Dit is mijn laatste column over de vraag: waarom stemmen we? In de vorige twee afleveringen ben ik ingegaan op de factoren etnische identificatie en vertegenwoordiging, het behartigen van belangen en ideologische oriëntatie. Ik zal nu ingaan op organisatie en leiderschap.
Iedereen kan een politieke partij beginnen als hij of zij denkt dat er mensen zijn die hem of haar willen volgen als politiek leider. Soms kan je je daarin vergissen. Ik herinner me een film van Charlie Chaplin die per ongeluk in een demonstratie belandde van stakende arbeiders. Hij liep vooraan en zag de arbeiders achter hem aankomen. Hij liep harder en harder en sloeg een zijstraat in, maar de arbeiders bleven maar achter hem aankomen. Hij dacht dat ze hem als een leider volgden. Maar ze liepen door toen hij stopte.
In Suriname zijn er demonstraties geweest met Curtis Hofwijks en Maisha Neus als leiders. Mensen liepen achter hen aan, omdat ze boos waren op de regering vanwege de economische ellende. Hofwijks en Neus denken dat de mensen achter hen aanliepen, omdat ze leiding gaven aan de beweging. Al snel bleek dat ze meer op Charlie Chaplin lijken dan ze denken. De gebrekkige response op de vele oproepen van Hofwijks en Neus heeft laten zien dat leiderschap niet betekent aanwezig zijn op het juiste moment en de juiste plaats. Leiderschap begint met een visie op de toekomst die zich onderscheidt van de visie van andere politieke leiders en mensen kunnen inspireren om die visie te volgen. De centrale issue van Hofwijks en Neus is corruptiebestrijding. Maar iedereen vindt dat corruptie niet mag. Ook de corrupte mensen vinden dat corruptie niet mag. Zij zullen de eerste zijn die dat hardop zeggen, terwijl ze het toch doen. Een aansprekende visie ontwikkelen die zich onderscheidt van anderen is politiek leiderschap. Het is niet voldoende om tegen iets te zijn. Je moet aangeven waarvoor je bent en waar je naartoe gaat. Veel politieke discussies in Suriname zijn niet gebaseerd op een bespreking van verschillen in visies, maar is beperkt tot het bespreken van persoonlijkheden en vooral de vraag wat er mis is met de diverse persoonlijkheden in de politiek.
Een visie hebben is een belangrijk deel van leiderschap. Maar dat is niet alles. Leiderschap is mensen inspireren om je visie te volgen en hen te binden in de uitvoering daarvan. Hofwijks en Neus waren twee mensen die vooraan liepen in de demonstraties. Van hen zou je verwachten dat ze samen optrekken en gezamenlijk een nieuw alternatief vormen. Het feit dat ze er niet in slagen om samen op te trekken, zegt al genoeg over hun leiderschapskwaliteiten.
De grote kracht van de NDP ligt in de zwakte van de oppositie. Er is niet één gezamenlijk alternatief tegen de NDP. Er zijn talloze, zowel binnen als buiten het parlement. Leiderschap is mensen binden voor een gezamenlijk traject.
Visie en inspiratie zijn belangrijk, maar niet voldoende. Om een wezenlijke invloed te kunnen uitoefenen, heb je een partij-organisatie nodig die alle delen van het land kan bereiken. En zo een organisatie opbouwen, is geen eenvoudige zaak.
Laten we filosoferen over de verkiezingen van 2020 en kijken naar mogelijke uitkomsten. In zekere zin is het koffiedik kijken, want 2020 is nog ver weg en er kan nog zoveel gebeuren. Maar toch kunnen we er iets zinnigs over zeggen als we de factoren bekijken die het stemgedrag in het algemeen beïnvloeden.
Neem de factor etnische vertegenwoordiging. Als alle Hindostanen (29 procent van de bevolking) op de VHP zou stemmen, dan zou de VHP maximaal 14 zetels krijgen. Als alle Javanen (14 procent) op PL zouden stemmen, dan zou PL maximaal 7 zetels krijgen. Als alle Afro-Surinamers (16 procent, exclusief marrons) op de NPS zouden stemmen, dan zou de NPS maximaal 8 zetels krijgen. Als alle marrons (22 procent) op de ABOP zouden stemmen, dan zou ABOP maximaal 11 zetels krijgen. De Chinese bevolking is goed voor 1 zetel, de inheemse voor 2 en de groep gemengde en overige voor 8 zetels. Die hebben geen eigen partijen. Als de NDP deze groep zou vertegenwoordigen in etnisch opzicht, dan zou ze maximaal 11 zetels halen.
