Aan het einde van het schooljaar staat het onderwijs volop in de belangstelling. De blikken zijn gericht op de uitslag van de examens. Studenten hopen van ganser harte dat de geleverde inspanning bekroond wordt met een felbegeerd diploma. Ouders kijken vol spanning uit naar de examenresultaten. Zij delen immers in de vreugde of teleurstelling van hun kinderen. Niet alle studenten zullen helaas in juichstemming verkeren.
Slaagpercentages havo onder de loep
De cijfers die vrijgegeven zijn door het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) geven aan dat het landelijk gemiddelde havo gestegen is met 3.5 procent ten opzichte van het vorig jaar. In 2017 maar ook in 2018 was het landelijk gemiddelde direct geslaagden van de dagscholen havo 44 procent. Dat resultaat is nu 47.5 procent en niet 52 procent zoals een lokaal dagblad met stelligheid beweert. Data is pas bruikbaar als het accuraat en volledig is. De lichte stijging is bemoedigend, maar de huidige resultaten geven nog geen reden tot euforie. De avond havoscholen scoren traditioneel minder dan de dagscholen. Het landelijk gemiddelde van de twee avond havoscholen direct geslaagden 2019 is 36.7 procent.
Beter presterende scholen in 2019
Het is interessant om de drie scholen met de beste resultaten direct geslaagden van 2019 onder de loep te nemen en na te gaan hoe deze scholen over een reeks van jaren presteren. Dan worden de fluctuaties in slaagpercentages zichtbaar. De Scholengemeenschap Nickerie (SGN) heeft voor het jaar 2019 het hoogste percentage direct geslaagden gerealiseerd en wel 64.2 procent, gevolgd door de Scholengemeenschap Sanatan Dharm (SGS) met 61 procent. Op de derde positie staat het SG Henri Hassankhan Dependance (HHS-Dep) met een resultaat van 57.5 procent.
Alleen HHS heeft het gepresteerd om in twee opeenvolgende jaren als beste uit de bus te komen en wel in de jaren 2011 en 2012. SGN viel de eer te beurt om met 69 procent in 2013 het allerhoogste percentage direct geslaagden te realiseren in de afgelopen negen jaar. De percentages van de scholen met de beste resultaten schommelen tussen 48 en 69 procent.
Schommelingen in prestaties
Er zijn grote verschillen in prestatie tussen scholen, maar ook schommelingen van percentages in opeenvolgende jaren zonder dat er een afdoende verklaring wordt gegeven. Een opgaande lijn wordt doorgaans niet volgehouden. Wij zien over een reeks van jaren enorme verschillen in resultaten.
a. Opmerkelijke fluctuaties in percentages direct geslaagden constateren wij ook bij de Henri Hassankhan Dependance die in 2019 met 57.5 procent een aanvaardbaar resultaat direct geslaagden aflevert. In 2016 had deze school een bedroevend resultaat van 29 procent om vervolgens een enorme sprong voorwaarts te maken naar 45 procent in 2017. Dat was een toename van 16 procent in een turbulent jaar met relatief veel lesonderbrekingen. In 2018 vertoont HHS-dependance een terugval van 12 procent en heeft 33 procent direct geslaagden. Nu veert deze school weer op naar een resultaat van 57.5 procent direct geslaagden in 2019.
b. SG Kwatta (van 35 naar 55 procent) en SG Tamanredjo (van 37 naar 51 procent) maken ook een grote sprong voorwaarts in 2019, maar de Henri Dahlbergschool (Havo-2) valt terug van 52 procent in 2018 naar 46 procent in het huidige jaar.
c. SG Maho uit Saramacca had met 59 procent het beste resultaat in 2017, maar noteert in 2018 slechts 41 procent direct geslaagden. Dat is een terugval van 18 procent. In 2019 is het percentage direct geslaagden opgelopen naar 52.4 procent.
Veel herexamenkandidaten
Het havo heeft traditioneel het hoogste aantal herexamenpercentages van alle onderwijsniveaus. De ervaring leert dat uiteindelijk een relatief groot deel na herexamen slaagt, zij het met de hakken over de sloot. Mijn projectie is daarom dat het eindexamenresultaat (na her) zal uitkomen boven 65 procent. Wij moeten echter niet tevreden zijn met een hoog percentage herexamenkandidaten. De focus moet gelegd worden op het vermeerderen van het aantal direct geslaagden.
Kernvraagstuk oplossen
Een analyse van de cijfers over een reeks van jaren laat zien dat er grote fluctuaties zijn in resultaten. Een opgaande lijn wordt altijd gevolgd door een terugval. Het havo presteert in vergelijking met het vwo ondermaats. Het is een 2-jarige opleiding, maar de meeste studenten doen er drie jaar over. Afgezien van versoepeling van herexamennormen zijn er in de loop der jaren geen maatregelen genomen.
Symptoombestrijding richt zich naar het onderdrukken van de negatieve effecten zonder de oorzaken van de problematiek weg te nemen. Indien de kernproblemen niet in kaart gebracht worden zal het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur geen doelgerichte maatregelen nemen. De scholen worden het volgend jaar wederom geconfronteerd met dezelfde problematiek. De prestaties zullen fluctueren maar het is niet te verwachten dat er wel duurzame verbeteringen zullen optreden met betrekking tot de kwaliteit en het rendement van ons onderwijs.
Ivan Fernald