De Amerikaanse staat New York wil geen zaken meer doen met vier Nederlandse bedrijven, omdat zij op hun beurt Israël zouden boycotten. Het gaat om ASN Bank, Triodos Bank, ingenieursbureau Royal Haskoning en waterbedrijf Vitens.
De bedrijven hebben drie maanden de tijd om het tegendeel te bewijzen, voordat de boycot definitief wordt.
Onduidelijk is waarom de Nederlandse bedrijven op de zwarte lijst staan, waar in totaal dertien ondernemingen op prijken. Mogelijk is het, omdat ze de afgelopen jaren in Israël zijn gestopt met enkele activiteiten vanwege het omstreden nederzettingsbeleid in bezette gebieden.
De hierboven genoemde Nederlandse bedrijven hadden zich teruggetrokken uit Israël vanwege het ‘ontmoedigingsbeleid’ van het Nederlandse kabinet.
Het Nederlandse beleid tegenover Israël is huichelachtig. Nederland wil enerzijds de banden met Israël aan¬halen, maar voert anderzijds een ontmoedigings¬beleid: bedrijven wordt afgeraden te investeren in zaken die het nederzettingenbeleid van Israël zouden bevorderen. Dit ontmoedigingsbeleid kan worden gezien als een sluipende boycot.
Het Nederlandse (en in het verlengde het Europese) ontmoedigingsbeleid vindt zijn oorsprong in de campagne die in juli 2005 door Palestijnse organisaties werd gelanceerd onder de naam Boycott, Divestment and Sanctions Movement. De BDS-campagne is een wereldwijde poging om Israël politiek en economisch onder druk te zetten.
Ahmad Jhawnie