DNA verlengstuk van de regering?
De Nationale Assemblee van Suriname is een verlengstuk van de regering aan het worden. Dit blijkt uit de besluiten die in DNA worden genomen waarop soms deels, dan wel geheel wordt teruggekomen. De coalitie maakt zich in deze vanwege haar loyale houding aan de regering, schuldig aan. Door deze houding worden de gezamenlijke besluiten van de coalitie en oppositie in DNA teniet gedaan. Meestal is de regering hier de oorzaak van. Het geval Suralco is hier een voorbeeld van. De overeenkomst welke bereikt zou zijn door de commissie onder leiding van Dilip Sardjoe met Suralco, is niet eens voorgelegd aan DNA voor commentaar. De toestemming voor ontmanteling van de plant en aluminiumraffinaderij te Paranam is al afgegeven door de Paraanse DC in overleg met de regering.
DNA (coalitie en oppositie) besloot al dat geen uitvoering mag worden gegeven aan ontmanteling van het genoemd plant zonder goedkeuring van DNA. Nu in tegenstelling tot dat besluit heeft de regering desondanks toestemming gegeven aan Suralco om aanvang te maken met het ontmantelingsproces, staat DNA in haar hemd. Naar nu heeft Suralco vergaande afspraken met bedrijven voor de ontmanteling van de plant en alles eromheen.
Bron: lokale nieuwssite d.d. 30 juni 2018
Parlement kan vertrouwen in Bouterse opzeggen
De Nationale Assemblee (DNA) is duidelijk geweest in haar standpunt rond het vertrek van Alcoa/Suralco uit Suriname: de eerste afspraken over de definitieve sluiting van het bedrijf – vervat in de intentieverklaring van 2015 – zijn nadelig voor Suriname en zijn daarom volledig verworpen door het parlement.
“Daar kan de regering niet omheen in een rechtsstaat. Het is raar dat president Desi Bouterse toch tegen Alcoa/Suralco heeft aangegeven dat hij bereid is het intrekken van de verklaring opnieuw in overweging te nemen. Dat mocht hij helemaal niet doen, anders handelt hij tegen de wensen van het parlement, zowel de oppositie als de coalitie. Het parlement zou het vertrouwen in hem kunnen opzeggen met alle gevolgen van dien, aldus energie- en mijnbouwexpert Viren Ajodhia.
Bron: bearingpointcaribbean.com d.d. 21 februari 2017
Nederland
Onze democratie en rechtsstaat gaan sluipenderwijs achteruit. De jubelverhalen over ‘gaaf land’ en ‘fikse economische groei’ niettegenstaande. Waarschuwingssignalen zijn er genoeg, voor wie ze wil zien. […….] En juist de middenpartijen zwengelen de achteruitgang verder aan. Als voorbeeld een aantal pijnpunten.
Het parlement
Allereerst het parlement. De Tweede Kamer controleert de regering. Dat is de theorie. Nu de praktijk. Kent u ze, die briljante kamerleden die met hun Cicero-achtige ondervragingen ministers en premier tot wanhoop drijven? Fractiediscipline is kadaverdiscipline. Vrijwel bovenaan de pikorde staat in elke politieke partij, naast de fractieleider, de voorlichter. De rest is stemvee, dat zich geen eigen mening kan permitteren. De braafste kamerleden krijgen na geleverde diensten een baantje bij een bevriende onderneming of publieke instelling, de lastige worden zonder pardon afgevoerd. Een kamerlid dat daadwerkelijk zijn werk deed, Pieter Omtzigt, kreeg van de premier te horen dat hij geen vragen moest stellen over Nederlandse geldstromen naar de Syrische rebellen. Begrijpelijk genoeg zijn nog maar weinig kiezers geïnteresseerd in de toneelstukjes in de Tweede Kamer. De Eerste Kamer is van oudsher een hybride instituut waar controle en lobbypraktijken door elkaar lopen.
De hoeveelheid inspraak die burgers hebben neemt af. Het idee van de representatieve democratie is dat kamerleden de belangen van hun kiezers vertegenwoordigen. Daartoe zijn ze steeds minder in staat omdat steeds meer zaken via de Europese unie tot stand komen. Kennis en kunde daarvan ontbreken in de Tweede Kamer, waar ze de Nederlandse wetgeving vaak al niet begrijpen. Majeure beslissingen komen tot stand via de Europese Raad van regeringsleiders en de invloed daarop van de Tweede Kamer is gering. Het Europese parlement dan? Daar hoeft de Europese Raad niet heen om goedkeuring van de meerderheid van Europarlementariërs te vragen. In Nederland kwam het toch al buitengewoon zwakke contragewicht van het raadgevend referendum bij de eerste onwelgevallige uitslag direct op het lijstje ‘spoedig afvoeren’ te staan.
Politici
Politici dan. Die kunnen toch iets veranderen? Dream on. Nederlandse politici hebben de status van lager- en middenkader in een grote internationale onderneming. Hoogste doel is de instructies van bovenaf uitvoeren, zie de ‘nepnieuws’ bestrijding waar geen kiezer om heeft gevraagd. Zitting nemen in het Nederlandse kabinet is een tussenstap, hopend op een kansje bij de veel belangrijkere internationale organisaties als VN, IMF en Europese Commissie. Logisch dat ministers en staatssecretarissen neerkijken op Tweede Kamerleden die vragen stellen en dat ze minachting tentoonspreiden voor de Nederlandse kiezer. Die kunnen hun carrière immers schaden – ‘wie denken die paupers wel niet dat ze zijn?’
Bron: TPO d.d. 29 juni 2018
Ahmad Jhawnie