Abraham Lincoln was voor zijn presidentschap van de Verenigde Staten een gerespecteerd advocaat in Illionois. Op een dag kwam een crimineel bij hem langs. ‘Ik zou u willen verzoeken mij te verdedigen,’ zei de man. Lincoln antwoordde met de vraag: ‘Bent u schuldig?’ ‘Natuurlijk ben ik schuldig. Dat is ook de reden waarom ik u wil inhuren; om mij vrij te pleiten.’ ‘Als u uw schuld aan mij bekent,’ legde Lincoln hem uit, ‘kan ik u niet verdedigen’. De man reageerde stomverbaasd. ‘Maar u begrijpt het niet; ik bied u duizend dollar voor uw diensten!’ Hoewel duizend dollar veel geld was in die tijd, weigerde Lincoln resoluut. Ook een aanbod van tweeduizend dollar weigerde Lincoln. Ten einde raad stelde de crimineel aan Lincoln vierduizend dollar in het vooruitzicht. Op dat moment vloog Lincoln uit zijn stoel, greep de man in zijn kraag en wierp hem op straat. Toen de man opstond en zijn kleren rechttrok, vroeg hij Lincoln: ‘Waarom zette u mij eruit toen ik vierduizend dollar bood? Waarom niet bij duizend of tweeduizend dollar?’ Lincoln antwoordde daarop: ‘U kwam in de buurt van mijn prijs!’ Het is één van de vele aansprekende voorbeelden die Kaptein gebruikt om duidelijk te maken dat iedereen een prijs heeft.
Ik zal gebruikmaken van dit voorbeeld om bepaalde menselijke handelingen of gedragingen die we dagelijks tegenkomen te bespreken.
Het is makkelijk om een alleenstaande moeder met vier kinderen die zich in een uitzichtloze situatie bevindt en haar lichaam verkoopt om brood op tafel leggen voor haar kinderen te veroordelen, als je je niet in die zelfde situatie bevindt. Om iemand die hoog op de maatschappelijk ladder staat en een hoog salaris toucheert zo ver te krijgen om een moreel-ethisch verkeerde handeling te laten plegen, zal men diep in de buidel moeten tasten. De arme prijscontroleurs die per maand een hongerloon ontvangen, zullen makkelijk bezwijken voor bedragen, waarvoor zij een jaar lang moesten werken.
Een mooi voorbeeld hiervan zien wij in de sportwereld waar grof geld wordt betaald aan sporters. Denk maar aan Lionel Messi, Cristiano Ronaldo of Neymar. Allemaal spelers waarvoor clubs bereid zijn veel geld neer te tellen. Makkelijk zal het niet gaan om zich los te krijgen van hun huidige clubs. Maar als het aangeboden bedrag hoog genoeg is, zullen we andere geluiden horen.
Het heeft weinig zin om de morele ridder uit te hangen en hoog uit de toren te blazen hoe eerlijk en integer je bent. Het is beter om te bidden niet in de positie te komen, waarbij men in de buurt van jouw prijs komt of die overschrijdt voor het laten plegen van onmaatschappelijk gedrag. Net als Lincoln hebben we allemaal onze prijs, maar samen kunnen we er veel aan doen om gewenst ethisch gedrag te stimuleren en ongewenst gedrag te voorkomen of te verminderen. Aan jou wordt gevraagd: “Sa na yu prijs?”
Robby Amain