Het is uitgekomen hetgeen waarvoor ik waarschuwde. Suriname heeft in meerdere opzichten groot gezichtsverlies geleden. Het gaat in deze om het onzalige idee om buitenlandse voetballers te voorzien van dubbele paspoorten en daarmee het Nationaal team van Suriname te vormen. Nog afgezien van het middels drogreden, letterlijk discrimineren van de eigen Surinaamse voetballers, is gebleken dat het niveau van veredelde amateurs uit den vreemde en die hier uit den vreemde aan de voetbalcompetitie meedoen, ver beneden peil is. In voetbaltermen uitgedrukt, zij zijn niet eens in staat om een pak boter doormidden te snijden.
Over de gespeelde wedstrijd tussen de buitenlanders met een Surinaamse achtergrond, die werden gecompleteerd met Guyanezen en Brazilianen die hier ter lande voetballen, kan ik kort en bondig zijn. Op geen enkele wijze heeft dit voetbalgezelschap gebracht hetgeen beloofd werd. Suriname op het WK 2018 in Rusland, is een fata morgana, een bedorven worst die de Surinaamse samenleving valselijk wordt voorgehouden.
Incompetente voetballers hebben zich als “Suriname’s Nationale Selectie” van hun slechtste zijde laten zien. Zelfs een Surinaamse fysiotherapeut was voor dit “Surinaamse Elftal” teveel gevraagd. Een autochtone Nederlander werd goed genoeg bevonden om de “Surinaamse” spieren en ledematen te verzorgen! Wat een dedain.
Maar dan komt de grootste belediging aan het adres van de Republiek Suriname. Want terwijl de tegenstander geen nationale selectie van Trinidad is geweest en de selectie die geheel ten onrechte de naam, het Surinaams Nationaal Elftal meekreeg, moest tot het gruwelijke aan toe, het volgende worden gezien en gehoord. Voor het clubteam uit Trinidad werd het volkslied van Trinidad en Tobago ten gehore gebracht. Het team van buitenlanders dat, het zij nogmaals gesteld, geheel ten onrechte de naam Surinaams Nationaal Elftal met zich meedroeg, werd ten aanschouwen van de hele wereld onthaald op het Surinaamse volkslied.
Terwijl dit prerogatief slechts voorbehouden is aan nationale selecties die in interlands tegen elkaar uitkomen, speelt de organisatie van deze afgrijselijke voetbalwedstrijd die in een 1-1 stand eindigde, het klaar om de volksliederen van Suriname en Trinidad en Tobago ten gehore te brengen. Een groter deficit is, mede gelet op de penaltyreeks die de tekortkomingen van het buitenlands gezelschap dat “Natio” mocht vertegenwoordigen, nauwelijks denkbaar. Slechts 2 van de 5 pingels achter de doelman werken en tot slot met 2-4 verliezen, dat doet de deur dicht.
Als slagroom op het bedorven gebak kwamen er twee jubelende ministers en een dito parlementariër aan het woord, die gegeven de inhoud van dit artikel, blijk hebben gegeven, geen kaas te hebben gegeten van de gebruiken bij voetbalgebeurtenissen van deze aard. Dat de organisatoren en de SVB de loftrompet blazen is niet vreemd. Zij zijn het namelijk die om het besmeurde gelaat schoon te vegen, niet anders kunnen dan dit mislukte avontuur op te hemelen. Concluderend kan daarom worden gesteld dat het Surinaamse voetbal na dit mislukte avontuur en de eventuele reprises daarvan, nog verder van enige WK is komen te verkeren.
Tot slot is mijn pleidooi wederom, ontwikkel de voorwaarden en randvoorwaarden voor een professionalisering van het Surinaamse voetbal en gij zult met de juiste methodieken, die talenten oogsten die ons land op eigen kracht naar grotere hoogten zullen weten te brengen.
Roy Raymond de Miranda