Het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij is bij uitstek een productieministerie. De nieuwe minister, Lekhram Soerdjan, die thans amper zes maanden het bewind op deze ministerie zwaait, heeft helaas nog steeds geen wapenfeiten kunnen tonen, waaruit zou moeten blijken dat zijn ministerie de productie wil oppakken, kansen wil bieden om die tot ontwikkeling te brengen en bovenal vooruitgang voor de boerenondernemers in de productiesector wil realiseren.
De minister toont wel karakter door eigenhandig brieven te schrijven voor zijn directeur, die daarna ondertekend wordt. Het is publiek geheim dat de directeur de minister niet lust, maar het heet karakter wat de minister toont.
Onlangs heeft de directeur met medewerking van een onderdirecteur op het ministerie, de minister in een uit te voeren project gemeld dat dit door ‘s Landsboerderij is gerealiseerd en het bedrag van rond de SRD 100.000 aan ‘s Landboerderij zou moeten worden uitbetaald. Een andere onderdirecteur op het ministerie heeft toen aangegeven, dat LVV alle olie geleverd heeft voor het project en hij niet kan begrijpen waarom ‘s Landboerderij dan uitbetaald zou moet worden. Het dossier is intussen voor uitbetaling aangehouden.
Ook heeft de minister van LVV kennis mogen nemen van de nog steeds onzichtbare hand van zijn voorganger, Soeresh Algoe, die nog handlangers op het hoogste niveau op het ministerie heeft en waarbij de minister toestemming had moeten geven om zwarte peperplantjes voor LVV uit Brazilië aan te kopen voor 14 Amerikaanse dollar per stuk, die amper $ 0,50 per stuk kost. De minister heeft deze aankooporder niet getekend en doorgestuurd naar het Kabinet van de President.
Dat het ministerie met de eerdergenoemde handelingen niet tot bloei kan worden gebracht en kan oproepen tot productie zal wel duidelijk zijn, maar waar het wezenlijke fundamenteel aan ontbreekt, is een duidelijke missie, visie en managementcapaciteit en daarvoor heeft minister Soerdjan zijn eigen persoonlijke agenda. In de wandelgangen heeft hij laten weten dat hij zijn jaar wil volmaken en daardoor voor de rest van zijn leven verzekerd is van een goed pensioen en daarna, mogelijk zijn mond zal opendoen op het ministerie.
Thans is hij er om te pikken en te slikken en is de samenleving in dienst van de minister om zijn pensioen te garanderen. Hiermee blijkt de onlangs door de president gehouden jaarrede voor het begrotingsjaar 2019, waarvan de inzet is, het voeren van een sterk agrarisch beleid, de zoveelste farce te zijn.
President, het is moeilijk hazen vangen met onwillige honden.
Roy Nanhkoesingh