De stembusuitslag van 25 mei 2020 moet een markering zijn voor een nieuw Suriname, waarbij democratische waarden hoog in het vaandel staan en een ongekende economische groei. Met de vele bodemschatten en een kleine bevolking zou Suriname tot een van de rijkste landen in de regio moeten behoren. Het tegendeel is waar. Enkelen hebben het land naar de afgrond gebracht. Vredelievende Surinamers nemen dit graag voor lief. Het lijkt alsof het tij is gekeerd.
Lege staatskas
Met de enorme schuldenberg en een lege staatskas is het bijna een onmogelijke opgave voor de nieuwe regering om beloftes aan het volk in te lossen en tegelijkertijd de bijna vergane natie van de ondergang te redden. Velen, waaronder ook de gerenommeerde bedrijfskundige dr. Ashwin Ramcharan, hebben reeds hun licht laten schijnen over de economie met diverse modellen. Nu al voorspellen critici niet veel goeds voor de VHP bij de verkiezing 2025 en de weg is terug bij af.
Mijns inziens dient er een gigantische omwenteling plaats te vinden in de ontwikkelingsgang van het land. Reeds in 1991 heeft Nederland de handreiking gedaan voor een gemenebestrelatie met Suriname. Er lag toentertijd een plan van de toenmalige premier Ruud Lubbers, het zogeheten Lubbersplan (Gemenebest 1991) om Suriname van de ondergang te redden. Elke natie dient een volwaardig bestaan aan zijn burgers te garanderen (VN-handvest: IX artikelen 55-72). Door de grote schuldenberg en de deplorabele toestand van de economie heeft China thans Suriname is zijn greep, een neokoloniaal tijdperk is ingeluid. Het is alom bekend dat vele Afrikaanse landen gebukt gaan onder het juk van grootmacht China door torenhoge schulden. Tijd voor hernieuwde relaties met bevriende naties.
Reddingsboei
Een rigoureuze verandering kan worden bewerkstelligd door een gemenebestrelatie aan te gaan met het voormalige moederland Nederland (EU). Vanwege de historische band met Nederland heeft Suriname recht op een volwaardige relatie, recht op ontwikkeling in democratie en welvaart (VN- handvest: 1514 Ex-koloniën). Doelend op deze verplichting van het moederland komt er een Gemenebesthandvest tussen beide landen, waarin de intensieve samenwerking wordt vastgelegd op het gebied van economie, onderwijs, bestuur, defensie, democratie, sport en duurzaamheid en nog meer.
Tal van voorbeelden van gemenebestrelaties in de wereld hebben welvaart en welzijn gebracht. Voorbeelden van Engelse ex-koloniën als Singapore en Maleisië zijn bekend als zeer welvarende staten in de wereld.
Globalisering leidt tot toenemende vervlechting en wederzijdse afhankelijkheid van natiestaten op het gebied van economie, wereldwijde kennissystemen, internationale regelgevende organen (VN, WTO, Caricom, etc.) en gerechtshoven. Door deze vervlechting is het rendement hoog voor Suriname, omdat men in de gemenebestconstructie het meest profiteert van de geĂŻndustrialiseerde landen in de EU.
Het plan Lubbers
Door toenemende onderontwikkeling en vrees voor een afnemende democratie heeft juist Nederland in 1991 gepleit voor een gemenebestrelatie (Gemenebest 1991). Het wordt gezien als schadeloosstelling van driehonderd jaar kolonisatie. Paramaribo zou met Den Haag intensief samenwerken op essentiële gebieden zoals het buitenlands beleid, defensie, monetaire en economische zaken. Hoewel het Surinaamse publiek, de Staatsraad, en verschillende wetenschappers dit voorstel toejuichten als antwoord op de politieke en sociaaleconomische problemen van het land. Anderen met name enkele vertegenwoordigers van de politieke partijen en leden van de NDP hekelden het Lubbers-plan als slechts een vorm van herkolonisatie (Schalkwijk, 1994).
De gemenebestrelatie betekende geenszins het opgeven van de soevereiniteit, maar juist een versterking van de banden en ondersteuning. Het debat is onvoldoende benut voor een standpunt richting intensieve samenwerkingsverbanden, vanwege onjuiste vooronderstellingen jegens het toenmalige moederland. Er is geenszins een start gemaakt met rondetafelconferenties, omdat het politieke klimaat ongunstig was uit vrees voor de militaire bemoeienis.
Een gemenebestrelatie van Suriname met Nederland (EU) was al 1991 in het moederland geboren en kent alleen maar voordelen voor beide partijen, het is een win-win-situatie. Suriname komt uit het isolement, welvaart en welzijn stijgt. Er komt vrij personenverkeer tussen de landen Suriname en Nederland, inclusief de EU. Surinaamse studenten kunnen volwaardig deelnemen aan onderwijs bij diverse hoge onderwijsinstellingen en universiteiten in de EU, wat een enorme impuls geeft aan het intellectuele vermogen van het land, dat weer leidt tot economische groei en beter welzijn van burgers.
De gemenebestconstructie voorziet in een nauwere economische samenwerking met de EU met ongekende investeringsmogelijkheden. Suriname sluit zich aan bij een groot handelsblok EU met ongekende mogelijkheden om producten af te zetten. Ook het gebruikmaken van innovatieve technologieën op diverse terreinen met namen op het gebied van de landbouw, mijnbouw (olie en gas) en nog meer, levert gigantische voordelen op.
Monetaire unie
Een enorme toegift in het Lubbersplan is het vormen van een muntunie tussen beide landen (Gemenebest 1991). Hetgeen heden ten dage zou betekenen dat de euro wordt ingevoerd als munt in Suriname. Lubbers wilde middels de muntunie internationale investeerders aantrekken om de economie te stabiliseren. Economen waren ervan overtuigd dat een monetaire unie de belangrijkste factor was om problemen, waaronder destijds het versnellen van de devaluatie van Surinaamse gulden, een halt toe te roepen en onder controle wordt gebracht. Heden ten dage is het een zegen voor de steeds verdere afwaardering van de SRD.
Terugkijkend op de vijfenveertig jaar onafhankelijkheid heeft Suriname de volledige soevereiniteit niet bereikt, maar steeds afhankelijk geworden van China, wat een zorgwekkende ontwikkeling met zich meebrengt. Het wordt tijd voor de keuze naar een drastische omwenteling van zaken die het land ten goede keert en veel voorspoed kan brengen. Het Lubbersplan (Gemenebest 1991) voorzag daarin en kan een enorme opleving betekenen voor de welvaart en het welzijn in Suriname. Waarom wordt de draad niet opgepakt? Niet dat men het antwoord schuldig moet blijven bij de verkiezingen van 2025, want de afstraffing wordt pijnlijk.
David Dewdath
Pedagoog
Almere, Nederland