“De opkomst was lager dan de organisatoren hadden verwacht,” schreef de nieuwswebsite nu.nl over de demonstratie van afgelopen zaterdag in Suriname. “Ze hadden gerekend op 15.000 tot 20.000 mensen.”
Het Dagblad Trouw berichtte: “Voor het eerst in dagen regende het amper. Er waren gratis bussen ingezet om mensen van heinde en verre in Paramaribo te krijgen. En de cruciale wedstrijden van Barcelona en Real Madrid in de Spaanse voetbalcompetitie – mateloos populair in Suriname – staan pas zondagavond op de agenda. Kortom, alles zat zaterdagmiddag goed om een grote mensenmassa bijeen te krijgen op de allereerste protestbijeenkomst tegen het beleid van president Desi Bouterse die door de oppositie was georganiseerd. En toch gebeurde dat niet. De organisatie zei op voorhand te mikken op twintigduizend aanwezigen, in werkelijkheid zakte waarschijnlijk niet eens een kwart van dat aantal af naar Grun Dyari, thuisbasis van oppositiepartij NPS, de Nationale Partij Suriname.”
En inderdaad. Volgens De Ware Tijd hadden de organisatoren bij de politie aangegeven dat ze tussen 15.000 en 20.000 mensen verwachten. De oppositie wilde daarmee laten zien dat een groot deel van het volk achter haar staat. Maar als tussen 2.000-4.000 mensen opkomen, wat zegt dat dan over je draagvlak? Een maand van mobiliseren met alle politieke partijen van de oppositie, de achterban van ‘Wij zijn moe’, de maatschappelijke organisaties die zich solidair hebben verklaard en grote steun vanuit binnen- en buitenland hadden toch veel meer mensen op de been moeten brengen. Dan kun je wel schreeuwen dat de regering de grondwet niet meer moet respecteren en de nieuwe regels van de oppositie moet volgen over regeringswisselingen, maar die regels hebben kennelijk geen draagvlak.
De bijeenkomst is uitgedraaid op een preek voor de eigen parochie. Dat is prima als voorbereiding op de verkiezingen van 2020.
Ik denk dat de organisatoren zagen aankomen dat hun draagvlak in de samenleving niet erg groot is. Eerst was het idee om het André Kamperveenstadion te vullen. Het stadion heeft 6.400 zitplaatsen en op het veld zijn er nog eens 3.000 staanplaatsen.
Het is niet gemakkelijk om het stadion te vullen met 10.000 mensen, bleek uit de hearings die gehouden werden voor de mobilisatie. Het is een pain in the ass geworden. Iedereen moest aangeven met hoeveel mensen ze gaan komen. Ik stel me voor dat DA’91 met een verslag komt: we kunnen honderd mensen brengen, maar vijftig zeggen dat ze het niet zeker weten. Dan komt de SPA. Die heeft een historisch probleem. Ik was één van de mensen die het beginselprogramma van de SPA heeft helpen schrijven. Ik herinner me nog dat we heel blij waren toen Fred Derby ons in 1987 vertelde dat de partij enorm groeide, want 3.500 mensen hadden hun lidmaatschapsformulieren voor de SPA ingevuld. Bij de verkiezingen bleek dat SPA rond 2.700 stemmen kreeg, niet genoeg voor een zetel. Een deel van de eigen leden had niet eens op de partij gestemd! Dus moet je het verslag van de SPA bij de hearing met een korreltje zout nemen: we kunnen tweehonderd mensen brengen, maar we weten het niet zeker. Op de dag des oordeels zullen we het pas weten.
