Het is duidelijk gebleken dat de Franse autoriteiten totaal geen respect hebben voor de Surinaamse autoriteiten. Afgelopen donderdag heeft het bericht de Commissie 10 Oktober 2018 bereikt dat er wederom een boot van een Surinamer in beslag is genomen door de Fransen. Deze keer hebben de Fransen de boot niet vernield, maar hebben de lading, geld en goud van de bootsman in beslag genomen. De boot is vrijgegeven vanwege het feit dat de overige passagiers verder moesten gaan. Indien er geen andere passagiers in de boot waren, was de kans zeer groot dat de boot niet vrij zou worden gegeven.
De directeur Duurzame Ontwikkeling Afro-Surinamers Binnenland (DOAS) heeft ook bevestigd dat hij de boot heeft gezien. Hij kwam met zijn delegatie van een driedaags overleg tussen de Grenscommissie en het lokale traditioneel gezag. Voor de Commissie 10 Oktober 2019 is dit driedaagse overleg “mosterd na de maaltijd” en van nul en generlei waarde. Er moest eerst overleg met het traditioneel gezag worden gevoerd alvorens men het verdrag met de Fransen ter goedkeuring had aangeboden aan De Nationale Assemblee (DNA). Het zou verstandiger van de regering zijn geweest om toen de ene oppositionele partij bezwaar had geopperd tegen het verdrag dit terug te nemen en met het lokale traditioneel gezag in overleg te treden. Maar alle inspanningen ten spijt, het verdrag is toch doorgedrukt en goed gekeurd.
Wat de Commissie 10 Oktober 2019 tegen de borst stuit, is dat bepaalde DNA-leden die van marrons afkomst zijn en de partij in de regering die gelinieerd is aan het binnenland toch hebben meegewerkt om dit verdrag goed te keuren. Voor de commissie zijn dit duidelijke zaken die doen vermoeden dat men het eigen belang prevaleert boven het algemeen belang, in het bijzonder het belang van de marrongemeenschappen. Nu voelen de Fransen zich heer en meester over de Marowijnerivier en storen zich noch aan God noch gebod. De regering heeft duidelijk geen afdoend antwoord op de agressie van de Fransen en heeft de binnenlandbewoners in dat gebied aan hun lot overgelaten. De marronstammen die last ondervinden van de agressie van de Fransen zijn de Paamaka-, Okanisi- en Alukustam.
Het doet de regering goed om op zeer korte termijn, liever gisteren dan vandaag, een duidelijk signaal te sturen richting Frankrijk. Het is deze zelfde Frankrijk die de huidige regering had gekozen tot de poort voor Suriname tot Europa en de Europese Unie. De Fransen laten met hun acties duidelijk blijken dat zij niets van belang hebben en niets zien in de Surinaamse autoriteiten. Hun gedrag wijzen erop dat het de Surinaamse autoriteiten zijn die hun nodig hebben, maar zij hebben de Surinaamse autoriteiten niet nodig. Het blijven accepteren van alle soorten giften van bepaalde landen maakt dat zij je als een soort ‘vriendje’ gaan zien en behandelen.
Wij moeten als land leren om respect af te dwingen door niet alle wisje wasje van andere landen te accepteren in de vormen van donaties. Het doneren van vuilcontainers en vuilniszakken via ons consulaat in Frans-Guyana aan het district Marowijne is een vorm van zaken doen die vermoedelijk hebben gemaakt dat de Fransen ons als een ‘vriendje’ zien. Ook bij het plegen van het nodige onderhoud en de vervangingswerkzaamheden aan de infrastructuur van de veerverbinding te Albina en St. Laurant zijn het de Fransen die het overgrootste deel van de kosten moeten dragen. Op deze wijze maken wij als land ons internationaal belachelijk, omdat wij duidelijk laten merken dat wij onze eigen boontjes niet kunnen doppen. De Fransen helpen ons in het oosten en zien dat vermoedelijk als een vrijbrief om hun agressie te rechtvaardigen. Zij stellen duidelijk het geduld van de aanwezige marrongemeenschappen op de proef en zeker nadert het een kookpunt, waarbij escalatie niet is uitgesloten.
Indien het verwerpelijke gedrag van de Fransen zich blijft voortzetten, is de kans groot dat zaken op een dag uit de hand zullen lopen. De mensen zullen de hef in eigen handen nemen, omdat zij tot op heden van mening zijn dat de regering hen aan hun lot hebben overgelaten. De mensen zullen dan op de een of andere manier zorgen voor hun eigen bescherming, omdat zij niet meer van plan zijn om zonder slag of stoot hun zuurverdiende waarden op zeer verwerpelijke wijze aan de Fransen over te dragen. De gevolgen zullen vermoedelijk dan niet te overzien zijn. De huidige regering zal dan verantwoordelijk worden gehouden voor alles wat zal plaatsvinden.
Tot op heden is het de Commissie 10 Oktober 2018 gelukt om bepaalde onprettige situaties te voorkomen, omdat de plaatselijke gemeenschap vertrouwen heeft in de aanpak van de commissie. De commissie verzoekt de regering daarom om zo snel als mogelijk ervoor te zorgen dat alle Surinamers zich vrijelijk mogen bewegen op de Marowijnerivier. Al wordt aangenomen dat de grenslijn over de Marowijne- en Lawarivier loopt via de middellijn, de vaargeul in de rivier loopt op andere wijze. De vaargeul loopt zowel aan de Franse als Surinaamse zijde en is sterk afhankelijk van de waterstand in de rivier en de werkzaamheden van de skalians.
De Commissie 10 Oktober 2018
Ing. L. Brunswijk, voorzitter
Dr. R. Ravenberg, secretaris