We kennen de uitslag van de laatste verkiezingen en die laat zien dat kiezers niet uitsluitend op één etnische partij stemmen. Niet alle Hindostanen stemmen op de VHP. Niet alle Javanen stemmen op PL. Niet alle Afro-Surinamers stemmen op de NPS. Niet alle marrons stemmen op de ABOP. Sterker nog, als een partij het succes van de NDP wil evenaren en 26 zetels wil behalen – de absolute meerderheid – dan is het belangrijk om je niet te beperken tot één etnische groep.
Laten we kijken naar de kansen van de NDP om in 2020 minimaal hetzelfde resultaat te behalen als in 2015. Laten we een sterkte-zwakte analyse maken van de NDP.
De sterke punten van de NDP zijn het charismatische leiderschap van Bouterse, een sterke partij-organisatie, de multi-etnische uitstraling en haar sociaal programma.
Ondanks alle nationale en internationale campagnes tegen Bouterse vanwege 8 december en drugs is hij er toch in geslaagd de grote massa van Surinamers achter hem te krijgen zoals blijkt uit de verkiezingsuitslagen. De columnisten en journalisten die zich tegen hem keren, vertegenwoordigen een klein deel van de vooral gegoede klassen in Suriname. Het is maar de vraag of het 8 Decemberproces met een veroordeling van Bouterse veel zal uitmaken ten nadele van hem. Bouterse is een charismatische leider met een combinatie van nationalisme en antikolonialisme. Dat spreekt de jongeren aan die een meerderheid vormen van de bevolking. Twee derde van de bevolking is jonger dan 40 jaar.
De partij-organisatie van de NDP is omvangrijk en ondanks de inzinking in de afgelopen jaren – het mobiliseren voor partij bijeenkomsten is in tijde van crisis lastig gebleken – is het niet uitgesloten dat als de verkiezingskoorts in de laatste maanden voor de verkiezingen toeslaat, dit apparaat opnieuw zal functioneren als een geoliede machine.
De economische crisis heeft hard toegeslagen bij de armste delen van de bevolking. Maar het sociale programma is daarmee niet volledig overboord gegooid. Duizend columns, artikelen en radioshows tegen Bouterse wegen niets in vergelijking met de bouw van 1.000 huizen of elektriciteit in het binnenland, die tonnen wegen in de gevoelens en gedachten van de mensen die daarvan profiteren en mensen die daarnaar kijken.
Op grond naar de sterke factoren zou kijken, dan zou je zeggen dat de NDP een sterke uitgangspositie heeft voor 2020. Maar laten we nu naar de zwaktes van de NDP kijken.
De economische crisis slaat terug op de steun voor de NDP. Welke regering ook aan de macht is, die zal maatregelen moeten nemen om het begrotingstekort terug te dringen. En dat betekent onherroepelijk dat mensen die getroffen worden door de crisis ontevreden zullen zijn. En die ontevredenheid zal het vertrouwen in de regerende partij verzwakken. Het geluk van de NDP ligt in de zwakte van de oppositie. De oppositie is niet in staat om met een alternatief economisch programma te komen om het begrotingstekort terug te dringen. Ze komen niet verder dan corruptiebestrijding. Als de oppositie zou kunnen aantonen wat haar alternatief is om de inkomsten op te schroeven en de uitgaven terug te brengen, dan zou ze een sterke troef in handen hebben. Nu beperkt ze zich tot de lijn dat het tekort van bijna tweemiljard Surinaamse dollar komt vanwege corruptie en als zij aan de macht komt dat tekort als sneeuw voor de zon verdwijnt, omdat zij niet corrupt is. De NDP moet hopen dat de komende twee jaar de economie voldoende aantrekt om de ellende van de afgelopen jaren te vergeten.
Dat wil niet zeggen dat corruptie geen probleem is. Corruptie in de NDP is een groot probleem voor de partij, niet voor de economie. Corruptie is er altijd geweest in goede en slechte tijden. De NDP heeft ook in de top van haar partij corrupte leden, als we de president mogen geloven, die zegt dat daar mensen zijn om te verdienen in plaats van te dienen. Corruptie tast het imago van en vertrouwen in de partij aan. Corruptie is een virus dat ook de gezonde delen van het lichaam aantast. Als dat virus niet adequaat wordt bestreden, zal dat leiden tot een verzwakking van het lichaam. Dat is een gevaar voor de NDP, die alleen van binnenuit kan worden bestreden, niet van buiten.
