Ik heb in een eerder artikel stilgestaan bij de invoering van parallelle munten, SRD, USD en euro (de Chinese munt erbij doen zou ook goed zijn). Dit concept is in de afgelopen periode, kort na het verschijnen van mijn artikel op Suriname Herald, ingevoerd in Zimbabwe en Cuba. Ik verwacht dat er meer ontwikkelingslanden zullen volgen. Dollarisatie is uit de mode, parallelle munten is de nieuwe manier om koopkracht te verbeteren. Ik sta nu stil bij het Suriname-IMF-kruispunt zonder stoplichten. Hoe nu verder?
Het binnenhalen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) was bittere noodzaak, wordt ons uitgelegd. Onvermijdbaar en vooral van groot overlevingsbelang. Maar wat heeft IMF Suriname tot nu toe opgeleverd?
Door de komst van het IMF kon Suriname begrotingssteun krijgen onder strikte voorwaarden. Doordat IMF aan tafel schoof als partner in de reorganisatie van staatsfinanciƫn gingen deuren open bij de International Development Bank (IDB), de Wereldbank en zo nog meer. Men kon WEER lenen om te regeren, want het is nog steeds lenen, maar dan tegen gunstige voorwaarden. Tot hieraan toe, begrijpelijk.
De duimschroeven van IMF
Aan de andere kant gingen ook veel deuren dicht. De staat mocht niet meer ālenenā, andersoortige investeerders binnenhalen, want dat werd weer als een lening gezien. Het hele āfresh capitalā idee werd een no-go. Niet dat de diasporah clowns hun circus van verhalen zouden kunnen waarmaken, maar Suriname kwam zo door het binnenhalen van het IMF in de duimschroeven terecht. Creatief financieren door bijvoorbeeld staatsgaranties of andersoortige staatsdekkingen mochten niet meer, want die worden door IMF gezien als ordinaire leningen en dus weer ophoping van de schuld van de staat bij derde.
Wc-papiereffect
De SRD-koers bleef lang stabiel rond de SRD 21-22 op de Amerikaanse dollar. Ik betwijfel of het een klein succes was, de resultante van de OMO (de openmarket operations) waar alleen banken aan mochten meedoen. Ik denk eerder dat het kwam doordat de economie van Suriname een tijd lang door de naweeƫn van COVID, slap erbij lag en dus de vraag naar valuta, door uitblijvende groei van de Surinaamse economie, laag bleef en dus de koers een hele tijd slap erbij bleef liggen.
Dus de verdere uitholling van de SRD bleef even uit. De koopkracht bleef enigszins stabiel op SRD 21-22, zou je kunnen concluderen. Even leek het erop dat de inflatie in Suriname beteugeld was. Vladimir Poetinās inflatie pistool gooide roet in de moksi alesi. Suriname kampt weer met onbeheersbare hoger dan verwachte inflatie. Het IMF weet het ook niet meer!
Nu het IMF de begrotingssteun heeft opgeschort totdat de afspraken rondom de btw-invoering zijn nagekomen, en dus de laatste tranche niet is overgemaakt, zien we dat de koers omhoog kruipt en de uitholling, waardevermindering van de SRD toeneemt. Het wc-papiereffect kickt in.
Voordat Suriname IMF opdondert, eerst zelf je huiswerk op orde
Men kan het IMF wegsturen maar dan zullen de potentiƫle effecten tijdig middels scenario analyses in kaart gebracht moeten worden om daar oplossingen bij te bedenken. Geruststellend is dit scenario niet. Men is al ingeslagen op de IMF-route en een onverwachte breuk gaat veel stof doen opwaaien.
Men kan ook weer, goed voorbereid, met het IMF gaan onderhandelen en het oorspronkelijk programma flink aanpassen. Ik stel dit laatste voor.
De volgende overwegingen leg ik u voor als onderwerpen voor de onderhandeling:
1. Bespreek met IMF welk type āfresh capitalā wel welkom is
Het IMF moet begrijpen dat het uitsluiten van interessante, bonafide en duurzame investeerders van groot belang is voor Suriname. Als het IMF vertrekt moet Suriname haar eigen broek omhoog kunnen houden en dan niet alleen met olie- en gas-bretels, maar met een sterke riem, een gediversifieerde economie. Niet alleen steunende op olie en gas.
