Het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) deelt de samenleving mee dat de inzaai voor de najaarsoogst 2019 in zijn totaliteit met 1400 hectare is gestegen. Zowel in de kleine als grote landbouw is in haast alle ressorten van het district Nickerie een stijging in de ingezaaide arealen te merken, dit ten opzichte van hetzelfde seizoen in 2018.
Het inzaaischema wordt met alle andere belanghebbenden in de sector na overleg met het ministerie bepaald. Voor het inzaaien in het najaar 2019 was dat van 1 mei tot 30 juni.
Toch is het vaak zo dat boeren vanwege verschillende redenen tot twee weken na de vastgestelde inzaaiperiode nog inzaaien. Bij de grote landbouw loopt dat vaak veel verder uit, omdat de meeste bedrijven niet afhankelijk zijn van water dat beschikbaar wordt gesteld via het Overliggend Waterschap Multipurpose Corantijn Project (OWMCP), maar zelf hun irrigatiewater uit de verschillende bronnen onttrekken.
Bij de kleine landbouw waar er een totaalareaal van 20400 hectare beschikbaar is, is voor de najaarsoogst 2019, 17352 hectare ingezaaid, dit in vergelijking met het inzaaien in het najaar 2018 waar er 17535 hectare was ingezaaid.
De daling in ingezaaid areaal tegenover 2018 is het gevolg van een tekort aan water in enkele gebieden van Wageningen en de middenstandspolder, die binnen korte tijd door de rehabilitatie van het pompgemaal Wageningen zal zijn opgelost.
Bij de grote landbouw is er een areaal van 28400 beschikbaar. Hier is er voor de najaarsoogst 2019, 12942 hectare ingezaaid. Dit in vergelijking met de najaarsoogst 2018 waar er 11354 hectare was ingezaaid.
In het district Coronie waar de rijstsector weer langzaam op gang komt is de inzaai voor de najaarsoogst gesteld op 170 hectare. De stijging van de inzaai is mede tot stand gekomen door de grotere inzet van onze rijstverbouwers, maar mag ook gezien worden in het kader van de betere communicatie en samenwerking tussen de sector en minister Rabin Parmessar van LVV, meldt het ministerie.
Ondertussen blijft de overheid zich inzetten om vooral de productiekosten in de rijstsector en de kwaliteit van het zaaizaad te verbeteren. In dit kader mag zeker gezien worden de import van ureum tegen lagere prijzen en de inzet van het ADRON (Anne van Dijk Rijst Onderzoekscentrum Nickerie) om straks meer areaal beschikbaar te hebben voor de productie van zaaizaad. Ook de infrastructuur wordt met de beschikbare middelen waar nodig aangepakt.
Er wordt thans door het ministerie hard gewerkt om reeds lang voor het moment, de inzaaiperiodes bekend te maken, zodat boeren zich beter kunnen voorbereiden. Ook zal er wat de voorlichting op dit gebied betreft intensiever getracht worden om boeren op de noodzaak te wijzen van het inzaaien binnen de vastgestelde inzaaiperiodes.
Minister Parmessar, om een reactie gevraagd, geeft aan enorm blij te zijn met deze cijfers. “Wij zijn er nog lang niet en ik kan u beloven dat het nog meer zal stijgen.” De rijstsector verdient alle aandacht van deze regering en zeker van mij als minister van LVV, benadrukt de bewindsman.