De grootste verrassing van de afgelopen week was bisschop Karel Choennie. Vorige week schreef ik naar aanleiding van zijn oproep tot een gebed op 8 februari: “Het zou zo maar kunnen dat we in een traject komen waarin het bisdom daadwerkelijk de uitdaging aanneemt om het traject van dialoog en verzoening op te pakken. Je weet het maar nooit, want Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.”
En werkelijk: Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Tot nu toe was mijn beeld van bisschop Choennie die van pater Choennie. De strijder die een belangrijke rol speelde in de 8-decembergroep en steeds gericht was om menselijk leed te monopoliseren, het leed van andere slachtoffers en nabestaanden weg te drukken en een weg van confrontatie en polarisatie te volgen. Ik verwachtte dat de preek van 8 februari in die lijn zou zijn en had een hele kleine hoop dat het misschien anders zou kunnen zijn.
Ik las en luisterde naar de speech van vicaris-generaal Esteban Kross namens het bisdom. Als je de speech leest, krijg je niet de volledige boodschap. Je moet kijken naar de persoon van Kross. Aan de body language kun je zien of hij oprecht is. En ik had het gevoel dat daar een man stond die sprak uit de grond van zijn hart. Dan ga je ook anders luisteren naar zijn woorden.
De preek ging over drie principes: recht, eerlijkheid en barmhartigheid.
Over recht: “U mag de rechtsgang niet beïnvloeden en niet partijdig zijn.” Wie is “u”? Als je tegen waarheidsvinding en verzoening bent, dan zeg je: “u=Bouterse”. Maar als je voor waarheidsvinding en verzoening bent, dan kan “u” ook zijn: Nederland, de politieke krachten die tegen waarheidsvinding en verzoening zijn. Die krachten beïnvloeden het rechtssysteem zodanig dat rechters lak hebben aan de rechtsgang en het rechtssysteem. Ze gaan doodleuk op de stoel van de wetgever zitten en maken hun eigen wetten en regels. Ze zijn partijdig en worden beïnvloed door politieke krachten, waardoor een rechtszaak een politiek proces is geworden. Hun uitspraak ligt vast: Bouterse moet hangen. De datum wordt steeds verschoven, maar de rechters en het Hof van Justitie hebben hun politiek besluit al genomen en proberen de zaak te leiden naar die uitspraak en daardoor naar een verdere polarisatie in de Surinaamse samenleving. De regisseurs hiervan zitten op het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en hun acteurs in Suriname: de Nederlandse ambassade en hun volgelingen. Dat is mijn beeld van de huidige situatie. Ik hoop dat dat niet klopt.
Als het bisdom zegt: “U mag de rechtsgang niet beïnvloeden en niet partijdig zijn,” dan moet je dat uitleggen tegen de achtergrond van de functie van het recht. Is het recht gericht op de bevordering van politieke belangen of op het vinden van oplossingen voor grote problemen in de samenleving?
Het bisdom legt een verband tussen recht en waarheidsvinding: “Als wij in de concrete situatie van Suriname zouden willen dat we gewoon niet meer moeten spreken over wat er in de jaren tachtig gebeurd is aan geweld, lijden en dood, dan zal dat gewoon niet lukken, omdat God de waarheid toch naar boven zal doen komen en het recht toch aan het licht zal doen komen. Waarom? Omdat recht en waarheid nu eenmaal onlosmakelijk deel zijn van de kosmische realiteit, van de kosmische orde die in God de Schepper haar oorsprong en haar fundamenten heeft. Daarom zullen waarheid en recht niet te stuiten zijn.”
Dit kun je lezen als een terechtwijzing van al die mensen die gemobiliseerd hebben tegen het gesprek van mij en Bouterse in het kader van waarheidsvinding. Waarom ben je tegen het gesprek als onderdeel van waarheidsvinding? Waarom mag je niet de andere kant van het verhaal horen? Wat doe je met het gegeven dat sommige slachtoffers van 8 december inderdaad betrokken waren bij een coup? De nabestaanden van 8 december willen een juridisch verbod om hierover te praten. Stel je voor. Ze willen een verbod om onderzoek te doen naar feiten die ze niet leuk vinden. Ze willen dat je niet meer mag spreken over coupplannen rond 1982 en als je dat doet, dan moet je in de gevangenis belanden.
Op 29 augustus 2014 hebben Gaetano Best en Hugo Essed namens 59 nabestaanden van de 8-decemberslachtoffers zich gewend tot de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Zij vragen een dertiental voorzieningen, waaronder intrekking van de amnestiewet van 2012 (en niet van de twee eerdere amnestiewetten) en een éénmalige subsidie van 2,5 miljoen Amerikaanse dollar van de regering van Suriname aan de Organisatie van Gerechtigheid en Vrede (OGV). Die 2,5 miljoen Amerikaanse dollar moet uit de staatskas aan de OGV gegeven worden. Dat is niet mis. De meest opmerkelijk eis was: “Een juridisch verbod op de lasterlijke aantijgingen dat de 15 slachtoffers van de decembermoorden een tegencoup aan het beramen waren.”
Is de kritiek van het bisdom dat we “gewoon niet meer moeten spreken over wat er in de jaren tachtig gebeurd is” een kritiek op de nabestaanden van 8 december en specifiek op Gaetano Best en Hugo Essed?
