Daar nu het bezoek van de Nederlandse premier, Mark Rutte, en zijn gevolg achter de rug is zullen de plichtplegingen, beleefdheden en de welkomstrituelen over en weer nog even nagalmen. Intussen sijpelen geluiden de Nederlandse media binnen over de verwondering van de deputatie over het prachtig land, de potentie en de mensen – ondanks de schaduwzijden in het verleden.
Tussen de regels door was toch wat lichte kritiek bijvoorbeeld over de reactie van notabene vicepresident Ronnie Brunswijk, die quasi niet wist wie premier Rutte was en of hij Suriname zou aandoen. Als door een wesp gestoken corrigeerde de vicepresident zichzelf en heette premier Rutte alsnog welkom. “Wij zullen hem met open armen ontvangen”, zei de vp.
Monitoring en controle
De vraag die blijft hangen is; wat heeft het bezoek van de premier Suriname opgeleverd of beter gezegd, wat zal de staatskas in de nabije toekomst doen rinkelen naar aanleiding van het bezoek van de eerste minister Rutte. Wat we weten is dat er zes, gewoon in het Nederlands, Memorandum van Overeenstemming (MvO) zijn ondertekend tussen de Nederlandse- en Surinaamse bedrijven onder andere in de sectoren gezondheidszorg, duurzame energie, rijstproductie en visteelt. Dat is goed nieuws.
Maar als dat Moesje naar Parijs zal brengen weten we niet. Niet dat we de Nederlanders niet vertrouwen, want ze zijn kennelijk met goede bedoelingen langs geweest. Het punt is de monitoring en controle op de projecten. We kennen de Surinaamse politieke cultuur: alles is politiek gelieerd. Dus moeten alle Surinamers met open ogen de vinger aan de pols houden. Zoals oud-president Ronald Venetiaan het ooit zei: “We moeten waakzaam blijven”.
Vooral de buitenparlementaire politieke partijen, de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), vakbonden, maatschappelijke organisaties, Rekenkamer en de CLAD zouden met timmermansogen de projecten zijdelings monitoren en controleren. Evenals de vijfde macht (de media) die niet was uitgenodigd bij de ondertekeningsceremonie.
Omdat vanwege het diep ingewortelde wantrouwen, weten we dat de officiële instituties voor geen meter functioneren (de goede niet nagesproken) en daar bovenop door de gevoerde etnische politiek, nepotisme en corruptie die de gemeenschap al tijden een doorn in het oog is.
Maar met het aantreden van deze regering een tandje hoger is geschakeld in het begunstigen van familie en vrienden. Zo komt het land geen steek verder. Suriname moet zich behoeden voor nog meer decepties en flaters bij de uitvoering van nieuwe projecten. Want in het verleden zijn vele daarvan een stille dood gestorven zoals het cassaveproject, palmolie-industrie, sappenfabriek en zo meer. Bij komt kijken dat de meeste zogenoemde parastatale bedrijven verlieslatend zijn. In Suriname bestaan er stille krachten die de exportproductie van het land liever de nek omdraaien ten faveure van hun eigen belang (broekzakken).
Roamingkosten smoren in de doofpot
Of de roamingkosten van duizenden Surinaamse dollars die de ministers Amar Ramadhin, Albert Ramdin, David Abiamofo en Kenneth Amoksi op kosten van ‘lanti’ hebben gemaakt tijdens hun verblijf vorig jaar in Nederland, worden teruggevorderd horen we te weten. De ministers, die vaker in het buitenland zijn geweest, hadden moeten weten dat bij het gebruik hun mobiel in het buitenland gepaard gaat met hoge roamingkosten. Deze kwestie is dus niet nieuw en speelde al vanaf vorige regeringen.
De ministers doen alsof zij nooit van een tweelandensimkaart hebben gehoord. Met meel in de mond verklaarde president Chan Santokhi hierover: “(…) Het mag niet meer gebeuren”, maar voegde het woord niet bij de daad. Zo worden ongehoorde praktijken met de mantel der liefde bedekt. Of de Rekenkamer deze onterechte factuur, die de belastingbetaler moet ‘dokken’, in haar verslag heeft gerapporteerd weten we nog niet.
Om de winti wai lanti pai cultuur te doorbreken, waarvan de gebruikers van roaming zich nauwelijks generen, zou lik op stuk overheidsbeleid moeten leiden tot terugvordering, zodat de mensen in het land en vooral de jongvolwassenen zien dat corruptie en gefrommel niet lonen.
De reislustige president Santokhi heeft nogal wat vlieguren gemaakt over deze aardbol: Mexico, Dubai, Glasgow (Schotland), Nederland enzovoort. Wat deze reizen Suriname hebben gekost en de baten daarvan zijn weten we niet. Wellicht zou bijvoorbeeld de VES – die als de informele particuliere waakhond van ‘s landsfinanciën wordt beschouwd – licht in de duisternis kunnen brengen voor de gemeenschap en het parlement over de kosten en baten van de projecten. Omdat zij mogen weten waaraan hun belastingcentjes worden besteed.
Edgar Power