In de Pan American-zaak is zonder twijfel publiekelijk bekend dat:
1. Er kan geen sprake zijn van een PPP. FWLI is een fonds opgezet door de staat als een sui generis, een special purpose vehicle. De staat heeft met de bank een overeenkomst, waarbij de bank als fondsbeheerder is aangesteld. In de overeenkomst die het fonds heeft getekend met Pan American, staat dat het fonds slechts assistentie zal verlenen aan Pan American wanneer de verkavelaar de aanvraag doet voor stroom, water en het verharden van wegen.
Deze overeenkomst kan nooit en te nimmer beschouwd worden als grondslag voor een PPP. Bij een PPP dienen de gemachtigden van de regering, in dit geval de minister van Financiën en de vakminister, de overeenkomst te tekenen. Dat geldt conform de Comptabiliteitswet voor elke financiële overeenkomst die verplichtingen voor de overheid met zich meebrengt. Het zou krankzinnig worden in het land als straks Kustwacht, Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP), Huize Ashiana, Psychiatrisch Centrum Suriname (PCS), Surinaamse Luchtvaartmaatschappij (SLM) en noem maar op (allemaal overheidsstichtingen of – bedrijven) overeenkomsten tekenen en de regering eraan verbinden?
2. Dat de minister van OW een raadsvoorstel opmaakt en daarin valse informatie opneemt, geeft duidelijk aan dat er zeer bewust een plan is uitgevoerd om de betaling van US$ 7,5 miljoen vrij te krijgen. In deze heeft de minister de volgende valse informatie in het raadsvoorstel verwerkt:
a. Dat er sprake zou zijn van een PPP, zonder een overeenkomst toe te voegen waar namens de staat de minister van Financiën en de vakminister hebben getekend.
b. Dat de aanbesteding tot uitvoering van de infrastructurele werken afwijkt van een openbare aanbesteding. Ook deze informatie is vals. Er kan slechts over een overheidsaanbesteding gesproken worden wanneer de overheid aanbesteedt. Niet wanneer een particulier bedrijf aanbesteedt voor een particulier project. De uitbetaling is niet alleen geschied op basis van valsheid in geschrifte, misleiding en oplichting maar ook op basis van een gecoördineerde criminele organisatie.
3. De brief van de minister waarin aangegeven wordt dat er geen sprake is van een PPP komt niet uit de lucht vallen. Het is een brief waarin conform de Comptabiliteitswet, de Aanbestedingswet, het staatsbesluit van FWLI en andere wettelijke regelingen de motivatie waarom er geen sprake zou zijn van een PPP correct is geformuleerd. Hieraan hoeft niemand te twijfelen.
4. Uit de overeenkomst tussen FWLI en Pan American kan nimmer bewezen worden dat het fonds heeft aangegeven dat de staat voor de infrastructurele voorzieningen moet betalen. Er staat slechts dat het fonds ondersteuning zou bieden bij de aanvraag van infrastructurele voorzieningen die nodig zijn om ondersteuning te geven aan dit project. Natuurlijk is er veel meer info in de overeenkomst waaruit blijkt dat de staat is opgelicht. Het expliciet opnoemen van 20 woningen komt vanwege het feit dat het Fonds al 20 potentiële kopers had geïdentificeerd. Nergens wordt er met geen woord gerept over 561 woningen.
5. Dat de raadsvoorstellen van het ministerie van Openbare Werken sneuvelden op de vergadering van de Raad van Ministers en het slechts hebben gehaald op een regeringsvergadering, waarbij de minister het eerder ingediende raadsvoorstel intrekt en een nieuwe indient bij de regeringsvergadering, geeft alleen aan dat er onderling afspraken waren gemaakt om alles in het werk te stellen om die US$ 7,5 miljoen uit te betalen.
Uiteindelijk wordt er niet US$ 7,5 miljoen uitbetaald maar US$ 7,9 miljoen inclusief kortingen. Zelfs voor het geven van overheidskortingen zou er een overeenkomst moeten zijn. Het geven van kortingen nadat een project is uitgevoerd, is de staat bestelen. Goed bekeken zou de minister van Financiën dan aan alle particulieren die een overeenkomst hebben met een sui generis of overheidsstichting of overheidsbedrijf willekeurig een korting kunnen geven. Dit is letterlijk rommelen met overheidsfinanciën.
6. Het uitbetaalde bedrag komt nergens voor op de begroting en geen enkele begrotingspost van het jaar 2022 en 2023 leent zich daarvoor. De regering moet nog uitleggen uit welk begrotingsartikel het bedrag is uitbetaald. Meer nog, op wiens rekening het bedrag is gestort.
Ter herinnering:
– Een ex-minister is veroordeeld omdat hij de staat zou hebben bevoordeeld. In deze zaak is de staat sterk benadeeld.
– Hij was veroordeeld voor ambtsverduistering omdat hij middelen die bestemd waren voor een bepaalde post had aangewend voor andere overheidsuitgave. In deze zaak zijn de kosten niet eens op de begroting opgebracht.
– In zijn case waren de missives niet gebaseerd op valse informatie, in deze zaak wel.
– In zijn zaak is de rechter uitgegaan van een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur om daden gepleegd in criminele organisatie te rechtvaardigen. In deze zaak zijn de betrokken partijen, ministers en de president, niet alleen organisatorisch te werk gegaan maar zitten ze ook in dezelfde politieke partij. Meer nog heeft hun coalitiepartij bij monde van de vicepresident duidelijk aangegeven niet achter de betaling te staan.
– In zijn zaak was niet een particulier bevoordeeld, de staat was bevoordeeld. In deze zaak is een particulier bevoordeeld, die niet eens weet op wiens rekening de middelen zijn gestort. Toch wist het OM de vorige zaak met alle spoed, ijver, deskundigheid en voortvarendheid te onderzoeken en in kaart te brengen. Bij deze zaak lijkt zij blind, doof, honds loyaal, bang, gekleurd en etnisch gebonden te zijn.
Waarschijnlijk is er een goede samenwerking tussen deze regering en het OM. De ene faciliteert corruptie, de andere beschermt het.
Drs. Amzad Abdoel