Een mededeling vanuit het Kabinet van de President over aanscherping van het grondbeleid middels een schorsingsbeschikking heeft toch voor verwarring gezorgd. Het dispuut tussen mr. Chas Mijnals en Ragini Dhanes MICL LLB, met betrekking tot een collectieve beschikking laat ik aan de betrokkenen over. Echter wordt gesteld dat de president krachtens artikel 110 lid g van de grondwet bevoegd is tot het schorsen van besluiten van de Raad van Ministers en van ministers.
Inderdaad is dit een bevoegdheid van de president met betrekking tot andere organen van de staat. Concreet betekent schorsen van een besluit/ beschikking, dat deze rechtsgevolgen schorsende werking heeft met andere woorden de beschikking blijft intact maar heeft geen werking tijdens de opschorting. Dus wat precies bereikt wil worden is niet duidelijk met de schorsing.
Bovendien bepaalt het besluit tot schorsing de duur hiervan en kan ook na verlenging niet langer duren dan een jaar (Algemene wet bestuursrecht). Wat mijn aandacht heeft getrokken is het verhaal over het Kabinet van de President (KvP) waarvan ik bijkans 10 jaar directeur Bestuurs- en Administratieve Aangelegenheden ben geweest (2010-2020). Daarvan wordt gezegd dat sinds 1996 de Republiek Suriname over een KvP ten behoeve van de grondwettelijke taken van de president beschikt. Het doel is ondersteuning van de president etc.
Vanaf de inwerkingtreding van de Grondwet van 1987 staat in artikel 99 dat “de Uitvoerende Macht berust bij de President”. Deze executieve bevoegdheid werd vanaf de eerste president Shankar toegepast, uit eigen beweging of op aanwijzing van mr. Lachmon, voorzitter van De Nationale Assemblee.
Een volslagen onzin is de bewering van een KvP in 1996 ter rechtvaardiging van de misslagen op het Kabinet van de President. Het Kabinet van de President is een vervolg van het secretariaat van de gouverneur.
De klok horen luiden maar men weet niet waar de klepel hangt!
In 1996 is bij staatsbesluit van 6 november 1996, houdende Vormgeving van Wettelijke Regelingen, Staats- en Bestuursbesluiten (S.B. 1996 no. 54) het besluit Staats- en Bestuursbesluiten (S.B. 1989 no. 36) herschreven en aangevuld met de grondwettelijke positie van de President van de Republiek als staatshoofd met executieve bevoegdheden **ex artikel 99 van de grondwet. In dit licht moet de introductie worden gezien van het Presidentieel Besluit als een bestuursbesluit van de president.
KvP kan tot verwarring aanleiding geven!
KvP creëert verwarring en bestaat niet op het Kabinet van de President. Het kabinet is als zodanig ingesteld als administratief orgaan ten behoeve van de president en is daardoor geen bestuursorgaan geworden. Bestuursorganen van de staat moeten in de grondwet voorkomen.
Wanneer wij het hebben over middelmatigheid tot onbekwaam zijn binnen onze overheidsadministratie en ons staatsbestel, dan geven deze soort gebeurtenissen aanleiding daartoe en niet een dwaze bewering van een zoon van de president die vrijwel de gehele Surinaamse samenleving in extase brengt.
Eugène van der San