Dit is een extra column naar aanleiding van de uitspraak van de krijgsraad over het 8-decemberproces. De uitspraak is een nieuwe stap in een langlopend conflict. Daarom is het belangrijk om een goede analyse te maken van deze stap en wat het betekent voor Suriname.
Sinds 25 februari 1980 is Suriname onderworpen aan politiek geweld, dat wil zeggen dat politieke conflicten met geweld zijn uitgevochten. 8 december en de Binnenlandse Oorlog hebben de meeste slachtoffers geëist. In totaal gaat het om minstens 450 doden, waarvan het aandeel van 8 december 15 (drie procent) is.
De drijvende kracht achter deze confrontatie is Nederland. In Columbia heeft Nederland drie miljoen euro gedoneerd om het vredesproces daar te steunen. In Zuid-Afrika heeft het geld gegeven voor waarheid en verzoening. In Suriname heeft Nederland de Binnenlandse Oorlog gefinancierd met 31 miljoen Nederlandse gulden. Nederland heeft zijn steunpunten in Suriname en stimuleert confrontatie in plaats van vrede en verzoening in haar ex-kolonie. Het gaat om een historische wrok, waarbij de vroegere kolonisator niet kan accepteren dat haar ex-kolonie zich in vrijheid en vrede kan ontwikkelen.
Het Surinaamse volk staat op een kruispunt in zijn geschiedenis. Welke kant willen we op: richting vrede en herstel van de rechtsstaat als afsluiting van een historische fase van politiek geweld of richting verdere confrontatie, ondermijning van de rechtsstaat en een voortzetting van politiek geweld? Tegen deze achtergrond moeten we naar de uitspraak van de krijgsraad kijken. Laten we een paar vragen stellen en beantwoorden.
Vraag 1: Is de beslissing van de krijgsraad een versterking of een ondermijning van de rechtsstaat?
In de klassieke westerse opvatting van de rechtsstaat (er zijn andere opvattingen mogelijk) is er een scheiding van machten. De wetgevende macht (het parlement) maakt wetten. De uitvoerende macht (de regering) voert die wetten uit. De rechterlijke macht spreekt recht op basis van de wetten die het parlement heeft aangenomen. De rechters kunnen dus niet de wetten van het parlement naast zich neerleggen en eigen wetten en regels maken. Als het parlement bepaalt dat je niet door rood licht mag rijden, dan kan de rechter niet bepalen dat dat wel mag en de uitspraak van het parlement naast zich neerleggen. Als het parlement bepaalt dat de maximum snelheid van auto’s in de stad 50 km per uur is, dan kan de rechter niet op eigen houtje bepalen dat het 40 km per uur moet zijn.
Dat is de kern van de rechtsstaat. De onafhankelijkheid van de rechter betekent niet dat de rechter eigen wetten en regels kan maken.
Suriname heeft sinds 1980 drie amnestiewetten aangenomen. De wet met de meest radicale artikelen was niet van Bouterse uit 2012, maar van de Frontregering uit 1992. De wet uit 2012 is gebaseerd op de wet van 1992. Die wet geeft in artikel 3.b aan wat de gevolgen zijn voor personen die aangeklaagd zijn: “Indien het betreft personen, tegen wie de zaak bereids ter terechtzitting aanhangig is gemaakt, de bevoegdheid tot strafvordering te hunnen aanzien vervalt, de rechter voor wie de zaak aanhangig is, onmiddellijk de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie zal uitspreken en, indien de verdachte zich in detentie bevindt diens onmiddellijke invrijheidstelling zal bevelen; ook het Openbaar Ministerie is tot die invrijheidstelling bevoegd.”
Let op! In het 8-decemberproces heeft het Openbaar Ministerie (OM) aangegeven niet ontvankelijk te zijn, maar volgens de wet had de krijgsraad dat moeten doen! In plaats daarvan zegt de krijgsraad dat het OM de wet naast zich neer moet leggen.
Een onafhankelijke rechter zou op basis van deze wetgeving dus het proces moeten stopzetten als ze de rechtsstaat zou respecteren. Maar de rechters van de krijgsraad (Cynthia Montnor-Valstein, Suzanna Chu en Rewita Chatterpal) zijn geen onafhankelijke rechters. Ze laten zich niet leiden door de wet, maar door hun politieke opvattingen. Ze leggen de wet naast zich neer. Daardoor verliezen ze hun rechterlijke onpartijdigheid en dat is een ondermijning van de rechtsstaat. De oppositie is hypocriet als ze stelt dat de Amnestiewet van 2012 niet moet worden gerespecteerd, want het gaat om een wet die zij zelf in 1992 hebben gemaakt en in 2012 vervolgens alleen is aangepast met betrekking tot de looptijd van de wet.
Vraag 2: Welk effect zal de beslissing hebben op de politieke ontwikkelingen in Suriname?
De beslissing van de krijgsraad staat niet los van andere politieke ontwikkelingen in Suriname. In 2015 heeft Suriname democratische verkiezingen gehouden. Kort daarna is de economische crisis in volle hevigheid losgebarsten. Suriname maakt moeilijke tijden mee.
