De werkbezoeken van de president en delegatie waren allesbehalve in nationaal belang. Conform artikel 5 van de Grondwet dienen de economische doelstellingen van de Republiek Suriname gericht te zijn op de vestiging van de nationale economie, vrij van buitenlandse overheersing en in het belang van de Surinaamse natie. De werkbezoeken die wij hebben gezien, hadden meer weg van het etaleren van weelde en het voeren van enge partijpolitieke agendaâs, dan van nationaal belang.
Tijdens het werkbezoek in Guyana is vooral opgevallen, hoe de Surinaamse regering zich neerbuigend heeft gedragen, door onder andere aan Guyanese vissers 150 SK-vergunningen te beloven. Na de ophef die is ontstaan haastte de minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) zich, om te verduidelijken dat het niet om nieuwe vergunningen gaat. Volgens hem lijden de Guyanese vissers onder de zogenaamde stromannen en dient er een oplossing daarvoor gevonden te worden. Ten eerste vind ik het onbegrijpelijk dat indien er stromannen bekendstaan bij het ministerie, hoe het kan dat zij niet worden aangepakt.
Ten tweede is het tegen alle principes van behoorlijk bestuur, wanneer een regering openlijk de wettelijke regelingen tracht te omzeilen om een problematiek van illegale aard aan te pakken en op te lossen middels gedoogbeleid. Ook de illegale Guyanese vissers moeten conform de wettelijke regelingen worden aangepakt. De houding, de aanpak en de toezeggingen van de regering zijn allesbehalve, in het belang van Suriname.
Voorts vind ik het uiterst gĂȘnant dat de president toch had ingestemd om naar Guyana af te reizen, terwijl Guyana een topdelegatie naar Houston had afgevaardigd, ter bijwoning van een belangrijke olieconferentie. Jammer dat de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking niet diplomatisch hiermee is omgesprongen. Over het Tigri-gebied is tijdens dit bezoek met geen woord gerept, in tegenstelling tot de brug die over de Corantijnrivier zal verrijzen. Het is ons grondgebied en derhalve heeft Guyana niets te maken met de bouw.
Ook het bezoek van de president aan Nederland is niet vlekkeloos verlopen. Over protocollaire blunders zal ik nauwelijks spreken. Het lijkt er steeds meer op dat de president op werkbezoek is bij VHP Nederland en dat staatsmiddelen schaamteloos hiervoor zijn aangewend. Schaamteloos en oneerbiedig naar de Surinamers in binnen- en buitenland zijn te meer, de uitspraken van de president over het waarderen van excuses voor het slavernijverleden door de gemeente Amsterdam. Immers, hij had moeten aangeven dat de gemeente Amsterdam een voorbeeld is voor de Nederlandse regering en het koningshuis.
Maar het meest kwalijke vind ik nog, dat de president daar aangeeft dat de Nederlandse boeren hier mogen komen produceren, omdat er genoeg ruimte beschikbaar is. Dat is op zijn zachts gezegd schofterig naar alle agrariërs in ons land. Daar waar zij smeken om hulp voor het opbouwen van hun bedrijf, kiest deze regering voor een beleid om hen te vervangen. Daar waar ze wachten op de gedane verkiezingsbelofte voor brandstofsubsidie, het afschaffen van de governmenttake, of de subsidie die zij moeten krijgen voor de schade die zij hebben geleden tijdens de wekenlange wateroverlast, kiest deze regering ervoor om ook de agrarische sector in de schoot te werpen van buitenlanders. Waar is de beloofde hulp en ondersteuning voor de agrariërs van ons land? Waarom krijgen jongeren die willen ondernemen in de agrarische sector niet de ruimte die is beloofd aan de Nederlanders?
Ik hoop dat het volk begrijpt waarom deze regering zo haastig de Ontwerpwet uitgifte domeingrond (grondconversie) wilde doorvoeren. Het was geen toeval. Het is een cadeau aan de Nederlanders, net als de 150 SK-visvergunningen, een cadeau aan de Guyanezen is. Dit beleid maakt dat de Guyanezen heer en meester zullen zijn over onze visgronden en de Nederlanders over onze vruchtbare landbouwgronden.
Dit buitenlands beleid waarbij een uitverkoop gehouden wordt van onze nationale hulpbronnen, kan nimmer een nationaal karakter hebben. Het huidige buitenlands beleid van deze regering druist zwaar in tegen artikel 5 van de Grondwet. Het is allesbehalve gericht op versterking van de nationale economie. Het heeft geen directe voordelen voor de Republiek Suriname en is zeker niet in het voordeel van de Surinaamse agrarische bedrijven. Het heeft er veel weg van het bevoordelen van de VHP-diaspora, die grotendeels in Guyana en Holland te vinden zijn. Ook de kwestie van de smokkel van HaĂŻtianen lijkt in de doofpot te zijn beland; en het is publiek geheim wat de relatie is van de heer Saya met de VHP-voorzitter.
Van ontwikkelingsgerichte diplomatie is er nauwelijks sprake. Die is gebaseerd op gelijkwaardigheid, welke bij deze werkbezoeken duidelijk niet het geval was. Integendeel zien wij dat door het huidige beleid van de regering steeds meer lokale bedrijven hun deuren moeten sluiten en wordt de deur wagenwijd opengegooid voor buitenlanders. President setâ den Sranan sani, want dat na wi sani.
Claudie Sabajo
Lid van De Nationale Assemblée