De fractieleider van de Nationale Democratische Partij (NDP), André Misiekaba, wil van de regering en anderen weten wie op dit moment bereid is om in te leveren. Volgens Misiekaba wordt er op dit moment geklaagd over de gang van zaken. Velen doen dat, omdat ze niet meer aan de macht zijn. Zij die klagen, zijn juist de degenen die nog steeds een dubbel salaris hebben bij de overheid.
De fractieleider vraagt of we met z’n allen bereid zijn om dat salaris waarvoor wij in principe niet werken, in te leveren. Misiekaba: “Zijn we bereid om dienstwagens die onrechtmatig hier en daar zijn, in te vorderen en als die worden ingevorderd, zijn we bereid ze in te leveren?”
Hij hield het parlement voor dat er vakbondsleiders zijn die beleidsadviseurs zijn van de regering en elke maand hun loon toucheren, maar toch op straat marcheren om te roepen dat het beleid omgebogen moet worden, terwijl zij ook debet zijn aan het gevoerde beleid. Meer nog, zij vragen: “Pe a moni dé?” Zijn we bereid om consequenties aan dit soort handelen te verbinden, vraagt de politicus zich af.
Alle politici hebben steeds hun familieleden geaccommodeerd binnen het overheidsapparaat, wanneer zij aan de macht zijn. Zolang die politici aan de macht zijn, is die handeling goed, maar wanneer zij niet meer aan de macht zijn en anderen aan de macht komen, worden dezelfde handelingen van alle kanten bekritiseerd en durven zij ook te vragen: “Pe a moni fu a volk dé?”
Volgens de NDP-fractieleider vergeten deze politici dat zij ook debet zijn aan het ambtenarenoverschot. Ook hun vrienden en familieleden behoren daarbij. Ook wilde hij weten of wij met z’n allen bereid zijn om nog meer verhogingen van water, elektra en brandstof te betalen. Hij is weliswaar geen voorstander van nog meer verhogingen. Echter, hij benadrukt dat de staat nog veel subsidie betaalt voor water, energie en brandstof.
“Ik vind dat we ons, waar van de lijn we ook staan, moeten uitspreken over welke offers wij wel of niet bereid zijn te brengen. De overheid moet zich uitspreken, de vakbeweging idem, het bedrijfsleven ook, maar de civil society moet ook aangeven wat zij bereid is, in te leveren.” De volksvertegenwoordiger zegt dat het wel duidelijk moet zijn dat de winti wai, lanti pai-mentaliteit ons dieper zal laten zinken, indien wij geen stappen ondernemen om het anders te doen.
Raoul Abisoina