Spreek met het IMF af dat je voortaan als land investeringsvoorstellen van investeerders die staatsgarantie vergen, open en transparant voorlegt ter bespreking met het IMF. Dus geen Surfin en Italiaanse trucjes, maar open en transparant. Vraag het IMF om begrip en goedkeuring, zoek de grenzen op een constructieve manier op in de onderhandeling.
2. Voer de btw gefaseerd uit
Suriname is al ruim 15 jaar bezig btw in te voeren. Invoeren van een verandering in een bestaand systeem is nooit eenvoudig. Beleidsmakers staan over het algemeen vaak te weinig stil bij de stappen die op de werkvloer genomen moeten worden door betrokkenen, bijvoorbeeld ondernemers.
Daarom blijft de invoering van bijvoorbeeld btw uit. En daarom stel ik voor het praktisch te houden. Focus in eerste instantie op de grote jongens, 80 procent van de btw halen bij 20 procent van de ondernemers, als eerste. Voer de btw in bijvoorbeeld vijf fasen in, dat is behapbaar, operationeel te absorberen en dus uitvoerbaar.
– Fase 1: bedrijven met een omzet van meer dan SRD 20 miljoen omzet als eerste. Kan en moet in/voor december van 2022.
– Fase 2: bedrijven tussen SRD 20 miljoen en SRD 10 miljoen, eerste kwartaal 2023.
– Fase 3: bedrijven tussen 10-5 miljoen in het tweede kwartaal van 2023.
– Fase 4: bedrijven met een omzet tussen SRD 5-1 miljoen in het derde kwartaal van 2023.
– Fase 5: bedrijven onder de 1 miljoen (mom & pop shops, kleine ondernemers), vaste btw betalen per jaar ongeacht hoeveel omzet.
Bovenstaande gefaseerde invoering zou het IMF moeten kunnen accepteren. Het is een vertoning van goede wil vanuit de staat en vooral een haalbare route om het IMF te overtuigen dat Suriname de wil heeft om haar afspraken na te komen.
3. Introduceer per direct een bankenbelasting
De banken waren de enige partijen die mochten meedoen in de eerste fase van de OMO (de openmarket operations) en ze hebben hoge rentes ontvangen door mee te doen aan de OMOās. Dit geld is een flinke meevaller voor de banken en hun aandeelhouders. Ongeacht of de OMOās goed genoeg hebben gewerkt, het is nu tijd dat de banken via de voordeur hun āOMO-winstenā afdragen aan de staat. Dus zo snel mogelijk een bankenbelasting invoeren van tussen de 50-60 procent bankenbelasting. De banken mogen wat houden van hetgeen ze hebben verdiend, bijvoorbeeld vijf procent. Niets mis mee.
Maar we gaan niet de banken het geld dat bestemd was om de koers te stabiliseren, afkomstig was van het IMF voor de OMOās, en dus uiteindelijk een schuld is dat het volk van Suriname draagt, dat de banken in vorm van forse rentes hebben verdiend, bij de banken laten. Nee, nee, nee! De staat moet dit geld nu via dezelfde voordeur, via een bankenbelasting terughalen naar de staatskas. Dit geld kan dan gebruikt worden om het nodige beleid van de overheid te financieren. Het IMF kan zo een bankenbelasting, om het OMO-rentegeld weer terug te halen bij de banken door de staat, niet tegenhouden.
Dus spoedig weer naar de onderhandelingstafel met het IMF, want die ruimte is er. Want zoals het er nu voorstaat is het IMF die man die zijn vrouw iedere dag slaat. Op gegeven moment is het voorbij.
En als het IMF niet wil meewerken, netjes afscheid nemen, want het concept van parallelle munten is nog altijd mogelijk. Maar alleen afscheid nemen via een Nationaal Referendum, want het gaat om wat het volk wil!
Dr. Ashwin Ramcharan RO