mag zijn, het gaat allemaal om belangen en om macht. Politiek is nou eenmaal een keiharde business. Al wilt u niet bemoeien met politiek, de politiek gaat zich altijd met u bemoeien.
In het begin van dit jaar zijn er diverse nieuwe politieke partijen geproclameerd. Om precies te zijn gaat het om drie partijen: Partij voor Integriteit, Nationale Motivatie en Gelijke Kansen (PING) , Partij voor Democratie & Ontwikkeling (PDO) , Progressief-Verheffende Partij (PVP) en de naamloze partij van vakbondsleider Ronald Hooghart.
Welke nieuwe partijen volgen nog? Wat zijn de voorwaarden? En is dit een gezonde ontwikkeling voor een klein land als Suriname en met ongeveer 550.000 inwoners? Volgens sommige politieke leiders hebben zij publiekelijk aangegeven dat zij geen moeite hebben met de uit de grond gestampte partijen, want dat druist niet in tegen de grondwet en we leven nu allemaal in een democratische rechtsstaat. Samenwerking en onderhandeling zijn nog altijd welkom volgens sommigen, maar weer anderen willen liever solo.
Met de dag naar de verkiezingen toe wordt de politiek alleen maar interessanter. Opvallend is dat Chinezen meedingen in kernen en besturen van bestaande politieke partijen. Het lijkt een trend te zijn om door ontevredenheid en teleurstellingen van de vorige, huidige regering en alle regeringen bij elkaar om met een eigen politieke partij te beginnen, want dat schijnt de juiste oplossing te zijn.
Men wil gaan inspelen op wat de andere politieke partijen niet in hun verkiezingsprogramma hebben opgenomen en of links hebben laten liggen. Net als het Engelse gezegde “If you can’t beat them, join them”. Het wordt omgekeerd nu:” If I can’t join them, beat them”. Dus over samenwerking valt er niet veel te zeggen, want anders zijn ze niet hun eigen gangetje gegaan.
Wie weet volgen er nog meer schapen over de dam. Straks komt Snesi Partij Suriname (SPS), Partij voor de Vrouwen (PVV), Partij voor de Dieren en Natuur (PDN) en de laatste maar niet de minste de partij van de rose beweging Suriname (PRS). Wat ik persoonlijk wil opmerken is dat deze laatste vier groepen zwaar ondervertegenwoordigd zijn in de samenleving en dat geen enkele bestaande politieke partij het lef heeft hen serieus te nemen. Terecht of onterecht, dit moet een eye opener zijn. Hoe men het draait of keert de politieke wojo blijft nog altijd open, voor een ieder wat wils en niets is onmogelijk in Suriname.
Assembleelid Noreen Cheung (NDP)