Hieronder een citaat uit het artikel ‘PALU: Bemoeienis Nederland stagneert ontwikkeling’ d.d. 18 aug. 2017 op een lokale nieuwssite.
“Nederlandse bemoeienis is de hoofdreden waarom de ontwikkeling van Suriname stagneert. Dit wordt gesteld in het boek ‘Laat ons samen de onafhankelijkheid voltooien voor welvaart en welzijn voor een vrije Surinaamse natie’. Het boek, uitgebracht in verband met het veertigjarige bestaan van de PALU, is donderdag gepresenteerd door partijvoorzitter Jim Hok. Met het boek wil de politieke organisatie de samenleving helpen om over de hordes te komen die de ontwikkeling van de individuele Surinamer en de natie nog in de weg staan, legt Hok uit.”
En hieronder een citaat uit een artikel d.d. 21/8/2017 op een Nederlandse nieuwssite.
“Het wordt eentonig, maar hoe vaak hebben wij niet reeds geschreven dat, nadat de gehate blanke man aan het einde van het koloniale tijdperk in Afrika zijn hielen had gelicht en de Afrikanen de zaken hadden overgenomen, alles in het honderd liep, ondanks de 60 miljard euro die er na dat koloniale tijdperk in de Afrikaanse landen is gepompt.
Zo verbaast het ons dat hiermee nog steeds wordt doorgegaan en zelfs de regering van Vlaanderen onlangs 5 miljoen euro aan een project in Zuid-Afrika doneerde, een land dat naast Nigeria potentieel tot de rijkste landen ter wereld zou kunnen behoren.
Nu is het de beurt aan de Lipton theeplantages in de buurt van Tzaneen in het noorden van Zuid-Afrika. Deze plantage ooit bekend als de Sapekoe Tea Estate had gedurende de tijd dat zij door Lipton International geleid werd 6.400 medewerkers en behoorde tot een van de grooste leveranciers van thee wereldwijd. In 2006 nam de regerende Zuid-Afrikaanse ANC van Mandela en zijn opvolger Zuma de plantage over in het kader van het “land restitution program” en werden 600 Afrikaanse families naar de plantage gestuurd om deze te leiden. Daarnaast kregen ze van het ANC nog eens een donatie en lening ter waarde van totaal 65 miljoen Rand (ruim 4.2 miljoen euro) bestemd voor de families die beweerden dat zij boeren en de oorspronkelijke bewoners van de plantage terreinen waren.
Een forensisch rapport bracht aan het licht, dat er inmiddels voor bijna 10 miljoen euro aan goederen, materiaal, gereedschappen enz. is “verdwenen”.
Na een bezoek van de Bosvelt Review die een bezoek bracht aan de restanten van de plantage, blijkt dat alles van enige waarde verdwenen is, de theestruiken zijn verwilderd en er daarom geen geschikte theebladen meer aan groeien, terwijl de 600 families die oorspronkelijk op de plantage terreinen woonden, voor het overgrote deel zijn verdwenen en uiteraard alles meenemend dat hen van pas kon komen.
Ahmad Jhawnie