Met het bereiken van de laatste ronde in de kwalificatiecampagne voor het wereldkampioenschap voetbal, boekte Natio in juni al een historische mijlpaal. Sinds 1978 kwam Suriname niet zo dicht bij deelname aan het WK. Maar de overwinning op El Salvador, ondanks tal van hindernissen, onderstreepte dat de nationale selectie onder leiding van bondscoach Stanley Menzo tot nóg grotere prestaties in staat is.
Na een knap gelijkspel tegen poulefavoriet Panama, reisde het team af naar El Salvador, wetende dat het in tien eerdere ontmoetingen slechts één keer van het Midden-Amerikaanse land had gewonnen. Die overwinning dateert van een halve eeuw geleden – op 22 december 1968 om precies te zijn – toen Suriname in WK-kwalificatieverband op eigen bodem met 4-1 zegevierde.
Daarna volgden zeven opeenvolgende nederlagen, tot Natio in juni van dit jaar in San Salvador opnieuw een gelijkspel wist af te dwingen. Dat resultaat bleek een voorbode van wat komen zou: maandagavond boekte Suriname een 2-1 overwinning, wederom in de Salvadoraanse hoofdstad.
Obstakels op en buiten het veld
De historische zege kwam niet zonder slag of stoot. Al snel was duidelijk dat El Salvador kon rekenen op massale steun van het thuispubliek: binnen twee dagen waren alle kaarten voor het duel in het Estadio Cuscatlán (capaciteit: ruim 20.000) uitverkocht. Maar dat was slechts het begin.
De echte hindernissen voor Natio begonnen daags voor de wedstrijd. Op beelden gedeeld door ESPN-journalist Fernando Palomo op X was te zien dat het speelveld smaller was gemaakt dan gebruikelijk. EDESSA, het bedrijf dat het stadion beheert, bevestigde later dat dit op verzoek van de Salvadoraanse voetbalbond FESFUT was gebeurd.
Hoewel de aanpassing binnen de regels viel — FIFA hanteert een breedte tussen 64 en 75 meter en een lengte tussen 100 en 110 meter — was het een bewuste tactiek. De voormalig Salvadoraanse international Manuel Salazar verklaarde: “Een smaller veld helpt bij het verdedigen. Hoe minder ruimte, hoe moeilijker voor de Surinaamse spelers om gevaarlijk te worden.”
Die strategie werkte averechts. Suriname domineerde vooral in de eerste helft met meer balbezit en doelpogingen. Radinio Balker bracht Natio al in de twaalfde minuut op voorsprong. In de 73ste minuut viel een ongelukkig eigen doelpunt van Afernee Dijksteel, waardoor de stand weer gelijk was. Maar in de 81ste minuut bezorgde Dhoraso Klas Suriname alsnog de overwinning — midden in het hol van de leeuw.
Racisme
De zege werd overschaduwd door racistisch gedrag van delen van het thuispubliek. Al voor de aftrap werd de spelersbus van Natio belaagd. In het stadion werd het Surinaams volkslied massaal uitgejouwd en werden racistische uitlatingen richting de Natio-spelers geroepen.
“Ik ben heel boos. Ik ben 180 minuten en twee wedstrijden stil geweest, maar nu moet ik iets zeggen. Als je dingen als ‘zwarte’ en ‘aap’ roept, is dat niet oké,” aldus aanvoerder Shaquille Pinas, die aangaf dat het team ook in juni met soortgelijk gedrag werd geconfronteerd.
Bondscoach Menzo uitte eveneens zijn verontwaardiging, maar prees de veerkracht van zijn spelers: “Het was niet leuk wat het publiek schreeuwde, maar ik ben trots op mijn ploeg.”
WK-droom binnen handbereik
Dankzij de overwinning staat Suriname na twee wedstrijden bovenaan in poule A met vier punten. El Salvador volgt met drie punten, Panama heeft er twee, en Guatemala sluit de rij met één punt.
Omdat alleen de poulewinnaars zich rechtstreeks kwalificeren voor het WK in de VS, Mexico en Canada, heeft Suriname zijn lot in eigen handen. Op 10 oktober speelt Natio thuis tegen Guatemala, gevolgd door een uitwedstrijd tegen Panama op 14 oktober. De campagne wordt vervolgd op 13 november met een thuisduel tegen El Salvador en afgesloten op 18 november met een uitwedstrijd tegen Guatemala.
Assistent-bondscoach Henk Fraser benadrukt het belang van de thuiswedstrijden: “Panama is een sterke ploeg, maar we hebben goed gespeeld. Met steun van ons publiek maken we een goede kans tegen Guatemala en El Salvador. Maar de uitdaging in de volgende FIFA-window is in ieder geval om minstens evenveel punten te halen als nu — liefst alle zes.”