Kortom, de hearings toonden aan dat het stadion niet gevuld kon worden. Het probleem is dat iedereen kan zien of er lege zitplaatsen zijn. Dus kwam men op het idee om de manifestatie op het Onafhankelijkheidsplein te houden. Dat heeft twee voordelen. Al ben je met vijfhonderd man, je kunt doen voorkomen dat je met tweeduizend bent als je met je camera tussen de mensen gaat staan en foto’s neemt. Het tweede voordeel is dat er gekke mensen komen die de politie kunnen provoceren, zodat er arrestaties volgen die je kunt filmen en vervolgens in de internationale media kunt gooien. Als die gekke mensen niet komen, dan kun je ze misschien inhuren. Maar dat kost weer geld en je weet niet zeker of ze hun beloften gaan nakomen. Kortom, het is niet zo eenvoudig om een demonstratie te organiseren die de internationale pers moet halen.
Het plan voor de demonstratie op het plein viel in duigen. Bouterse gooide roet in het eten. Hij ging de boel een beetje pesten. Er is een probleem met de grasmat, dus het kan niet op het plein. Nooit was er een probleem met de grasmat en nu is er plotseling een probleem. Je kunt dan schelden, maar je kunt geen foto in de internationale pers hierover krijgen. Toen was het Kerkplein de volgende optie. En Bouterse ging door met zijn pesterij. Je kunt geen podium bouwen op het plein, want het verkeer gaat vastlopen. Maar ook van deze pesterij kun je geen foto nemen. Bouterse duwt ze naar een leeg André Kamperveenstadion, maar ze willen niet gaan. Uiteindelijk is het Grun Dyari geworden. En die was natuurlijk niet moeilijk te vullen na weken van mobilisatie door de hele oppositie. Dat is wel een stuk minder dan de 15.000-20.000 mensen waar men op gehoopt had.
Somo kwam in de voorbereiding met een idee. Iedereen gaat met maskers demonstreren. Dan kunnen we laten zien dat Suriname een dictatuur is waar je niet vrij mag demonstreren. Het bleek een stom idee te zijn dat hem in grote problemen bracht.
Eerst was het probleem van de financiering. Kijk, als je demonstreert ga je niet naakt. Je hebt altijd een hemd, broek of jurk. Maar niemand heeft thuis een masker liggen om mee te nemen naar een demonstratie. Dus moet Somo voor de maskers zorgen. Die dingen kosten geld. Het hangt natuurlijk af van het masker. Moet het een dodenmasker zijn van rubber zoals die grappenmaker van een ME-agent had? Moet het een anonymous masker van hard plastic zijn? Die maskers kosten als gauw SRD 10 als het niet meer is. Met 10.000 mensen is dat SRD 100.000. Dat is veel geld voor een demonstratie. Nu dacht Somo: laten we hopen dat niet 10.000 mensen komen, maar veel minder. Maar minder mensen, betekent minder succes. Hoe kom je in hemelsnaam uit dit dilemma?
Dan heb je het probleem, dat je wel 10.000 maskers kunt bestellen, maar wie zegt dat mensen ze ook gaan dragen. Wekenlang hebben mensen gedemonstreerd zonder masker. Dat was nooit een probleem. En nu moeten ze plotseling een masker dragen. Kijk, als je ze een zonnebril geeft, dan kunnen ze die nog gebruiken na de demonstratie. Maar wat gaan je buren zeggen als je met een masker thuis komt. Ze gaan je uitlachen. Dus besteed je SRD 100.000 aan maskers en niemand draagt ze. Stel dat je 10.000 maskers bestelt, maar er komen maar 2.000 mensen, waarvan 100 een masker willen dragen. Wat doe je met de resterende 9.900 maskers? Wat een doffe ellende. En dat allemaal om aan te tonen dat Suriname een dictatuur is. Hoe kom je uit deze rotzooi?
Dus bedacht Somo een truc. Je kent die situatie, waarbij iemand een ander uitdaagt en roept: “Hou me vast! Hou me vast, anders ga ik hem slaan!” Maar niemand houdt Somo vast. Dus houdt hij zichzelf vast en zegt: “Ik ga geen maskers uitdelen, want het mag niet van de Politiewet.” Dat is de truc. Je doet voorkomen dat het niet mag van de politie, maar je zegt dat het niet mag van de Politiewet en wel van de Politiestrafwet van 29 november 1915 Artikel 71. Let op. Het gaat niet om de wet van 2015, maar van 1915. Dat is honderd jaar geleden! Ik denk dat ze bij het Korps Politie Suriname gedacht moeten: “Sang, dat wisten wij niet eens. Die ME agent met zijn dodenmasker had een strafbaar feit gepleegd zonder dat de politie het wist!”
