Corruptie komt voor in bijna alle geledingen (‘slagaders’, ‘aders’ en ‘haarvaten’) van de Surinaamse samenleving. Daarover is al heel veel gezegd en geschreven.
“Overheidsfunctionarissen, belastingambtenaren en leden van het parlement worden gezien als de meest corrupte groepen in de regio.” Zie ook de Koran 2:188 inzake een verbod op corruptie in het algemeen en in het bijzonder op het geven en nemen van steekpenningen.
“Mijn punt is het volgende: tijdens de vrijdagpreek (khutbah djum’ah) wordt er nooit gesproken over corruptie. Dus de imams zijn een deel van het probleem. Bij deze wordt iedere imam beleefd gevraagd het ‘verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie’ (31/10/2003) door te nemen en dat bespreekbaar te maken in zijn moskee.”
Er is een lijst met landen die het ‘verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie’ hebben ondertekend en al dan niet hebben geratificeerd. Suriname komt niet voor op die lijst. Dat wil zeggen dat Suriname het VN-verdrag tegen corruptie noch ondertekend noch geratificeerd heeft. Werk aan de winkel voor de IRiS (Interreligieuze Raad in Suriname).
Noot: “De snelheid waarmee het Surinaamse parlement op 19 mei 2016 het herziene handvest van de OIC (Organisation of Islamic Cooperation) heeft aangenomen, hoop ik dat het parlement met dezelfde snelheid het VN-verdrag tegen corruptie aanneemt.”
Ahmad Jhawnie