In een toespraak van president Bouterse aan de algemene vergadering van de Verenigde Naties op 25 september 2010, deelde hij de VN-leden mede dat het electoraat (in Suriname) hem gekozen had om een gemeenschap te creëren waarin een ieder kan participeren en delen in dat wat de gemeenschap te bieden heeft. Het doel zou zijn om een rechtvaardige samenleving te creëren, een samenleving waarin het volk zich zou kunnen ontwikkelen om haar hoogste potenties optimaal te kunnen benutten om zodoende internationale rolmodellen en leiders te kunnen worden. Maar hiervoor zou hij eerst moeten breken met koloniale erfenissen. “Suriname needs a new national economic approach created by Suriname and for Suriname.”
Deze toespraak in de Verenigde Naties eindigde hij alsvolgt:
“Finally mister President, distinguished audience,
We want to share our thoughts on the structural causes of poverty and the resulting ill effects on societies. My Government believes that education to survival skills and production is the only way to effectively eradicate poverty. Money given to poor people for the sake of one’s own conscience is an absolute waste! Therefore we ask ourselves the question whether we should continue with the phraseology of ‘fighting poverty’ or instead start talking about pursuing wealth! Therefore the slogan of my Government in our lingua franca is : ”Broko a pina, tek yoe goedoe!” which means “break away from poverty, by pursuing wealth!”
Zes jaar later, in 2016, blijkt dat er geen vertrouwen meer is in de Surinaamse munteenheid (zes jaar geleden 1 USD= SRD 2.80; zes jaar later 1USD=SRD 6.50).
Zes jaar later in 2016, wordt het Internationaal Monetair Fonds (IMF) door regering Bouterse-Adhin Suriname binnengehaald met een noodkrediet van 478 miljoen Amerikaanse dollar voor de duur van twee jaar.
Bekend is dat sinds 1 november 2012, binnen het dagelijkse bestuur van het IMF (Executive Board) België, Nederland en Luxemburg (de Benelux-landen) een kiesgroep vormen, waarbij Nederland en België afwisselend om de vier jaar de bewindvoerder casu quo de plaatsvervangende bewindvoerder leveren. Het stemquotum van deze kiesgroep bedraagt zes en een half procent. Dit quotum is in grootte, na dat van de Verenigde Staten, China en Japan, het vierde belangrijkste in het IMF-bestuur. De VS houden het hoogste quotum: ruim zeventien procent, omdat voor sommige besluiten, zoals de verandering van de bestuursstructuur, een meerderheid van 85 procent van de stemmen is vereist, beschikken zij (de VS) in feite over een veto. Eén van de onderlinge afspraken tussen België en Nederland is dat zij op ministerieel niveau jaarlijks zullen rouleren in de vergaderingen van het Internationaal Monetair en Financieel Comité, het politieke beleidsorgaan van het IMF. Het IMF is met zijn one dollar one vote systeem een verlengstuk van de economische- en buitenlandse politiek van westerse kolonisatoren.
In het Ontwikkelingsplan 2012-2016 van de Republiek Suriname, bladzijde 35, wordt onder andere gesproken over opgedroogde schenkingsmiddelen die een uitdaging bieden voor het op gang brengen van een zelfstandig gedragen nationale ontwikkeling voor de creatie van een eigen nationale samenleving voor de behartiging van het nationale belang, die onwrikbaar geplaatst wordt op de schouders van de Surinaamse bevolking. De verantwoordelijkheid voortvloeiende uit deze uitdaging zou het koloniale bestuur de Surinaamse bevolking ten onrechte meer dan drie eeuwen onthouden hebben. “Er dient daarom een algehele mentale doorbraak te zijn bij het Surinaamse volk, van omzetting van geloof in het buitenland naar een vast geloof in eigen natuurlijke mogelijkheden, in eigen sociale en geestelijke vermogens en in eigen inzet en daadkracht;….voorts dient er ook een doorbraak te zijn van de positie van geleiden en afhankelijken naar de positie van leiders van onze eigen toekomst in zelfstandigheid…………..”
“Als we het IMF, de westerse kolonisatoren, binnenhalen, hebben wij dan gebroken met koloniale erfenissen en onze afhankelijkheidspositie? Wordt er met het binnenhalen van het IMF, niet wederom een kans ontnomen voor het op gang brengen van een eigen zelfstandig gedragen nationale ontwikkeling? Zal het IMF dit uitvoeren: “Suriname needs a new national economic approach created by Suriname and for Suriname”? Broko a pina, tek yu goedoe ????………ma dan pe a moni de ???? Als het ‘Ontwikkelingsplan 2012-2016 Suriname in transformatie’ dit jaar afloopt, neemt het IMF dan over? Zijn president Bouterse en zijn dure raadsadviseurs zendelingen geworden van het ‘Amerikaanse model’ in elke economie, waar ook ter wereld ? Is het verhaal om te breken met het kolonialisme en geloof te hebben in eigen mogelijkheden, een ideologische luchtfietserij van de Nationale Democratische Partij (NDP)? Zal president Bouterse de algemene vergadering van de Verenigde Naties in september dit jaar bezoeken? En wat zou president Bouterse nu aan de VN willen meedelen: a pina no broko, ma a goedoe gwe.. oen moesoe begie IMF foe kon set a kondre…?”
Dropati Daulatya