In een rechtsstaat bepalen wetten en regels hoe een regering ten val wordt gebracht. Of ze verliest haar meerderheid in het parlement of ze zit haar termijn uit en is verplicht om na vijf jaar verkiezingen uit te schrijven. Maar in een economische crisis is er begrijpelijkerwijs veel ontevredenheid. Dat biedt de basis voor sociale en politieke onrust: demonstraties en stakingen. Onder normale omstandigheden zijn dit normale uitingen van de kracht van een rechtsstaat. Onder omstandigheden van een economische crisis in combinatie met politieke spanningen steekt het spook van politiek geweld weer de kop op.
Je ziet namelijk hoe allerlei krachten ogenschijnlijk onafhankelijk van elkaar, maar in werkelijkheid goed afgestemd op elkaar, in beweging komen. De Internationale Commissie van Jokers (ze noemen zich Internationale Commissie van Juristen) steunt de krijgsraad. VHP, die mede-verantwoordelijk was voor de Amnestiewet van 1992, die de basis is van die van 2012, steunt de krijgsraad. En zo zullen de gebruikelijke spelers zich weer roeren.
Waar moet dit naartoe leiden? De slogan “de regering moet naar huis” kan alleen werkelijkheid worden als er een groep in het leger opstaat om een coup te plegen die de regering naar huis stuurt. Daarvoor moet er een klimaat geschapen worden van politieke instabiliteit. En dat is wat er nu in Suriname gebeurt. De uitspraak van de krijgsraad toont aan dat de rechters hun onafhankelijkheid hebben verloren en de wet aan hun laars hebben gelapt en dat draagt bij aan het scheppen van een klimaat van politieke instabiliteit. Het is onvoorstelbaar dat de partijdigheid van de rechters gepresenteerd wordt als onpartijdigheid.
Vraag 3: Hoe voorkom je dat Suriname weer terechtkomt in een spiraal van politiek geweld?
Het begint met een duidelijke eis dat rechters de wet moeten naleven en niet naast zich neer mogen leggen. Als het parlement een wet heeft aangenomen, dan mogen rechters die wetten niet negeren. De rechterlijke macht mag niet politiek handelen, maar moet onpartijdig zijn. Die eis moet gesteld worden aan de rechterlijke macht om te voorkomen dat ze gaan handelen als politici in toga.
Het is nu de vraag wat het Openbaar Ministerie gaat doen. Het OM heeft aangegeven dat het de wet wil volgen en de auditeur-militair de opdracht heeft gegeven om geen requisitoir te houden. Houdt het OM zijn rug recht, of gaat het onder druk van de oppositie en de Nederlandse ambassade (die visums verstrekt als ze familie in Nederland wil opzoeken) toch zijn standpunt veranderen. Ongeacht zijn besluit is het duidelijk dat de krijgsraad gekozen heeft voor een politieke confrontatie om toe te werken naar een politieke uitspraak: Bouterse moet hangen. Ik vrees dat zelfs als het OM besluit om de zaak te stoppen, de rechters gewoon een uitspraak willen doen, hoewel het juridisch niet kan, maar wel omdat het politiek noodzakelijk is. En zo breng je Suriname voor een langere periode in een situatie van politieke instabiliteit en gevaar voor politiek geweld.
Wat gebeurt er met rechters die de wet aan hun laars lappen? In Nederland is onlangs een rechter ontslagen, omdat zij niet naar behoren functioneerde. Wie bepaalt in Suriname wat er gebeurt met rechters die niet naar behoren functioneren en de wetten aan hun laars lappen?
Vraag 4: Wat is de rol van maatschappelijke organisaties?
Suriname zit op een kruispunt in zijn geschiedenis. Nu is de tijd om te kiezen waar je staat. Wil je dat het Surinaamse volk zijn problemen oplost via dialoog of wil je dat die problemen escaleren in confrontatie?
Kies je voor dialoog, dan kunnen maatschappelijke organisaties niet aan de kant blijven staan. Ze moeten zich uitspreken over de vraag of rechters de wet naast zich neer mogen leggen. Als ze partijdigheid presenteren als onpartijdigheid, dan kiezen ze confrontatie. Als ze erkennen dat een rechter niet eigen wetten mag maken en dus partijdig mag zijn, dan moeten ze een voorstander zijn van om de weg van confrontatie te verlaten en de rechtszaak stop te zetten.
We zullen zien hoe dit proces zich ontwikkelt. Ik ben teleurgesteld in met name één belangrijke maatschappelijke organisatie: C-47.
C-47 droeg vroeger de naam “Progressieve Vakcentrale C-47”. Haar geschiedenis is geworteld in de antikoloniale en anti-imperialistische beweging. Derby was zich altijd bewust van de rol van buitenlandse krachten in de Surinaamse samenleving. Dat bewustzijn lijkt te zijn verdwenen bij C-47. Ze is nu in alliantie met krachten, waar ze vroeger nooit mee zou optrekken. Wat is er gebeurd met al die antikoloniale en anti-imperialistische kaders uit de tijd van Derby?
Eén ding is duidelijk. Het Surinaamse volk moet kiezen: zal de oplossing van politiek geweld lopen via dialoog en verzoening of via confrontatie, waaronder rechtszaken. Een tussenweg is er niet. Iedereen moet zelf die keuze maken en daarnaar handelen. Daarom is een maatschappelijke discussie over de vraag of rechters boven de wet staan zo belangrijk.
Sandew Hira