Paramaribo, 24-7-2017
Aan: De waarnemend directeur van Sociale Zaken, de heer J. Renfurm
Betreft: Reactie op kenmerk: HvW/SC/D1494/2017 refererend aan de petitie die ik op 23 juni 2017 heb aangeboden aan het Ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting
Duurzaam voortbestaan van kindertehuizen in Suriname:
“De Sociale beschermingsprogramma’s en beleidsplannen zijn gericht op senioren burgers, personen met een beperking, kinderen en jeugdigen en lage inkomensgroepen en heeft als primair doel: Het waarborgen van de bescherming tegen gebrek aan werk-gerelateerd inkomen of tegen gebrekkige of onbetaalbare toegang tot basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg, educatie, onderdak, adequate voeding of emotionele en fysieke veiligheid.”
Als dit taken zijn van het Ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting hoe kan het dan dat:
1. Subsidie die per kwartaal uitgekeerd moet twee jaar wordt uitgekeerd? Vooral gezien de kinderen naar school moeten, al maanden geen groenten en fruit eten en hun watervoorziening bijna was afgesloten door de SWM omdat er een achterstand was in de betaling vanaf januari, tevens ook de laatste maand dat u subsidie heeft uitgekeerd?
“Om de duurzaamheid te garanderen is er in 2014 de wet Opvanginstellingen aangenomen in DNA. Het doel van deze wet is:
1. Ordening van de sector
2. Bescherming van de doelgroepen in de opvanginstellingen
Belangrijke instituten die zijn opgenomen in de wet zijn de raden voor advies en de controledienst. Tevens is in 2016 op het Ministerie van Sociale Zaken een Bureau Opvanginstellingen opgezet.
De hoofdtaken van dit Bureau zijn: begeleiding, adviseren, monitoren en controle van alles aangaande opvanginstellingen. Enkele uitgevoerde zaken zijn:
1. Registratieplicht
2. Controledienst
3. Budget toegekend voor subsidie
4. Kwaliteitsstandaarden opgenomen in de wet
5. Maandelijks worden opvanginstellingen die het kenbaar maken middels een schrijven met voiding voor die doelgroep ondersteund naar vermogen van het ministerie
6. Er is een overzicht gemaakt van instellingen die behoefte hebben aan personeel. Dit verzoek is in behandeling
Dit zijn allemaal prima stappen die gerealiseerd zijn door het Ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting.
“Subsidie-overzicht 2017:
1. 39 opvanginstellingen hebben een aanvraag ingediend voor subsidie
2. veertien aanvragen zijn goedgekeurd
3. dertien aanvragen zijn incompleet en moeten extra stukken worden overlegd
4. vijf aanvragen zijn afgekeurd omdat de tehuizen voldoende liquide middelen ter beschikking hebben
5. vier aanvragen zijn in behandeling bij Ministerie van Sociale Zaken
6. drie aanvragen zijn in behandeling bij Ministerie van Financiën”
Indien de dertien afgewezen aanvragen de extra benodigde stukken indient, wordt dit dan hen wel toegekend?
Als er per kwartaal dus vier keer per jaar subsidie moet worden uitgekeerd, waarom geschiedt dit nu maar een keer per jaar?
Waarom is beschikken over liquide middelen een gegronde reden voor de overheid om niet aan diens betaalverplichting te voldoen? In de wet is namelijk aangegeven: De overheid draagt medezorg voor het ledigen van de sociaal maatschappelijke nood in de samenleving. Dit geeft aan dat ook de overheid verplicht is bij te dragen aan de zorg van de sociaal zwakkeren in opvanginstellingen middels de subsidieplicht.
Indien na onderzoek door de controledienst is gebleken dat de middelen niet correct worden besteed aan de doelgroep, waarom treft het ministerie geen sancties zoals, beboeten, schorsen en eventueel sluiten door middel van verwijdering uit het landelijk register zoals is aangegeven in de wet?
Hoelang zijn de vier aanvragen al in behandeling? Want er dient jaarlijks een begroting te worden gemaakt en ingediend te worden bij het ministerie. We zijn inmiddels in de maand juli. Wanneer kunnen deze tehuizen een reactie en of toezegging verwachten?
Wat houden de aanvragen die in behandeling zijn bij het Ministerie van Financiën in? Zou u dit nader willen toelichten?
“Belangrijk is dat het gaat om particuliere instellingen. Het ministerie kan alleen een controlerende taak hebben op particulieren. Derhalve kan het ministerie niet bepalen wie de directeur of het bestuur van de opvanginstelling wordt. Dit is een aangelegenheid in de private sector”
Mijn excuus maar dit is in tegenstrijd met de wet. Zie volgende artikelen:
In artikel 2.2 a staat dat de kwaliteitsstandaarden betrekking hebben op: het aantal personeelsleden, de bekwaamheid en de geschiktheid van de exploitant en het overig personeel.
In Artikel 3: Aanmelding en registratie.
1. Degene die een opvanginstelling wenst te exploiteren dient zich aan te melden bij de controledienst van de specifieke doelgroep. En zo de registratieprocedure te doorlopen
In Artikel 14 is aangegeven dat het verboden is om een Opvanginstelling te exploiteren zonder ingeschreven te zijn bij het landelijk register van Opvanginstellingen. Welke inschrijving bekrachtigd is door de uitgegeven beschikking van de minister.
In Artikel 15 is opgenomen de bestuurlijke boete waarbij de minister degene die in strijd handelt met het verbod of de verplichtingen een boete op kan leggen van ten hoogte SRD 25.000.
In Artikel 16 is opgenomen dat een opvanginstelling uit het landelijk register kan worden verwijderd indien de exploitant de opvanginstelling sluit, indien de exploitant niet meer voldoet aan de kwaliteitsstandaarden en indien de exploitant de aangewezen maatregelen door de controledienst niet nakomt.
In Artikel 6 lid 2 geeft aan dat de minister een exploitant kan schorsen en deze buiten werking treedt zolang er geen besluit is genomen door de president, tevens mogen hier dan geen kinderen gehuisvest worden.
Dit alles geeft mij aan dat alle kindertehuizen of ze nou van de Staat zijn of particuliere instellingen, zich moeten registreren, zich moeten onderwerpen aan controle en inspectie, inzage moeten geven in hun boekhouding om zo de kwaliteit van de zorg van de kwetsbare groep te waarborgen. Dus indien een instelling malafide is of commerciële doeleinden er op na houd, kan de minister de exploitant beboeten, schorsen en doen sluiten. Dit om zo de kinderen te beschermen, iets wat ook de hoofdomschrijving is van de taak van het Ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting.
Ik heb geen probleem met controle, transparantie en aansprakelijkheid om zo zeker te zijn dat de subsidiegelden correct worden besteed aan de kwetsbare groep in de opvanginstellingen. Echter, als het ministerie aangeeft dat controle, kwaliteit, bescherming en ordening diens hoofdtaken zijn, kan ik mij niet terugvinden in de wijze waarop het ministerie zich ontdoet aan diens plicht om tijdig en per kwartaal de subsidie uit te keren aan deze opvanginstellingen. Het is uw plicht, houdt u zich er ook aan!!!!
Ik hoop spoedig een reactie van u te mogen ontvangen hieromtrent.
Met vriendelijke groet,
Maisha E. Neus