De heer Hugo Essed heeft naar aanleiding van mijn reactie die ik ambtshalve heb gegeven op de bewering van de heer drs. August Boldewijn gemeend een uiteenzetting te moeten houden als vermeend staatsrechtsdeskundige. Daaruit is weer gebleken dat de toepassing van artikel 98 onder C van de Grondwet, met name vanwege afwezigheid van de president van de Republiek Suriname, weer in discussie is.
Het dispuut betreft de aanwezigheid van president Bouterse in functie onder de centrale markt, terwijl tegelijkertijd de vice-president in de congreshal namens de president decoratiehandelingen heeft uitgevoerd. Hoewel de beslissing zelf door de president als bevoegd gezag is genomen, sta ik er als directeur van het kabinet van de president volkomen achter, reden waarom ik uit hoofde van mijn functie de bestuurlijke reactie heb gegeven op het relaas van de heer Boldewijn.
Zonder in herhaling te treden wens ik onder de aandacht van de lezer te brengen dat, de vice-president in de hoedanigheid van waarnemend president, in de congreshal een feitelijke handeling moest plegen vanwege afwezigheid van de president.
Alle rechtshandelingen ingevolge artikel 108 van de Grondwet in verband met de decoratie onder andere benoeming bij resolutie, ondertekenen van de certificaten van de decorandi, waren reeds door de president gepleegd.
De vice-president heeft de president niet in functie vervangen (er is verschil in vervangen en waarnemen) maar heeft in een concreet geval waargenomen, om een feitelijke handeling uit te voeren door afwezigheid van de president op dat moment. Bestuursrechtelijk is de Grondwet niet geschonden, zoals de heren willen doen geloven, waardoor de decoratieplechtigheid rechtsgeldig is.
Bij afwezigheid van de president ingevolge artikel 98 onder C waarbij de vice-president als vervanger van de president optreedt, voert hij zowel feitelijke- als rechtshandelingen uit. In dergelijke gevallen wordt een protocol van overdracht door beide functionarissen getekend. De bepaling in de Grondwet over afwezigheid van de president in artikel 98 lid 1 onder C staat in causaal verband met de overige leden. In Suriname hebben wij niet de gewoonte om in staatsrechtelijke zin, in een concreet geval pro-actief te denken om zaken te kunnen bestendigen.
Omdat binnen het openbaar bestuur het primaat altijd bij het bevoegde gezag ligt heeft de staatsrechtelijke kronkelredenering en het blufpoker van mr. Hugo Essed geen enkele waarde.
Binnen de samenleving moet de bestuurspraktijk voortgang vinden, derhalve kan niet ondoordacht rekening worden gehouden met een dwaze opmerking hetzij gestoeld op kwader trouw of onwetendheid.
Bovendien ligt de beoordeling ingevolge de Grondwet niet bij een mening van een individu, maar bij een Staatsorgaan “Het constitutioneel Hof”.
Vanuit het buitenland is dit mijn eerste reactie op de “niet to the point” aanval van Hugo Essed.
Eugène van der San