Er zijn overeenkomsten tussen opvoeding en leiderschap. Dezelfde verwaarlozing die in de opvoeding van jongeren leidt tot hun ontspoord gedrag, leidt in de volwassenwereld van leidinggeven (organisaties, samenlevingen) tot ontspoorde organisaties of samenlevingen.
Noot vooraf: in dit artikel wordt met leider politici bedoeld en met leiderschap politiek leiderschap.
Dit is elementair. Door gedrag te belonen versterken we het en wordt het cultuur. Door gedrag te bestraffen, vermindert het en verdwijnt het op den duur. Zo gaat het in de opvoeding. Opvoeders zijn continu bezig met het belonen en straffen van kinderen. Als ouder/opvoeder valt dat je niet meer op omdat het als het ware je tweede natuur is geworden. Het gaat je opvallen wanneer het gedrag van het kind verandert en jou als ouder/opvoeder aanleiding geeft om jouw opvoedmethode aan te passen.
Zo gaat het ook met leiderschap. We krijgen de leiders die we belonen. Voor veel Surinamers is de verkiezingswinst van hun partij of partij-idool een baanpromotie, als ze ambtenaar zijn. Zijn ze nog geen ambtenaar, dan is hun beloning een ambtenarenbaan. Het is in ons land cultuur geworden. Een cultuur die heeft geleid tot een te groot en niet efficiënt ambtenarenleger dat iedere regering belooft te verkleinen, wat vervolgens niet gebeurt. Er zijn ook spookambtenaren.
En zolang dit zo gaat, zolang we ontspoorde leiders belonen, zo lang zal het in onze samenleving gaan zoals het nu gaat en zullen we in armoede en onderontwikkeling blijven als gevolg van ontspoord leiderschap dat we belonen. Wat in de top gebeurt stroomt naar beneden, komt in de bodem terecht, bemest de wortels en wordt voeding voor de boom en de vruchten van de boom. Zie daar hoe ontsporing werkt, als een kringloop.
Inderdaad, veel in ons land heeft verband met onze koloniale geschiedenis. Veel is niet alles. Willen we met onze vrijheid een koloniale toekomst? Het antwoord op die vraag ligt aan ons. Als het antwoord nee is – wat ik hoop – dan zullen we andere keuzes moeten maken. Om te slagen, moeten die keuzes tegelijk aan de top én de basis worden gemaakt. Systemisch bezien zijn de top en de basis namelijk één en dezelfde. We kiezen onszelf!
Is het ooit in een partijleider opgekomen om na zijn (!) verkiezingswinst – voor de verandering! – een vitale jonge volksvertegenwoordiger die lid is van een andere partij tot vicepresident te benoemen? Of – to really grab change by guts and balls – een maatschappij geëngageerde, partijloze en kundige jonge professional met leiderschapskwaliteiten? Waarom niet?
Ik bedoel, als je niet door je volk gekozen mag worden tot president, en je wilt toch fundamentele verandering, kun jij je net verworven macht toch gebruiken om die verandering van bovenaf in gang te zetten? Och, belemmert de grondwet dat? Maar de grondwet belemmert niet dat je statuten van staatsbedrijven kan wijzigen om niet ter zake kundige echtgenoten v/m, in het toezicht van staatsbedrijven te benoemen? Kijk, dit is ontspoord leiderschap. Het soort leiderschap dat na iedere verkiezing Surinamers bewijst dat ze weer stemden op de Besloten Vennootschap List & bedrog.
We krijgen de leiders die we belonen en leiderschap gaat over veel meer dan de leider en haar/zijn kiezers en volgelingen. In de tijd waarin we leven is het leiderschap van een land niet een enkel een ‘homejob for powerhungry men and some powerhungry women’.
In de tijd waarin we leven hebben landen leiders nodig die op elk relevant podium in de wereld kunnen staan, en met gezag en inhoud de belangen van hun volk (re)presenteren. Zeker wanneer die landen in hun nog onvoltooid verleden rechtvaardige oplossingen moeten bedenken voor problemen die voortkwamen uit landroof, slavernij, kolonialisme en koloniale contractarbeid. Suriname is zo een land.
