Geachte redacteur. Er is in uw medium een stelling geponeerd door de korpschef dat de criminaliteit in Suriname niet is gestegen. Gaarne geef ik u mijn visie hieromtrent.
ADVERTENTIE |
“Les 1 van elk college criminologie geeft aan dat politiestatistieken niet representatief zijn voor weergave van de daadwerkelijk gepleegde criminaliteit, omdat politiestatistieken uitgaan van de geregistreerde criminaliteit. In de volksmond bekend als de aangifte. Het registreren van criminaliteit is weer afhankelijk van de aangiftebereidheid van de gemeenschap. Hoe hoger die aangiftebereidheid hoe hoger de geregistreerde cijfers, hoe lager de bereidheid hoe lager de cijfers.”
“Politiecijfers geven de objectieve veiligheid weer. Het veiligheidsgevoel van de burgerij geeft de subjectieve veiligheid weer. Die subjectieve veiligheid is afhankelijk van de frequentie van gepleegde misdrijven, de aanrijtijd van de politie, het vermogen van de politie om tot oplossing van de misdrijven te geraken, hetgeen een vertrouwenscheppende werking kan hebben. Uiteindelijk bepalen deze factoren de aangiftebereidheid. Uit onderzoek is het mij gebleken dat de aangiftebereidheid op dit moment laag is hetgeen zich vertaald richting lage criminaliteitscijfers, die onterecht de conclusie geven van dalende criminaliteit. Ik ken slachtoffers van ernstige misdrijven, die geen aangifte hebben gedaan om uiteenlopende redenen.
Teneinde een juiste balans te vinden tussen objectieve- en subjectieve veiligheid is wetenschappelijk onderzoek nodig. Dit kan in de vorm van een self-support onderzoek richting dader(s) en slachtoffers. Door de geregistreerde criminaliteit te combineren met de resultaten van het self-support onderzoek wordt er een betrouwbaar beeld geschapen omtrent de daadwerkelijk gepleegde criminaliteit.
Diverse internationale organisaties als UNDP, UNODC, Caricom-Impacs, OAS, Caribbean Council en IDB geven in hun respectieve jaarrapporten onomwonden aan, dat ten aanzien van de Caribische regio (dus óók Suriname) er duidelijk sprake is van verruwing én stijging van de criminaliteit. De oorzaken hiervoor zijn onder andere immigratie en de grote stroom vluchtelingen uit Haïti, Venezuela, Dominicaanse Rpubliek, globalisatie, nieuwe trends in transnationale criminaliteit, drugshandel, mensenhandel, veranderende leef- en woonomstandigheden, de COVID-19-pandemie en misbruik sociale media. Internationale organisaties gaan niet uitsluitend af op politiestatistieken, maar combineren deze gegevens met het subjectieve veiligheidsgevoel onder de burgerij.
Voorts moeten wij de infiltratie van de georganiseerde misdaad (de fullhouse misdaad-bendes) binnen opsporings- en veiligheidsdiensten niet onderschatten. De slagkracht, integriteit, veiligheid en resultaatgericht optreden van deze diensten leiden hierdoor ernstige schipbreuk.
Een laag veiligheidsgevoel in combinatie met een misdrijf waarbij sprake is van ernstige inbreuk op de rechtsorde, geeft voldoende aanleiding om de kwalificatie ‘stijging criminaliteit’ te bezigen. Vaak wordt er ook zwaar geweld aangewend en nieuwe modus operandi die zich snel verspreiden. Zich slechts concentreren op cijfers is een enge benadering van het criminaliteitsvraagstuk.
Tegenwoordig worden veranderende maatschappelijke factoren, internationale trends, ruimtelijke ordening, vertrouwen in de politie en het algemeen veiligheidsgevoel meegewogen om tot de kwalificatie stijging – of geen stijging – te komen. Uiteindelijk moet dus een self-support onderzoek de daadwerkelijk gepleegde criminaliteit weergeven. Statistieken zijn wél noodzakelijk, immers zij geven een indicatie omtrent de criminaliteit maar niet omtrent de daadwerkelijke omvang of frequentie ervan. Hierop moet er beleid ontwikkeld worden.
Conclusie:
Er is wél sprake van stijging van de criminaliteit, er is tevens sprake van ernstige verruwing (extreem geweldgebruik). Het antwoord hierop én op het onveilig gevoel is capaciteitsversterking bij opsporings- en veiligheidsdiensten, forse investeringen zowel materieel, fysiek en technisch, burgerparticipatie, nieuwe strategieën zoals community policing, digital policing en digital evidence-based policing, intelligence-based policing, inter-agency-cooperation, internationale samenwerking, opvoeren van integriteit binnen de opsporingsdiensten, drastische en dringende reorganisatie binnen alle opsporings- en veiligheidsdiensten, leiderschap met cognitieve vaardigheden en gezag en geregelde motivatie- en trainingssessies met opsporingspersoneel.
Mark Karg
Inspecteur van Politie (b.d.)