Over eerlijkheid zegt het bisdom: “Eerlijkheid hangt nauw samen met waarheid en met liefde voor de waarheid. Eerlijkheid heeft te maken met rechtschapenheid, met geen dingen doen die het daglicht niet kunnen zien. Eerlijkheid heeft te maken met oprechtheid, met doorzichtig zijn in je handelen, in je denken en doen.”
Is dit een terechtwijzing van mensen als Hugo Essed en Theo Para die leugens verkondigen over mij zonder enige bewijsvoering. Ik zou omgekocht zijn en dik betaald worden. Ik heb de dialoog met Bouterse vooraf als een spelletje in elkaar gezet. Veel leugens. Geen bewijzen. Geen eerlijkheid. Zijn de woorden van de bisschop ook tegen hen gericht?
Vervolgens spreekt hij over barmhartigheid “dat verlangen van Gods liefde om toch te willen komen tot verzoening, tot een herstel van verbondenheid en tot nieuw leven met nieuwe kansen.”
En de meest opmerkelijke passage is over de balans tussen recht, eerlijkheid en barmhartigheid gekoppeld aan het doorbreken van het monopoliseren van leed zoals dat 35 jaar lang is gebeurd: “Het zou geen recht doen aan de realiteit van personen die uit dit leven ten onder gingen in geweld en vijandigheid, die van 8 december 1982, maar ook die van vele andere momenten van geweldpleging in die periode. Het zou ook geen recht doen aan het stille lijden van vele Surinamers, die slachtoffers werden van geweld in dorpen van ons binnenland, maar het zou ook geen recht doen aan het stille lijden van Surinamers die zonen, broers of vaders in het leger hadden en die door het geweld innerlijk zijn verminkt of die nooit meer levend terugkwamen. Het zou geen recht doen aan de vertwijfeling van vele militairen en leden van commando’s en andere gewapende groepen, of hetgeen zij moesten doen of uit zichzelf deden uiteindelijk wel echt te rechtvaardigen is in Gods ogen. Maar ook dit: het is geen goed antwoord op het geestelijk spirituele lot van alle slachtoffers én alle daders, want het kwaad dat een mens zaait, is niet zomaar weg, omdat je er niet meer over praat of het doodzwijgt.”
Hier is eindelijk de erkenning die decennialang is uitgebleven. Het gaat niet alleen om de drie procent van de slachtoffers; het gaat om de volle honderd procent. Dit kan een historische doorbraak zijn die bisschop Choennie kan plaatsen in de voetsporen van de legendarische bisschop Romero van El Salvador die zijn leven heeft gegeven voor vrede en verzoening.
Of het daadwerkelijk een historische doorbraak wordt, is afhankelijk van de vraag of de woorden uit de preek in daden worden omgezet en het bisdom concrete stappen gaat ondernemen op het gebied van dialoog en verzoening. Ik zou het graag willen zien als een handreiking.
En die handreiking van het bisdom zou beantwoord moeten worden met een positieve houding en actie van een ieder. In het verleden heb ik felle kritiek gegeven op de 8 decembergroep inclusief pater Choennie als deel van de polemiek over politiek geweld. Hoe ga je vanuit die sfeer van polarisatie en confrontatie naar vrede en verzoening? Als je om de tafel gaat zitten, dan heb je kans dat de één zegt: “Jij hebt me zo en zo aangevallen” en de ander zegt: “Jij hebt me voor dit en dat uitgemaakt.” Als je dat blijft herhalen, kom je geen stap verder. Je moet durven om te zeggen: “Laten we een punt zetten achter de kritiek op elkaar en proberen om samen een andere sfeer creëren. Laten we in alle eerlijkheid elkaar in de ogen kijken en zeggen dat we met elkaar van mening mogen verschillen, maar dat we dat met respect voor elkaar kunnen doen.” Naast meningsverschillen hebben we grote overeenkomsten: de noodzaak tot verwerking van pijn, de noodzaak van recht, eerlijkheid, barmhartigheid en verzoening.
Een sfeer voor een open en eerlijk gesprek waarin je dingen tegen elkaar kunt zeggen die niet leuk zijn, maar dat toch op een respectvolle manier kan doen. Een sfeer die maakt dat je kunt kijken naar wat je bindt en niet alleen naar wat je verdeelt.
De preek van het bisdom gaat niet alleen over hun standpunten. Het moet ons tot nadenken stemmen over onze standpunten. Het kan het begin zijn van de morele herbewapening waarover hoofdkapitein Henk Finisi van Brownsweg met me sprak toen ik daar was. Het gaat om een verandering van sfeer. Finisi legde me uit wat de betekenis is van het traject van vrede en verzoening dat ik begonnen was. Vroeger kon iemand in het dorp zijn huis verlaten en de deur open laten staan. De dorpsbewoner zou naar het huis gaan en de deur dicht doen om te voorkomen dat honden of katten daarin kwamen. Nu als je weg gaat, zet je tien sloten op je deur om te voorkomen dat er dieven komen. Dat komt door moreel verval.
Een morele herbewapening is nodig en het traject van vrede en verzoening in plaats van wraak en wrok. De handreiking van het bisdom kan een begin van zo een traject zijn. Als dat zo is, dan kan de preek een historische doorbraak betekenen.
Sandew Hira