Met het onderscheiden van verschillen en het op na houden van voorkeuren is er nog bijna niets mis! De beproeving begint pas dan, wanneer wij met dit kosmisch ingebed vaststaand feit moeten dealen. De Surinaamse ‘bromtji djari’ is mooi, maar zoals alles is ook zij dubbel.
Ik heb er vaker op gewezen dat het eten van roti door creolen, het huwelijk tussen een javaanse en een boslandcreool en een synagoge naast een moskee, in feite absoluut niets hoeft te zeggen over hoe Surinamers over Surinamers onderling denken en achter elkanders rug handelen. Ik wil in deze ook verwijzen naar mijn artikel: Stef Blok “failed state” door Islamitische telescoop d.d. 26 juli 2018 in Dagblad Suriname.
Telkenmale wordt structureel overduidelijk feitelijk aangetoond, dat Surinamers nog een hele lange en complexe route moeten volgen om bij benadering tot het woord natievorming te geraken. Deze route wordt vooral bemoeilijkt door onder andere mensen die getraumatiseerd zijn geraakt door een of ander voorval dan wel issue met personen c.q. instituties die niet tot hun groep/ras behoren.
Ook bestaan er subtielere vormen die zich hebben weten te groeperen in politieke partijen. Wij denken bijvoorbeeld aan het politiek clubje van zwaar gefrustreerde ingenieurs die dankzij Nederland kennis mochten vergaren en deze nooit ten bate hebben weten te gebruiken voor Suriname. Tot nog toe niets ernstigs aan de hand, dan wel de typische broodnodige Surinaamse sensatie (als dekmantel), waarbij anderen er wel bij varen. Politici, religieuze leiders en andere organisaties die pretenderen de ‘bromtji djari’ te koesteren, zwijgen altijd wanneer zij niet moeten zwijgen. Helaas! Gelukkig kennen wij onze burgerplicht naar onze ‘bromtji djari’.
Het verhaal begint een diepere dimensie te krijgen, wanneer invloedrijke mensen (het maakt dan effe niet uit voor de brede groep mensen, hoe dezen aan die invloed zijn gekomen) zich ongelukkigerwijze gaan wagen aan irrationele, destructieve en ongenuanceerde uitspraken.
De vicepresident van de Republiek Suriname, Zijne Excellentie Ronnie Brunswijk, MBA, heeft op 10 oktober 2021 (Marrondag) een serieuze oproep gedaan aan de ‘fotto nengre’ (stadscreolen) en de ‘bush nengre’ (binnenlandse creolen) om zich te bundelen, waarbij de vicepresident hun verzekerde dat hij altijd direct achter hen staat (“…alla sa ai go over deng blaka mang me ai djompo gi deng…”) en stelt dat dit een kans voor hun is. Deze oproep wordt gedaan door de vicepresident van een zeer multiculturele en uiterst diverse pluriforme samenleving, waar ook de wereld naar keek/kijkt?
Je hoeft geen professor te zijn om te begrijpen dat deze uitspraak niet past in de hedendaagse geciviliseerde wereld c.q. gedigitaliseerd tijdperk anno 2021, waarbij alle grenzen en poorten van de wereld voor iedereen die ontwikkeling wil brengen worden opengetrokken. Derhalve verdient deze, van elke ratio gespeende en voor zichzelf sprekende, uitspraak van de vicepresident het niet om door mij te worden becommentarieerd.
De president van de Republiek Suriname, Zijne Excellentie Chandrikapersad Santokhi, heeft van meet af aan gesteld dat er onder andere transparantie, eenheid in beleid en bestuur is. Indien deze regering nog serieus genomen wil worden (ook door andere landen …) met de ‘bromtji djari’ sage; dan dient de president van de Republiek Suriname, Zijne Excellentie Chandrikapersad Santokhi, terstond een ernstige reprimande hiervoor te geven aan de vicepresident, Ronnie Brunswijk, waarbij zowel president Santokhi als vicepresident Brunswijk serieuze en welgemeende excuses hiervoor maken aan het Surinaamse volk. Dit, omdat wij, het volk, er geen nood aan hebben om ons te verenigen in hokjes: WIJ zijn de BROMTJI DJARI!
N. Walie Taus