Men lijkt wel echt gestoord in dit land. Vlaggen en kleuren bepalen de verkiezingsstrijd in Suriname. Als iemand een paarse polo draagt, is die direct een NDP’er of als het om de kleur oranje gaat, is die persoon een VHP’er. Net zo ook met de vlaggen. Er is een ware en soms ordinaire strijd losgebarsten als het gaat om de verschillende partijvlaggen. Hoe meer vlaggen er in een buurt wapperen, des te groter het aantal partijsympathisanten en stemmers. Dat is althans de interpretatie die men eraan geeft. Maar wat oppervlakkig is dat allemaal.
ADVERTENTIE |
Het lijkt wel een ziekte in dit land. Politieke partijen nemen werkelijk een loopje met de intelligentie van de burger. Wat levert een vlag op? Brood op tafel? Een stabiele economie met een lage wisselkoers? Zijn er nog werkelijk mensen die geloven dat de sterkte van een partij kan worden gemeten door het aantal vlaggen dat er vrolijk wappert in de verschillende wijken in stad en de verre districten? Men moet ophouden met deze vernederende en respectloze vertoning en de burger beter opvoeden in democratische normen en waarden die er gelden in onze samenleving. En de burger die erin gelooft moet eens kritischer kijken naar de politiek en wat partijen te bieden hebben.
Daarom dat er veel geklaagd wordt in dit land. Niets lijkt goed te zijn. Maar het is de burger zelf die elke vijf jaar een machtig wapen heeft om de koers van het land mede te helpen bepalen. Maar helaas maakt niet iedereen hiervan gebruik en kan soms voor een bordje linzensoep zijn eigen moeder verkopen. Men moet al in de partij beginnen met een kritische opstelling. Zo moet bijvoorbeeld de selectie van kandidaten voor de verschillende volksvertegenwoordigende organen een democratisch verloop hebben. Men kan anno 2020 niet accepteren dat een partijvoorzitter en een kliekje om hem heen bepalen wie op de lijst komen te staan. Het zou door de leden van de partij bepaald moeten worden middels een stemming. De kandidaat die op de lijst komt, moet draagvlak hebben van de leden. Maar dat gebeurt helaas nog steeds niet in de meeste politieke partijen.
Politici moeten meer rekenschap geven van hun handelingen en het volk moet geen genoegen nemen met gebakken lucht verhalen. Want daar heeft niemand wat aan. Verhalen dat men mensen gaat opsluiten als men eenmaal aan de macht is, moeten met een korreltje zout worden genomen. Die verhalen hebben we ook gehoord toen men president Jules Wijdenbosch eind jaren negentig van de vorige eeuw wegjoeg. Toen men eenmaal in het machtscentrum zat kende men het volk niet meer. En dit maakt dat de burger teleurgesteld raakt in de politiek.
Het is wel jammer dat zelfs in de vlaggenstrijd mensen niet eerlijk zijn. Ordinaire toestanden waarbij men vlaggen van tegenstanders laat weghalen en zelfs ertoe overgaat de bewoners waar de vlaggen van andere partijen hangen, te bedreigen. Dat partijen mensen zelfs grond en een baan beloven in ruil voor het uithangen van de partijvlag, is diep triest. We zijn echt beland in een brokobana democratie. Dat zou men niet moeten accepteren. Maar waarom men dat toch accepteert, zegt ook veel over de burgers in kwestie.
Wat men moet zeggen is wat men gaat doen. Waar wil men naartoe met het land. Waar moeten we staan over bijvoorbeeld vijf of tien jaar. Presenteer realistische en toetsbare plannen aan het electoraat. Politici moeten meer met elkaar in debat gaan. Live televisiedebatten kunnen kiezers ook helpen bij het maken van een goede keus. Niet de debatten zoals in ons parlement, maar echt debatten waarin men één op één met elkaar in discussie gaat.
Laten we hopen dat het nog wat wordt met de verkiezingsstrijd van 2020. Er resten ons nog negentig dagen. Dan mag er worden gestemd. Een stem is vijf jaar lang geldig, want de volgende verkiezing is pas in 2025. Dus stem bewust! En de vlaggen? Die heeft men vijf jaar niet meer nodig.