Op donderdag 11 december mocht ik voor het eerst een TEDtalk houden. Mijn onderwerp was verpakt in een retorische vraag: āDo I love Corruption?ā Ik heb geprobeerd zo helder mogelijk neer te zetten hoe corruptie ons universeel vertrouwen schaadt. De financiĆ«le wereldcrisis van 2008 was volgens mij niets anders dan een morele crisis. Het ging om leiders die door hebzucht gedreven, onverantwoorde risicoās namen en velen in grote ellende stortten.
Bedrijven van naam als Lehman Brothers, Marconi, KPMG, Enron, World Com, Parmalat, Arthur Andersen, kwamen in grote problemen en de economie van verschillende landen schudde op haar grondvesten. Wellicht zegt u, er staan geen namen van Surinaamse bedrijven bij en in Suriname hebben we er niets van gemerkt. Toch staan wij er niet goed voor als het gaat om corruptie, fraude en belastingontduiking.
Op de Corruptie Perceptie Index 2014 van Transparency International (TI) staat ons land op plaats nummer 100, op een lijst van 175 landen. Het land op de eerste plaats is, volgens het onderzoek, het minst corrupt terwijl nummer 175 als meest corrupt bekend staat. Naast de plek op deze lijst krijgen de landen ook een score tussen 0 en 100. Hoe hoger de score, hoe beter het met het land gesteld is wat betreft bestrijding van corruptie. Suriname scoort evenals China 36, en dat is al enkele jaren achtereen het geval. Het schiet bij ons dus niet op als het gaat om voorkomen en bestrijden van corruptie.
Het begrip tyuku is alom bekend en velen hebben een ervaring op dit vlak. Hetzij als gever of ontvanger van een tyuku. Een derde optie is dat je het van nabij meemaakte, zonder zelf direct betrokken te zijn. Concreet leert de uitslag van TI ons dat het slecht gesteld is met ons land en dat de overheid er niets aan doet om tot verbetering te komen. Misschien vragen sommigen zich af waarom we ons hier druk over moeten maken. Het antwoord is niet zo moeilijk. Doordat miljoenen Surinaamse dollars, die besteed zouden kunnen worden aan verbetering van ons onderwijs, achterstanden van grote groepen in onze samenleving weg te werken, (betere) huisvesting voor velen, betere ondersteuning van mensen met een beperking, (betere) sportaccommodaties, bestrijding van armoede, verbetering van onze infrastructuur, in handen, zakken en op bankrekeningen van personen terecht komen, die dat absoluut niet verdienen.
Er zijn bedrijven die extra bedragen toevoegen aan het eigenlijke bedrag om tyuku vragenden en tyuku zoekenden tevreden te stellen. Hierdoor worden kosten onnodig opgeschroefd. Sommigen redeneren: ach, als wij het honderdste land op de lijst zijn van TI, dan betekent het dat er nog 75 landen zijn waar het veel erger is. Kromme redenering natuurlijk. Het streven zou juist moeten zijn ons op te trekken aan landen als Barbados, Bahamas, St. Vincent, St. Lucia, die het allen veel beter doen. Een recent onderzoek van de organisatie Global Financial Integrity (GFI) toont aan dat ontwikkelingslanden steeds meer geld verliezen door corruptie, fraude en belastingontduiking. Het bedrag dat verloren gaat, is elf keer hoger dan wat armere landen jaarlijks ontvangen aan hulpgelden. In Illicit Financial Flows from the Developing World: 2003-2012 blijkt dat het om een bedrag van Ć©Ć©n biljoen US dollar gaat.
Het vervalsen van facturen, is een van meest voorkomende manieren om te frauderen. Een voorbeeld is dat van een importeur in Kameroen, die geld uit het land wilde smokkelen. Hij vroeg een buitenlandse leverancier goederen te sturen en de rekening met twintig procent te verhogen. Nadat het bedrag was overgemaakt, zette de leverancier de extra betaalde twintig procent voor de Kameroener op een buitenlandse rekening. In Suriname kan en moet het beter.
Ik schrijf dit bewust aan het begin van het nieuwe jaar. Een nyun denki moet zich meester van ons maken. Dat vraagt van u en mij om een serieuze keus tot verantwoord en correct handelen. Wie van Suriname houdt gaat voor het algemeen belang en welzijn voor allen. Voorkomen en bestrijden van corruptie kan daarbij een enorme bijdrage aan leveren. Voor wie zegt: āMaar dati no kanā, plaats ik een gedicht dat mijn overleden vader ons als kinderen heeft ingeprent.
Als het niet kan, dan kan het niet zo hoor ik al de dagen van flauwerds en van tragen. Maar ik, ik haat dat laffe lied en zo mijn God mij de kracht wil gunnen dan zeg ik wat er ook geschiedt: āHet moet kunnen.ā
Aan u allen een corruptievrij 2015 toegewenst
Carl Breeveld
Voorzitter van de partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE)
DOE-fractieleider