De Hindustaanse contractanten (immigranten) hebben tijdens hun contractperiode enorm veel strijd moeten leveren tegen het koloniaal bestuur en de koloniale planters in Suriname. In de periode vanaf 1873 tot 1916 zijn er 40 verzetten geweest vanuit de contractanten, waar er bij enkele van de verzetten vele doden te betreuren waren. De immigranten werden tijdens de verzetten op een lafhartige wijze door het koloniaal bestuur en de koloniale planters geliquideerd.
Het verzet op de plantage Zorg en Hoop aan de rechteroever van de Commewijnerivier (in de directe omgeving en gelegen tussen de huidige plantages: Hecht en Sterk en Welgevallen), welke strijd op 24 september 1884 was begonnen, groeide in een korte periode uit tot een hevige strijd. De strijdende contractanten werden op een lafhartige wijze om het leven waren gebracht door geweerschoten op een zeer korte afstand van ongeveer twee meter.
Deze strijd was in feite veel eerder aangevangen onder het regiem van de toenmalige agent-generaal George Henry Barnet Lyon, verder te noemen Lyon. Enkele voorbeelden:
– In 1874 initieerde Lyon samen met de procureur-generaal de herinvoering van lijfstraffen (zoals bekend uit de slavernij). Verschil: de contractarbeiders mochten ‘slechts’ 30 rottingslagen per keer worden toegebracht. Dat werd toegepast op zowel mannen als vrouwen (Hindustanen, Creoolse vrije arbeiders en Chinezen). Bron: Ministerie van Koloniën: 1850 – 1900; Resolutiën: 11 – 14 februari 1876; Inv. nr 2860;
– Lyon gaf toe een voorstander te zijn van het ‘oude plantagestelsel’: duidelijke hiërarchie tussen meester en slaaf. Bron: Ministerie van Koloniën: 1850 – 1900; Resolutiën: 12 – 15 jan. 1877; Inv. 2952.;
– Sadistische karakteristieken van Barnet Lyon: hij liet 15 gevangene gedurende 15 dagen zonder bescherming aan de handen en voeten brántimáká kappen op zijn plantage. Bron: Handelingen van de Koloniale Staten: 1880 -1881 p. 95;
– Lyon was waarschijnlijk de meest gehate persoon/ambtenaar onder de plantagearbeiders: Hindustanen, Creolen, Chinezen en Barbadianen. Hij liet deze arbeiders om de minste en geringste arbeidsovertreding zwaar straffen: martelen met kromsluiting en rottingslagen. Dat gebeurde gedurende de gehele migratieperiode (Indentured Laboursysteem). Lyon was op de hoogte van de martelingen: hij ontving uit alle districtsgevangenissen geregeld rapporten van gestrafte arbeiders: de strafmaat en de duur van de straffen. Bron: Ministerie van Koloniën: 1850 -1900; Geheime Resolutiën A8-G9 1884; Inv. 6152;
– De Britse consul vond Lyon de meest ‘onoordeelkundige ambtenaar’. Dit naar aanleiding van het laten neerschieten van 7 contractarbeiders, waaronder 3 vrouwen door de marechaussee. Bron: Verbaal van de Gouverneur van Suriname. Afdeling Kabinet Geheim; Eerste afdeling: 1885 – 1938
– Barnet Lyon was hoofdverantwoordelijk voor de moord op de Hindustaanse contractarbeiders op plantage Mariënburg. Volgens hem waren de Hindustanen bezig met een machtsgreep. Zij hadden contact met Bhárat Mitra: een tijdschrift van de vrijheidsstrijders in India. Daarom moest de opstand op plantage Mariënburg heel hard worden aangepakt. Bron: Ministerie van Koloniën 1850 – 1900; Resolutiën: 13 – 19 september 1902; Doosnr. 142;
Ook de Creoolse- en de Chinese arbeiders bleven niet bespaard: de specifieke informatie over Lyon met betrekking tot de behandeling van de Chinezen en Creoolse vrije arbeiders. Bron: Resolutiën Ministerie van Koloniën: 850 -1900; Geheim Resolutiën P4 – Q9 Inv. nr. 6152;
Janey Tetary (contractant I-491), was erg moedig en dapper. Zij was tewerkgesteld op de plantage Zorg en Hoop. Zij kon de onderdrukking, de uitbuiting, het onrecht wat de contractanten en de andere arbeiders ondergingen, niet meer aan.
Naast de onmenselijke handelingen van Lyon, lagen er ook aantal andere redenen ten grondslag aan de strijd die JaneyTetary voerde tegen het koloniaal bestuur en de koloniale planters.
