José Mourinho had in zijn loopbaan een aantal voetbalgrootheden onder zijn hoede, maar volgens de Portugees kan niemand tippen aan de Braziliaanse Ronaldo.
ADVERTENTIE |
Ronaldo, het fenomeen, Cristiano Ronaldo en Leo Messi hebben lange loopbanen gehad, vertelt Mourinho. „Maar als we het puur over talent en skills hebben, kan niemand tippen aan Ronaldo ( Luis Nazario de Lima, red.).”
Mourinho, toen nog assistent van Bobby Robson, kwam Ronaldo in het seizoen 1996/1997 tegen bij FC Barcelona. „Toen realiseerde ik mij dat hij de beste speler was die ooit een veld zou betreden. Blessures maakten een einde aan loopbaan die nog ongelooflijker had kunnen zijn. Het talent dat Ronaldo als negentienjarige al had, was niet te geloven.”
Ronaldo leverde na zijn jonge jaren flink wat niveau in door meerdere knieoperaties. In 2002 leidde de aanvaller Brazilië naar de wereldtitel. In totaal scoorde hij in 98 interlands 62 keer. Voor PSV maakte hij tussen 1994 en 1996 42 goals in 46 wedstrijden.
Vervolgens maakte Ronaldo indruk bij Barcelona. Internazionale en Real Madrid. In zijn nadagen kwam hij ook nog kortstondig uit voor AC Milan, alvorens zijn loopbaan af te sluiten bij Corinthians.
De Telegraaf