Omdat minister Moestadja pas bij het vleesofferfeest van de Moslims heeft gezegd dat wij Surinamers meer moeten offeren aan anderen, stel ik voor dat ons land Suriname het door de orkaan Irma bijna verwoeste eiland Sint-Maarten, waar circa 1300 Surinamers wonen, een maandelijkse schenking geeft van genoemd bedrag US$ 250.000 per maand, een jaar lang maar wel bedoeld voor volksgezondheid en aankoop voeding. Worden wij hiervan armer? Helemaal niet!
Want zoveel rundvlees hebben we niet om daar te sturen. Op de regering wordt dit dringend beroep gedaan om Sint-Maarten te helpen. Hulp is hulp. Die mensen daar gaan een moeilijke zware tijd tegemoet. Laten we ons dat indenken. Ook zouden wij als Suriname ongeveer 65 man moeten sturen om te helpen waaronder elektriciens, timmermannen, loodgieters, schoonmaakploegen, graafmachineoperators. Dit een maand lang op kosten van Suriname.
Laten we helpen zonder politiek te bedrijven al is Sint-Maarten deel van Hollandse koninkrijk, dus hun moederland. Want China, ons nieuwe kolonisator zal geen 1000 woningen daar gaan schenken. Want Sint-Maarten heeft geen grote bossen om het hout zo goedkoop weg te slepen. Van de bijna vernietigde economie wordt China alleen maar sterker en rijker. En daaronder Nederlands gezag kan je de politiek niet onder druk zetten, politici omkopen en het volk politiek verdeeld houden, zoals men in Suriname doet. Maar niet denken dat ze zo van ons houden en geen andere bedoelingen hebben.
Willen we Sint-Maarten echt helpen, dan gauw beslissen, mobiliseren en doen. Regering, er is haast, want er is een verschrikkelijke nood daar. Beseffen ons volk en regering dat goed genoeg?
Naldo Moiman