De Nederlandse socioloog Ruud Koopmans werkt als hoogleraar sociologie en migratie-onderzoek in Berlijn, Duitsland.
ADVERTENTIE |
Koopmans is sinds 2007 directeur van de afdeling Migratie, Integratie en Transnationalisatie van het sociaalwetenschappelijke instituut WZB (Wissenschaftszentrum Berlin) aan het Landwehrkanal. De Nederlander is auteur van enkele geruchtmakende onderzoeken, ondermeer naar fundamentalisme onder Turkse en Marokkaanse moslims in zes Europese landen.
In een interview met Algemeen Dagblad heeft hij onder andere gezegd, ik citeer:
“……Er woedt een oorlog tussen verschillende islamitische stromingen én tussen de radicale islam en het Westen. Je moet vaststellen dat van het miljard moslims bijna de helft een intolerante vorm van de islam aanhangt, waarbinnen haat jegens afvalligen en homoseksuelen en het schenden van vrouwenrechten normaal zijn. Van die 500 miljoen mensen, blijkt uit onderzoek, is tien tot twintig procent bereid om geweld te accepteren – ook tegen burgers – om de islam te verdedigen. Dat zijn minstens 50 miljoen moslims. Dan weet je waar die ‘eenzame wolven’, die terreuraanslagen plegen, vandaan komen. Die zijn helemaal niet eenzaam.”
De 50 tot 100 miljoen moslims die bereid zijn geweld te accepteren tegen burgers om de islam te verdedigen, kunnen gezien worden als de Shariamilitie: ‘de oren en ogen van de islam’.
De Shariamilitie kan vergeleken worden met de Volksmilitie in Suriname tijdens de militaire dictatuur 1980-1987.
Volgens Rosemarijn Höfte van het Koninklijk instituut voor taal-, land-, en volkenkunde (KITLV) bestond het idee om een Volksmilitie op te richten al in 1980. “Jozef Slagveer, slachtoffer van de decembermoorden, schrijft in zijn boek uit 1980 dat een volksmilitie alleen kan bestaan als steun bij een defensiemacht. ‘Voor Suriname onder de huidige omstandigheden, waarbij niemand zich enige agressie kan indenken, komt een volksmilitie bijzonder weinig effectief voor,’ was de gedachte.”
Twee jaar later kan Suriname zich wel ‘enige agressie’ indenken. In maart 1982 wordt, onder leiding van luitenant Rambocus, een poging tot staatsgreep gedaan. Höfte: “Naar aanleiding daarvan werd een avondklok ingesteld. Toen die in de zomer van 1982 weer werd opgeheven, werd de Volksmilitie ingesteld.”
De militie werd ‘de oren en ogen van het leger’ genoemd, zegt Höfte. “De groep is als bijzonder angstaanjagend ervaren. Dat vind ik overal terug.” De leden kregen een korte militaire training. Volgens Höfte was de Volksmilitie ‘nooit erg groot’. “Zes- tot zevenhonderd mensen, van wie maar zo’n driehonderd operatief waren.”
Hoewel militieleden uniformen droegen en een aantal van hen volgens Höfte ook wapens en granaten had, was de groep militair van weinig belang. “Het was een soort ideologische voorhoede. De kern bestond uit een tiental intellectuelen. De militie werd expres klein gehouden, om zeker te zijn van de betrouwbaarheid van de leden.”
Volgens Iwan Bottse van Amsterdamse radiozender AWBC/Tamara is inderdaad het onderscheid met de veel onschuldiger volkscomités, die al in 1980 werden opgericht, belangrijk…… Overigens is een groot deel van de comités bij de oprichting van de Volksmilitie daar in overgegaan. “De Volksmilitie verdween, onder druk van de ’traditionele’ politieke partijen, bij een grondwetswijziging in 1987.”
Ahmad Jhawnie