Enkele voorbeelden, die geleid hadden tot deze actie van Tetary:
1. vanwege het feit dat de contractanten minder werden betaald voor de verrichte arbeid, welke contractueel was overeen gekomen: in Calcutta hadden de contractanten een overeenkomst getekend waarin stond dat een volwassen gezonde arbeider een minimumloon zou genieten van 60 centen en voor vrouwen en zwakke mannen was het 40 centen per dag. Bron: Brief van N. van den Brandhof aan de Gouverneur van Suriname, 15 april 1881 in Ministerie van Koloniniën 1850-1900, Resolutiën 14-17 februarie 1885, inv. Nr. 3827;
2. contractanten die niet volgens het contract, loon naar prestatie ontvingen, konden zich niet goed voeden. Hierdoor konden zij ook niet optimaal werken. Het gevolg hiervan was dat zij fysiek achteruit gingen en bezweken aan ziekten enz. Bron: Rapport van de districtcommissaris aan de Gouverneur van Suriname, 2 oktober 1884 in Ministerie van Koloniën 1850-1900, Resolutiën 1-3 december 1884, inv. Nr. 3813;
3. Op 29 mei 1883 diende de gezagvoerder van de plantage Zorg en Hoop samen met 27 andere planters een petitie in, om de strafverordening te herzien (Dr. R. Bhagwanbali, pag. 81. Men strafte de Hindustaanse contractarbeider onophoudelijk. Bron: Brief van de vereniging voor Suriname aan de Gouverneur van Suriname, 29 mei 1883 in Ministerie van Koloniën 1850-1900, Resolutiën 15-19 september 1883, inv. Nr. 3675.
Behalve dat zij een strijder was, was Tetary een persoon die openstond om te luisteren naar problemen van haar mede lotgenoten. Een sociaal figuur was zij. Wat haar in die tijd ook bijzonder maakte, was dat zij als Moslima een Hindu kind adopteerde. Het kind van haar vriendin Radhiya, die overleed door uithongering en ziekte. Zelf had ze ook een kind.
Tetary probeerde de verschillende culturen dichter bij elkaar te brengen. Zij maakte geen onderscheid op basis van ras, geloof of cultuur. Ook onder de Chinezen en Creolen was zij geliefd.

De opstand die begon op 24 september 1884 had zij, tezamen met Ramjanee op touw gezet. Ze wilden waar ze recht op hadden! Onder andere betaling zoals afgesproken bij het contract en een menswaardig bestaan. Mocht dat niet? Niet volgens het koloniaal bestuur, die handelde via de agent-generaal toen, Lyon. Op 26 september 1884 werd Tetary geliquideerd in opdracht van Lyon. Samen met haar nog zeven anderen.
Door onderzoek zijn gebeurtenissen boven water gekomen. De geschiedenis zoals de afgelopen generaties aan de nazaten van de slaven en immigranten is voorgehouden, is niet altijd correct weergegeven. Als Surinamers zouden wij meer onderzoek moeten verrichten naar dergelijke gebeurtenissen. De jeugd heeft voorbeeldfiguren nodig, zegt men altijd. Die zijn onze eigen voorouders geweest, alleen is ons dat niet verteld.
Evenals Tetary zijn er een tig aantal strijders geweest, zoals bijvoorbeeld Kwakoe. Elke strijder heeft afhankelijk van de tijd waarin zij leefden en de omstandigheden strijd geleverd op hun eigen manier. Wat zij gemeen hadden is dat zij niet alleen hebben gestreden voor zichzelf, maar ook voor andere lotgenoten. Ze hadden gemeenschappelijke vijanden: onrechtvaardigheid en discriminatie! Zij vochten voor één algemeen doel: een menswaardig bestaan!
De CUS die natievorming hoog in haar vaandel draagt, stelt het op prijs dat er onderzoek is gedaan naar Janey Tetary. Dit onderzoek is onderbouwd middels het aangeven van bronnen.
Een poosje geleden heeft de CUS het initiatief genomen om bekendheid te geven aan Tetary en de strijd die zij samen met andere lotgenoten geleverd had. Dit initiatief is uitgegroeid tot het streven om een monument van Tetary te doen plaatsen. Haar moet toekomen waar zij recht op heeft. Vandaar dat de campagne geleid werd met het thema: “Het recht van Tetary!”.
Op 24 september 2017 om 16.30 uur (133 jaren later op de dag waarop de opstand te Zorg en Hoop aanving) zal de onthulling plaatsvinden van Tetary’s monument. Een mijlpaal die bereikt is voor de totale Surinaamse samenleving. Zij kan met recht een Surinaamse heldin genoemd worden. Dat haar monument de plek mag krijgen waar het borstbeeld stond van Lyon, die de opdracht gaf haar te liquideren, is bijzonder.
Overtuigd van hetgeen middels onderzoek naar voren is gebracht, besloot de regering van de Republiek Suriname om haar die plek toe te kennen. De CUS waardeert dat besluit van de regering en spreekt de hoop uit dat de Surinaamse samenleving het ook in dat kader kan plaatsen.
Met het plaatsen van het monument betuigen wij onze respect en brengen wij ode aan de moedige strijd die JaneycTetary samen met anderen geleverd heeft tegen het kolonialisme.
De publiciteitsdienst van de Culturele Unie Suriname