Somo laat weten: “Mocht het niet anders kunnen en mensen niet in staat zijn om wat voor reden dan ook de manifestatie niet bij te wonen, dan heeft de partij hiervoor alle begrip.” Anders gezegd: ik verwacht dat weinig mensen gaan komen en dat is niet, omdat ze geen zin hebben, maar omdat ze bang zijn om te komen. Je moet toch iets verzinnen, hé.
Het stomme idee van de maskers om te laten zien dat Suriname een dictatuur is, heeft niet gewerkt. Dus kwam Somo met een nieuw stom idee. Hij daagt de regering uit tot een wedstrijdje demonstreren. Somo: “Laten we kijken wie meer mensen op straat kan brengen: jullie of wij.” Maar een regering moet regeren en de oppositie moet demonstreren. Zo eenvoudig is dat. Een wedstrijdje “wie kan beter demonstreren” zou dan een uiting zijn van groot leiderschap. Kun je niets beters verzinnen?
Dit is het niveau van mensen die een alternatief willen zijn voor de regering. Geen ideeën en voorstellen over beleid. Het is allemaal komedie geworden.
In tijden van crisis wordt leiderschap getest. Als je 3.000-4.000 mensen in Grun Dyari bij elkaar hebt gebracht, dan is dat maar een fractie van het aantal kiesgerechtigden die bij democratische verkiezingen bepaalt wie aan de macht komt. Hoe kun je op basis daarvan volhouden dat daarmee de legitimiteit van een regering in het geding is en de grondwet niet meer moet gelden? Dan hou je andere mensen en jezelf voor de gek.
Ik kan begrip opbrengen voor mensen die demonstreren tegen de effecten van de economische crisis. Het leven is niet gemakkelijk als je het inkomen halveert in reële termen. Welke regering ook aan de macht komt, die heeft hetzelfde probleem: hoe beheers je de overheidsuitgaven, zodat je niet nog meer inflatie krijgt. Daarover zouden oprechte politici moeten praten. Maar er is veel onoprechtheid in de politiek, waardoor de zaak lijkt op een wedstrijd wie hoeveel mensen kan mobiliseren.
Ik redeneer zo: al breng je tien mensen op straat, als dat samen gaat met één goed idee om de crisis aan te pakken, dan zijn die tien mensen al de moeite waard. Als je 20.000 mensen op straat, maar je hebt geen enkel idee van hoe je uit de crisis komt, dan heeft dat weinig waarde. Je denkt dat je druk uitoefent om de regering ten val te brengen. Maar als de regering vasthoudt aan de democratische spelregels, dan heeft die hele mobilisatie totaal geen zin. Uiteindelijk gaat het om beleid.
Als ik het verslag van de speeches van zaterdag bekijk, dan valt één speech me op; die van Brunswijk. Die zei volgens De Ware Tijd: Brunswijk roept op tot een vreedzame oplossing. Hij vraagt het volk om de president de gelegenheid te geven om het mandaat vreedzaam terug te geven. “Maar if a no kang, dan trafasi no de.” Betekent dit dat politiek geweld opnieuw op de loer ligt en de oppositie geweld als optie openhoudt? Gaat de oppositie Venezolaanse toestanden creëren in Suriname en gewelddadige verzet organiseren als Bouterse vasthoudt aan de grondwet? In Venezuela schiet de oppositie op agenten, stichten ze brand in overheidsgebouwen en plegen ze gewelddadige aanslagen. Is dat de betekenis van “Maar if a no kang, dan trafasi no de.”
Die vraag heeft de oppositie met de toespraak van Brunswijk nu zelf op tafel gegooid.
Sandew Hira