Kan de twee kilometer politionele samenwerking tussen Suriname en Frankrijk aan beide oevers van de Marowijnerivier getypeerd worden als een miskenning van de rechten van de marrongemeenschappen met name de linkeroever van de Marowijnerivier of kan het juist worden aangemerkt als een erkenning van de welig tierende criminaliteit in die gebieden? Over beide zienswijze valt er heel veel te zeggen. Duidelijk gesteld moet worden, dat wij van deze zijde uit voorstander zijn van criminaliteitsbestrijding. Dat staat onder geen beding ter discussie.
Vanaf de goedkeuring van die overeenkomst in het parlement zijn de tongen flink losgemaakt hieromtrent. Het laatste woord is lang nog niet gezegd voor wat deze ingrijpende ontwikkeling betreft. Voor degenen die emotioneel enige affiniteit met het gebied hebben en er vaker vertoeven, zal het duidelijk zijn dat de Republiek Suriname zich danig verkeken heeft met deze benadering om het vraagstuk van grensoverschrijdende criminaliteit in al haar facetten op deze manier aan te pakken. Uitgaande van het gegeven dat de Fransen vanwege hun stabiel en uitgebalanceerd macro-economisch bestel, beter in staat zijn om meer middelen te reserveren voor de aanpak van deze maatschappelijke wanorde, zullen wij worden weggevaagd bij de implementatie van deze overeenkomst.
Fundamenteler van aard zou het zijn als de beleidsmakers reeds bij de conceptie van deze aangelegenheid de lokale gemeenschap hadden geconsulteerd en haar zienswijze hieromtrent hadden meegenomen. Helaas moet geconstateerd worden dat wederom het principe van bottom-up niet wordt gehanteerd, maar de superieure top-down-dogma wordt ingezet. Een overeenkomst voortvloeiende uit een bottom up-principe is bij uitstek een beleidsinstrumentarium om structurele en duurzame ontwikkeling neer te zetten.
Er kan hier niet genoeg benadrukt worden dat de Fransen sinds mensenheugenis een afwijkende manier van criminaliteitsaanpak hebben. Middels het eerder voorgestelde overleg zou men dan tot een aanvaardbaar model van aanpak geraken. De twee-kilometer-regeling als dominant onderdeel van de onderhavige overeenkomst kan zonder meer getypeerd worden als een flagrante schending van onze nationale soevereiniteit en integriteit. Helemaal confused is het als we bedenken dat dit besluit wordt goedgekeurd door een parlementaire meerderheid voortgesproten uit een partij die sedert haar oprichting het nationalisme zo gepredikt en gepropageerd heeft.
De marrongemeenschappen aan weerszijden van de oostelijke grensrivier moeten, hoe pijnlijk het ook zal zijn, deze ontwikkeling aangrijpen om zich zelf te verheffen. Er zal alles aan gedaan moeten worden om uit de sfeer van illegaliteit en maatschappelijke wanorde te stappen en te kiezen voor orde en rust.
Dat is een ontegenzeglijke voorwaarde voor duurzame ontwikkeling. Te midden van chaos en wanorde kan er niet gewerkt worden aan duurzame ontwikkeling. Hiervoor is er naast de centrale overheid ook een dankbare taak weggelegd voor de actieve dienende politieke partijen die hun politieke bolwerken daar hebben en de relevante maatschappelijke groeperingen in die gebieden.
Ettire Patra