In deel 2 van deze reeks, schreef ik dat Surinamers bekrompen, armoedig en niet serieus doen over de vorming van hun leiders. We beschouwen het leiderschap van ons land als een partijpolitieke aangelegenheid en niet als een zaak van NATIONAAL BELANG.
En aangezien ons dominant stemgedrag etnisch is en naar binnen is gericht, zie je dat terug in de leiderschapsoriëntatie van leiders en hun politieke partijen. In de partijen die niet etnisch zijn, is het leiderschap multicultureel en ook naar binnen gericht en zegt men nationalistisch te zijn, zonder te definiëren wat dat betekent en wat in een globaliserende wereld de implicaties van nationalisme zijn.
We prijzen onze multi-cultuur aan als voorbeeld voor de wereld. Er zijn mensen die onze multi-cultuur willen marketen als Unique Selling Point (USP). Mensen, wordt wakker! Hebben we zo lang geslapen? De mondiale bevolking ontwikkelt zich al decennia multicultureel, en transformeert – weliswaar nog stapvoets – naar cultureel inclusief.
In Suriname is dat nog niet geland wat komt door onze bekrompen, armoedig en niet serieuze omgang met ons leiderschap. Onze leiders ventileren hun ongegronde ambities als verkiezingsbeloftes waarmee ze naïeve en ongeschoolde kiezers vangen. Voor hun ambities vergelijken ze Suriname met landen waarvan zij denken dat hun vergelijking opgaat, Singapore en de VAE zijn favoriet.
Ik zeg het boud: Suriname is een republiek van 50 jaar jong, met krap aan 600.000 mensen die gemiddeld genomen laaggeschoold zijn en verdeeld in minderheidsgroepen die verschillend denken over menszijn en de wereld, en die bestuurd worden met een bestuurssysteem dat een rationaliteit en handelwijze vereisen die we als collectief niet beheersen. Logisch bekeken, gaat het in zo een complex niet lukken te doen wat de Singaporezen en Emirati lukt. Tenzij we in wonderen geloven. De Singaporezen en Emirati geloven niet in wonderen, ze maken ze!
Om te verbeteren moeten we eerst – zonder schuld of schaamte voor wie we zijn – ons leiderschapsprobleem onder ogen zien en definiëren als een maatschappelijk vraagstuk van de moderne tijd. Zo een vraagstuk pakt men maatschappelijk aan met alles dat ten dienste staat en beschikbaar is, en dat is meer dan we nu denken en doen. Dat het meer is zullen we ervaren wanneer we onze culturele bias opzijzetten. Onze bias over: etniciteit, wat we als vreemd beschouwen van anderen, ambitieuze vrouwen, de witte man en Surinamers in het buitenland. Wanneer we dit doen zal zichtbaar worden dat het bij alle mensen gaat om de WIL TOT WELZIJN. Het is de WIL TOT WELZIJN die individuele mensen bijeenbrengt in gemeenschappen.
De WIL TOT WELZIJN VOOR ALLE SURINAMERS is een samenlevingsfilosofie die zich vertaalt in de besturing van Suriname op een manier waar Surinamers zich in herkennen, die ze kunnen volgen, appreciëren en ook bekritiseren, waar ze met hun arbeids- en kennisvermogens waarde aan willen toevoegen. Die WIL is een mensenrecht en niet afhankelijk van het paspoort dat men heeft of van partijpolitiek.
De legitimering van etnische politieke partijen en etnische politiek staat lijnrecht tegenover deze WIL. Deze WIL die de kern is van de soevereiniteit en integriteit van het Surinaamse volk, die in de grondwet zijn vastgelegd. Daarom was het een misdrijf tegen het Surinaamse volk om zijn grondwet uit te schakelen, en daarom getuigde het van onvolgroeid leiderschap toen na de militaire dictatuur de oorspronkelijke grondwet niet werd gereactiveerd maar Surinamers ‘democratisch’ werden (en nog worden) bestuurd met militaire spotternij.
Filia Kramp