Badrisein Sital is vrijdag in het ziekenhuis overleden. Hij werd met hartklachten opgenomen in het ziekenhuis. Er werd direct geopereerd, maar uiteindelijk heeft Sital het niet gehaald.
Sital was lid van de Nationale Militaire Raad (NMR) en in de jaren tachtig minister van Volksgezondheid. Hij wordt verdacht van medeplichtigheid aan de decembermoorden van 1982.
Sital werd geboren als zoon van een landbouwer. In 1980 was hij sergeant-majoor in het Nationaal Leger en een van de leiders van de Bond voor Militair Kader (BOMIKA), een vakbond voor militairen. De regering-Arron was tegen de oprichting van militaire vakbonden en liet begin 1980 een drietal leiders van de BOMIKA, Ramon Abrahams, Laurens Neede en de toen 33-jarige Badrisein Sital gevangennemen. Dit vormde de directe aanleiding voor de door sergeant-majoor Desi Bouterse geleide staatsgreep op 25 februari 1980, de zogenoemde Sergeantencoup. Sital hoorde overigens niet bij de “Groep van 16”, de groep sergeants die de coup pleegden.
Na de coup werd Sital voorzitter van de Nationale Militaire Raad, het militaire gezag. Sital stond een radicale linkse koers voor, een revolutie naar het voorbeeld van onder andere Cuba. Dit streven naar een radicale linkse koers bracht hem in botsing met zijn medeleden van de NMR, met name Desi Bouterse en Roy Horb, die daar niets voor voelden. Bouterse en Horb lieten in augustus 1980 Sital en twee gelijkgestemden, Joeman en Mijnals, gevangenzetten op beschuldiging van het beramen van een linkse coup.
Er volgde een rechtszaak tegen Sital die verdedigd werd door Gerard Spong en John Baboeram. Sital werd veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Na twee maanden al volgde Sital’s vrijlating. Medio 1981 werd Sital benoemd tot minister van Volksgezondheid in de regering Chin A Sen en in dezelfde functie kwam hij terug in de regering Neijhorst.
Op 8 december 1982 vonden de decembermoorden plaats. Sital speelde bij de uitvoering een ondergeschikte rol; hij moest ervoor zorgen dat het rustig bleef in Paramaribo. Hij was echter binnen het militaire bewind wel een van degenen die de moorden voorbereidden.
De relatie met Bouterse bekoelde later aanzienlijk. Sital werd na zijn ontslag uit de militaire dienst benoemd tot voorzitter van de Stichting Machinale Landbouw (SML). Uit deze functie werd hij in 1998 op aanwijzing van Bouterse ontslagen. Later was er ook regelmatig geruzie binnen de Nationale Democratische Partij (NDP). Zo riep Sital in 1999 Bouterse nog op om op te stappen als voorzitter van de NDP.
De laatste jaren had Sital openlijk kritiek op Bouterse. Hij maakte Bouterse zelfs uit voor een verrader.
