Functioneel bekeken zijn voor de president van een land, kundigheid en vertrouwen de kernbegrippen die indicaties zijn van vakmanschap. Succes van de president van een land wordt afgemeten aan het welzijn van de bevolking en aan de ontwikkeling van het land als geheel. Het lukt de heer Santokhi maar niet om voor Suriname op het spoor van welzijn en ontwikkeling te komen en dit falen komt door zijn gedrag.
Wanneer we beeldmateriaal en zijn teksten uit zijn verkiezingscampagne vergelijken met beeldmateriaal en zijn teksten sinds het begin van zijn presidentschap, kunnen we niet anders dan vaststellen dat de VHP-politicus Santokhi iemand anders is dan de nationale president Chan Santokhi. Alleen al deze gedaanteverwisseling zou reden moeten zijn om hem uit het presidentschap te ontheffen. Waarom? Omdat die gedaanteverwisseling de belangrijkste indicatie is dat we hier van doen hebben met een onbetrouwbaar mens. Maar Surinamers zijn over het algemeen afwachtend en weinig eisend. In een globaliserende en competitieve wereld is dat onvoordelig.
Wie beseft in welke deplorabele DESTEP toestand (DESTEP staat voor: demografisch, economisch, sociaal-cultureel, technologisch, economisch, politiek) Suriname verkeert en het gedrag van zijn president observeert, kan niet anders dan vaststellen dat het leiderschap van Suriname enkele maten te groot is voor hem. Dat zou op zich geen ramp hoeven te zijn wanneer hij een team had van ter zake kundige en met land & volk betrokken ministers en adviseurs, en goed functionerende instituties. Helaas, in tegenstelling tot zijn verkiezingsbeloften, selecteerde de president – en ook de vicepresident – familie en vrienden en partijpolitieke loyalisten om hem heen en versterkte hij de verzwakte instituties niet.
Het resultaat is wanprestatie in alle sectoren van DESTEP. Deze wanprestatie tracht de president te managen met allerlei presidentiële commissies. De commissies lopen buiten het democratisch bestuurssysteem om; ze vormen een soort van schaduwregering die alleen en direct aan de president rapporteert. Bij gebrek aan een wet op bestuurlijke openbaarheid én een goed functionerende volksvertegenwoordiging, blijven de rapportages buiten het zicht van de volksvertegenwoordiging en de pers.
Feitelijk bestuurt Santokhi Suriname niet als een democraat maar als een autocraat en De Nationale Assemblee kijkt toe. Deze bestuursstijl lost de problemen niet op, integendeel ze leidt tot verdere afbraak van het democratisch gehalte van het land. Suriname zakt verder in het bestuurlijke moeras; wat in aanleg eenvoudig opgelost kan worden wordt aangepakt met ingewikkeldheid. Een kenmerk van autocratie en onkunde.
De ‘nationale gebedsdienst’ die de president de afgelopen zaterdag organiseerde is het zoveelste bewijs van autocratie en onkunde. Het is waar dat veel Surinamers religieus actief zijn. Het is ook waar dat in zwaar weer – Suriname bevindt zich al minstens een decennia in ernstig zwaar weer – sommige gelovigen kracht vinden in hun geloof. Een aangelegenheid die in en door de grondwet wordt gewaarborgd. Voor de grondwet is religie geen zaak van de overheid. Daar moet ook de president zich aan houden.
Suriname is een multicultureel land met een samenstelling van mensen met verschillende godsbeelden en godsdienstpraktijken. Beelden en praktijken die zich niet altijd in harmonie tot elkaar verhouden, al doen we alsof dat geen betekenis heeft. Maar libi sma fasi (als mensen onderling) doen Surinamers hun best verdraagzaam en in harmonie te leven. Dát is volkse kracht.
Het Surinaamse verhaal van religieuze harmonie is gestoeld op een fundamentele volksideologie van gelijkheid. Wij als Surinamers willen dat het zo is en in onze dagelijkse omgang doen we ons best om het zo te laten zijn. Echter, zodra we etnische politiek bedrijven, zoals in de regering van Santokhi en Brunswijk, gaan andere belangen de boventoon voeren en ontstaat er spanning in de samenleving. Religie en etniciteit zijn namelijk sociale constructies die gestoeld zijn op macht en exclusiviteit en belang hebben bij macht en exclusiviteit. Ze opereren met uitsluiting in plaats van met insluiting (belonging).
Daarom moeten we als Surinamers elkaar goed verstaan en dat doen we niet wanneer de president zich nationaal ook gaat bezighouden met gebedsdiensten. Wat hij als privépersoon met religie doet is zijn zaak, wat hij als president met religie van Surinamers doet niet. De president van Suriname is niet de religieuze leider van Surinamers en hoort zichzelf ook niet zo te gedragen. Religieuze leiders zouden hem daarop moeten wijzen, maar die spinnen er garen bij. De president masseert zijn volk richting lijdzaamheid, de leiders doen tegen betaling aan mee. Want misschien weten we het nog niet, dan bij deze. In Suriname ontvangen religieuze leiders maandelijks een honorarium van de overheid. Wat en wie dienen ze?
Wat de Republiek Suriname politiek-bestuurlijk nodig heeft – nu meer dan ooit in zijn geschiedenis – is een president die de bevolking respecteert en die zijn vakmanschap inzet om het land uit de deplorabele toestand te leiden. Een democratische president die zijn volk oproept te bidden tot God – welke God dan ook – doet een verkeerde oproep en leidt aan grootheidswaan. Zo een president kun je als volk en land beter kwijt zijn dan rijk.
Filia Kramp