In zijn vlotte reactie is het opmerkelijk hoe gemakkelijk de heer Amzad Abdoel wederom met grootse woorden strooit, maar hoe moeilijk het hem valt om feiten te leveren. Corruptie hier, wanbeleid daar, maar telkens zonder ook maar één concreet voorbeeld. Waar zijn de dossiers? Waar zijn de stukken? Waar zijn de bewijzen? Tot nu toe blijft het bij kreten die misschien politiek bruikbaar zijn, maar juridisch en feitelijk niets voorstellen.
Het is bovendien goed om de heer Abdoel te herinneren aan zijn eigen geblèr, zijn ‘fameuze’ bijdrage aan het nationale geheugen. Wie herinnert zich niet zijn zogenaamde geruststellende woorden in 2015: “geen reden tot paniek, er komt GEEN devaluatie”? Een uitspraak die binnen korte tijd volledig door de werkelijkheid werd ingehaald en waarvan de gevolgen door elke Surinamer in zijn portemonnee werden gevoeld. Als dát het ijkpunt is van zijn beoordelingsvermogen, dan mogen we ons afvragen hoeveel waarde er te hechten valt aan zijn huidige alarmkreten.
Het is eveneens relevant de heer Abdoel te herinneren aan eerdere selectieve beschuldigingen in de Surinaamse politiek. Destijds beschuldigde toenmalig president Bouterse de VHP van corruptie en dreigde hij de helft van de partij op te sluiten. Tot op heden is geen enkele VHP’er opgesloten, terwijl wél een aantal prominente NDP’ers is aangepakt. Dit voorbeeld illustreert hoe beschuldigingen vaak politiek gemotiveerd en selectief worden ingezet, iets waar de heer Abdoel nu zelf niet immuun voor lijkt.
Het is goed om de heer Abdoel eraan te herinneren dat het niet de taak is van een politicus, laat staan van een zelfbenoemde gewetenstem, om misstanden vast te stellen. Daarvoor hebben we in een rechtsstaat instanties. Alleen het Openbaar Ministerie heeft de bevoegdheid om te bepalen of er daadwerkelijk sprake is van strafbare onregelmatigheden en dit door te verwijzen naar de rechter. Niet Abdoel, niet één of meerdere ministers, niet Naipal en zeker niet een partij die zichzelf moreel boven de rest wil verheffen. Dus de vragen die voor iedereen cruciaal zijn, blijven onbeantwoord: wie heeft beoordeeld dat er misstanden zijn? Is er een onafhankelijk onderzoek geweest? Heeft de minister dossiers voorgelegd? Heeft het OM geoordeeld? Of blijft dit alles niet meer dan gebakken lucht, handig verpakt voor politiek gewin?
Zolang er geen concrete gevallen zijn benoemd, geen onderzoek is afgerond en geen uitspraak van het OM voorligt, blijven dit loze beweringen. Mooie woorden, veel lawaai, maar geen fundament. En precies dát maakt deze verontwaardiging zo hol. Want wie werkelijk de waarheid wil dienen, wie werkelijk corruptie wil bestrijden, die komt met feiten, stukken en onderzoeken, niet met losse insinuaties en verdachtmakingen.
Het is misschien verleidelijk om via grote woorden de aandacht te trekken en de publieke opinie te bespelen, maar dat maakt de beschuldigingen niet sterker. Sterker nog: zolang men weigert te onderbouwen en de bevoegde instanties niet hebben gesproken, kan dit alles niet anders worden gezien dan politiek gemanoeuvreer. En dat, geachte heer Abdoel, is pas echt selectief geheugen en politieke zelfredzaamheid.
Wie zonder bewijs blijft beschuldigen, bedrijft geen waarheidsvinding maar karaktermoord. Het is precies het rookgordijn waarvan Abdoel anderen beticht. Ironisch genoeg is hij zelf de grootste leverancier van datzelfde rookgordijn. Een man die in 2015 nog beweerde dat er geen reden tot paniek was en dat er géén devaluatie zou komen, maar die ons daarna keihard de realiteit in sleurde, moet misschien wat voorzichtiger zijn met grote woorden en ferme oordelen.
Tot die tijd blijft dit spektakel precies wat het is: een lege show, opgevoerd voor politiek gewin. En de ironie? De man die klaagt over selectief geheugen en rookgordijnen, blijkt zelf de grootste leverancier van beiden.
Fares I. Naipal
Suriname Herald sluit hiermee de discussie af.