Een derde zwakte van de NDP is het gebrek aan slagvaardigheid in bestuur. De vele ministerswisselingen zijn een uiting van een zwakke bestuurlijke kracht. Het zoeken van ministers bij de oppositie om het land te besturen, heeft een merkwaardige logica die zich tegen de NDP kan keren. De logica is dat de NDP zoekt naar de beste man of vrouw om het land te besturen en dat dat een teken is van haar nationale opstelling. Maar die logica heeft een keerzijde. Als de beste man of vrouw bij de oppositie zit, waarom zou je bij de verkiezingen dan op de NDP stemmen? Na de verkiezingen zoekt ze haar ministers toch bij de oppositie. Dan kun je toch liever direct op de beste man of vrouw stemmen die in de oppositie zit?
Als de NDP zo een grote massapartij is, waarom is het dan zo moeilijk om stabiele betrouwbare, standvastige, eerlijke en goede bestuurders te vinden? Wat is er mis met die partij dat die personen kennelijk maar niet gevonden kunnen worden? Is het een kwestie van kadervorming of van ethiek? Als de NDP dit probleem niet aanpakt, zal het tegen de partij werken, omdat de oppositie een stok heeft om de hond te slaan: stem liever op ons, want na de verkiezingen komen ze toch bij ons voor goede bestuurders, want die kunnen ze in hun eigen partij niet vinden.
Er is nog twee jaar te gaan. We zullen zien hoe de zwakte en sterkte van de NDP gaat uitspelen.
De belangrijkste tegenhanger voor de NDP is de VHP. De VHP probeert nu een etnisch diverse achterban te ontwikkelen. Dat is geen gemakkelijke taak voor een partij met een historie van etnische identificatie. De NDP is voortgekomen uit de coup van 1980 die niet een etnische coup was. In de geschiedenis van de NDP was etnische mobilisatie geen factor. Als een partij als de VHP andere etnische groepen wil aanspreken, dan is het niet voldoende om sleutelfiguren uit andere etnische groepen aan je te binden. Die sleutelfiguren kunnen zelfs na de verkiezingen van partij veranderen als ze een beter aanbod krijgen van de andere kant.
Je partijcultuur moet veranderen. Als er leden zijn die gewend zijn om Afro-Surinamers en marrons “kafri’s” te noemen, dan moet er een cultuur zijn die dat tegengaat. En die bouw je niet van de ene dag op de andere. De VHP heeft hier nog een lange weg te gaan, maar het is niet onmogelijk.
De oppositie heeft nu één centraal punt: anti-Bouterse. Maar als je tegen Bouterse bent, heb je niet één alternatief, maar twintig. Iedereen in de oppositie (in en buiten het parlement) is tegen Bouterse. De kracht van de NDP ligt in de zwakte van de oppositie. Er is geen centrale leider in de oppositie die zich als het centrale alternatief kan profileren. Iedereen wil het alternatief zijn.
Er is een grote groep weifelende kiezers die nog hun mind moet opmaken.
Het is mogelijk dat die groep naar evenredigheid verdeeld wordt tussen oppositie en coalitie en dan verandert er niet veel. De strategie van de oppositie kan twee kanten uit. Iedereen test zelfstandig zijn kracht in de verkiezingen en na de verkiezingen moet blijken wie de sterkste oppositiepartij is. Daarna moet zij maar blijken of iedereen verenigd kan worden om tegen de NDP te mobiliseren. Dat is een riskante strategie, omdat na de verkiezingen coalitievorming zal plaatsvinden op basis van geven en nemen, niet op basis van ideologie. En wie vandaag zegt “nooit niet met Bouterse”, kan morgen zeggen “politiek draait om het haalbare en niet om principes”.
Een constructie als V7 bij de vorige verkiezingen heeft ook haar risico’s, omdat de zetelverdeling wordt vastgelegd zonder dat de kracht van de afzonderlijke partijen is getest. Breng SPA en DA91 in een V-zoveel en geef ze een zetel die ze op eigen kracht niet zouden halen. Dat is dan ook echt balen voor de grotere partijen in V-zoveel.
2020 is geen gelopen race. De VHP is tot nu toe te sterkste oppositiepartij gebleken. Deze partij heeft een reële mogelijkheid om de NDP een gevoelige klap te brengen in 2020, maar daarvoor moet ze een paar grote problemen oplossen die een blok aan haar been is: het probleem van de multi-etnische uitstraling, het probleem van 8 december (dat heeft de afgelopen jaren steeds negatief uitgewerkt op de partij) en het probleem van een economisch alternatief. Als de VHP deze problemen weet op te lossen, dan heeft ze een reële kans om de verkiezingen van 2020 zodanig te scoren dat ze de lead kan nemen in een regeringsformatie. De andere partijen gaan veel moeite hebben om van 0, 1of 2 zetels naar 10 of 15 te gaan.
Sandew Hira