De behandeling van de wijziging van de Wet werkvergunning vreemdelingen heeft plaatsgevonden. Volgens de voorzitter van commissie van rapporteurs, DNA-lid Radjendre Debie, heeft de wijziging betrekking op slechts een tariefaanpassing. Debie geeft aan dat met de bekendmaking van de president c.q de regering dat ingaande 1 juli 2022 de visumplicht voor alle 192 landen in de wereld naar Suriname is afgeschaft, geeft de behandeling van dit ontwerp een extra dimensie. In feite zou met de afschaffing van de visumplicht voor alle landen naar Suriname, de wetgeving over vreemdelingen en arbeid in Suriname integraal bekeken moeten worden.
Nu kunnen burgers van alle landen dus van rijke en arme landen over de gehele wereld vrijelijk naar Suriname afreizen, dus zonder enige beperking verdient dit op zich een beschouwing. Een visum is een officiële toestemming een land binnen te reizen en in dat land te verblijven. Vaak is een visum voor beperkte tijd geldig en na die tijd moet de reiziger het land verlaten.
Met de visumplicht worden er voorwaarden opgelegd aan het bezoek, bijvoorbeeld dat de bezoeker geen activiteiten mag uitvoeren op de arbeidsmarkt. En juist op grond hiervan is een werkvergunning vereist voor vreemdelingen. Dus ook de onderhavige wet.
Debie geeft aan dat de kwestie van onze Haïtiaanse en Cubaanse broeders is vers in ons geheugen. Ze zijn in 2019 en 2020 in drommen binnengekomen zonder werkvergunning, hebben arbeid verricht in bedrijven en in de landbouwsector, zonder dat het ministerie in staat was hierop controle uit te oefenen. Velen hebben het land nu verlaten, omdat de lonen hier niet meer aantrekkelijk zijn. Debie ondersteunt volledig het besluit van de regering om de visumplicht af te schaffen in het kader van de bevordering van toerisme, want er is te lang hierover gesproken.
Hoe zal er omgegaan worden met de goudzoekers die hier nu komen of vreemdelingen die nu legaal het land zullen binnenkomen en verdwijnen naar de goudvelden in het binnenland? De vraag ook is, gaat deze wet ook gelden voor een zelfstandige landbouwer, die een vreemdeling in dienst neemt? Bij de landbouw vooral de groenteteelt gebeurt nog heel veel handmatig. Machinediensten zijn duur, want de landbouwer kan je niet twee tot drie maanden laten wachten voor hij of zij een antwoord te krijgen op zo’n verzoek. Alles gaat bederven op het veld.
Volgens Debie zou dit beter zijn voor straks of in de nabije toekomst dit probleem in een samenwerking tussen het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AWJ) en de commissariaten op te lossen. Dit, om lange wachttijden te voorkomen bij het afhandelen van stukken op dit stuk. Debie geeft aan dat voor de agrarische sector wij de controle op arbeid door vreemdelingen anders moeten organiseren.
Tijdens de Caricom-vergadering van staatshoofden en regeringsleiders is ook aangekondigd dat househould domestics, agricultural worker en security officer zich vrijelijk binnen de Caricom-lidstaten mogen bewegen en niet visumplichtig zijn.
Gaarne zou ik van de regering duidelijkheid willen hebben hoe de controle hiervan zal geschieden, met name hoe zal bepaald worden welke personen bijvoorbeeld van de agrarische sector afkomstig zijn?
Zal voor hun dan geen werkvergunning van toepassing zijn?
DNA-lid Radjendre Debie